10915 resultaten - Pagina 351 van 728
... 339 - 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 ...
[15] Als iemand in jouw gezagsgebied iemand anders heeft beroofd en vermoord en daarna gepakt en voorjou gebracht wordt, zul je hem berechten en ook laten doden. Daarmee heb je juist gehandeld, omdat je volgens de wil van de keizer hebt gehandeld, en daarbij ben je evenals de keizer zelf ex lege*; (* Latijn voor: buiten, boven de wet.) de rover en moordenaar heeft echter volgens zijn eigen wil gehandeld en is daardoor ten onder gegaan.Hoofdstuk 199: Over het werken van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik zei: 'Mijn beste vriend, dat heeft jouw vlees je niet ingegeven, maar jouw geest uit Mij van gene zijde; streef er dus naar om je ook Mijn wil eigen te maken, zoals je je de wil van de keizer eigen hebt gemaakt, dan zul je weldra en gemakkelijk steeds meer volkomen één worden met jouw geest uit Mij van gene zijde, die Mijn liefde, wijsheid en macht is, en dan zul je ook zo kunnen werken als deze engelengeest -die 'Rafaël' heet! Je hebt nu natuurlijk nog niet het flauwste idee van wat hij allemaal tot stand kan brengen; maar enkele bewijzen zullen je daar meer duidelijkheid over geven.
Hoofdstuk 200: Een bewijs van de macht van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Ik zei tegen hem: 'Laat de keizer er voorlopig buiten, maar over een jaar kun je Mijn vriend Agricola in Rome ervan in kennis stellen, en hij zal het te zijner tijd tot jouw voordeel ook wel aan de keizer overbrengen! Voor dit moment is het echter voldoende om alleen jouw gebied te onderrichten; en als er een buurman uit de noordelijk van hier gelegen steden naar je toe zou komen, zal die jou zelf zeggen wie daarvoor gezorgd heeft. De commandant Pellagius kun je ervan op de hoogte brengen; want hij is in militair opzicht ook over deze stad aangesteld en kent Mij!'
Hoofdstuk 201: De veranderde omgeving bij de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Daarop zei Rafaël weer: 'Hoe heet de verst gelegen plaats die jij min of meer persoonlijk kent?'
Hoofdstuk 202: Rafaëls bewijs van zijn snelheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Neem jij ook deze steen dus maar, dan zul je daarmee tien jaar lang je kamers 's nachts goed kunnen verlichten; maar na tien jaar zal het licht ervan steeds minder worden. Als je hem echter langer als verlichting wilt gebruiken, stel hem dan iedere dag bloot aan de zonnestralen; hij zal zich daar dan mee verzadigen en jou in plaats van een goede lamp de hele nacht als verlichting dienen. Maar na honderd jaar, als deze steen te sterk doordrongen zal zijn geraakt van het zuur van de aardse lucht, zal hij helemaal ongeschikt worden voor verlichting.'
Hoofdstuk 203: De stralende steen van de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Wat de kennis van de natuur betreft zijn jullie allerminst op de hoogte; de Romeinen hebben daar echter veel gedegen kennis van en kunnen de wetmatigheden en de samenhang van de dingen in de natuur heel goed onderscheiden. Dat alles ontbreekt jullie joden, en dat is al zo sinds de tijd van de eerste richters, die ook wisten hoe alles in de natuur met elkaar te maken had, en wel uit de twee boeken van Mozes die jullie verworpen hebben en waarvoor in plaats jullie een kabbala hebben gemaakt, waarvan de inhoud slechter is dan de inhoud van welke heidense filosoof ook. Maar Ik belet jullie niet om dergelijke hogere verklaringen mede aan te horen en dergelijke daden mede te aanschouwen. Hoe lang zal Ik jullie nog moeten verdragen, tot jullie de dingen beginnen te begrijpen?'
Hoofdstuk 203: De stralende steen van de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Van hieruit zien jullie die ene behoorlijke grote vijver; maar in de omgeving zijn er nog zes, waarmee de hele streek voldoende bevloeid kan worden. In het diepe water van de vijvers zullen jullie ook een groot aantal vissen aantreffen, die de bewoners van deze stad en omgeving voor hun dagelijkse levensbehoefte kunnen gebruiken; de vissen van de vijver die we van hieruit kunnen zien, zullen echter eigendom zijn van de opperstadsrechter, de waard, de Apollopriesters en de paar Joden, zodat ieder van jullie die Ik zojuist heb genoemd, dus het recht heeft om een vierde deel van de vijver te bevissen. Maar laat niemand dat overmatig doen, maar alleen zoveel hij nodig heeft, opdat niemand door de te grote hebzucht van een ander benadeeld wordt. De vissen in de vijver zijn van een heel edele soort, waardoor het water van de vijver nooit verontreinigd raakt.'
Hoofdstuk 204: De dierenwonderen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Maar omdat deze streken in de loop der tijd door de vele wandaden van de mensen steeds onvruchtbaarder zijn geworden, trok dat dier verder naar het zuiden naar die streken, waar het genoeg voer voor zichzelf vond; deze streken hebben echter als gevolg van het vertrek van dit dier aan heel wat belangrijke aardse voordelen ingeboet.
Hoofdstuk 204: De dierenwonderen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Deze beide dieren bleven onmiddellijk in de stal en lieten zich door de twee dienaren verzorgen; de andere dienaren konden zich echter nog niet in de buurt van de twee dieren wagen, wat later echter ook mogelijk is geworden.
Hoofdstuk 205: De verbaasde dienaren vangen en temmen de olifanten (13.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Daarop ga je brandend van nieuwsgierigheid mee met de kunstenaar, die heel vriendelijk tegen je is geworden, maar die jou op je hele reis nog altijd als een heel eenvoudig en bescheiden mens voorkomt. Terwijl je echter samen met de kunstenaar steeds dichter bij de grote stad komt en reeds vanaf een flinke afstand de prachtigste gebouwen, tempels, paleizen en burchten begint te aanschouwen, begint ook jouw fantasie over de kunstenaar die jou vergezelt steeds maar groter te worden, zoals zijn bouwwerken in die stad steeds groter beginnen te worden, hoe dichter je bij de stad komt. Zijn persoonlijke eenvoud begint te verdwijnen naarmate jou zijn innerlijke, geestelijke grootheid door zijn werken steeds duidelijker voor ogen komt te staan.
Hoofdstuk 206: Waarom volmaakte geesten zalig zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Daarop kwam ik met mijn vader weldra in zijn woning en in zijn beeldhouwerswerkplaats en ontmoette in gezelschap van mijn vader de bouwmeester zelf. Hij was echter ook een heel bescheiden en eenvoudige man, een op het kleine eiland Rhodos geboren Griek, aan wie men in de verste verte niet gezien zou hebben dat hij het vermogen bezat de vingers van zijn hand te tellen; maar als men met hem begon te praten, merkte men wel direct dat hij behalve de oude rekenkunde van Euclides ook nog in andere kunsten en wetenschappen thuis was, en ik kreeg dan ook werkelijk een geweldige hoogachting voor deze grote bouwmeester en kunstenaar.
Hoofdstuk 207: Over de onbevattelijkheid van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Uit die kwade stoffen komt dan echter nog een ander kwaad voort. Als namelijk de slechte, nog ongegiste natuurgeesten uit de invloedssfeer van zo iemand duidelijk merken dat zich in zijn buik en zijn onderlichaam al een groot aantal aan hen verwante natuurgeesten hebben verzameld, dringen ze weldra het lichaam van zo'n mens binnen en verenigen zich met die soortgelijke geesten in het lichaam.
Hoofdstuk 209: Het voedingsproces in het menselijke lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Als de spijzen eenmaal hun belangrijke deel aan het lichaam, de zenuwen en de ziel hebben afgegeven, wordt het in feite onzuivere deel van de materie, die je tot je hebt genomen om je lichaam in leven te houden, via de twee natuurlijke uitgangen uit het lichaam verwijderd.Als een mens echter in ieder opzicht een zwelger is geworden en zijn buik tot afgod heeft gemaakt, dan kan het tot zich genomen voedsel alsook de teveel in de maag gegoten wijn niet meer volledig afgescheiden worden in de twee magen, die Ik je heb uitgelegd. Daardoor komen er nog veel delen -die het lichaam, de zenuwen en de ziel in leven moeten houden maar die niet aan het voedsel onttrokken zijn -in de grote buik en de darmen terecht en voor een ander deel via de lever en de milt in de urineblaas; daar veroorzaken ze opnieuw gistingen, waaruit zich mettertijd allerlei ziekten voor het lichaam ontwikkelen en die de ziel traag, afgestompt en gevoelloos maken.
Hoofdstuk 209: Het voedingsproces in het menselijke lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Waar dergelijke vissen echter niet te krijgen zijn, is tarwe en gerstebrood op zichzelf de meest gezonde voeding voor de mens, evenals de melk van gezonde koeien, geiten en schapen. Onder de peulvruchten nemen linzen de eerste plaats in, en ook zoals bij het bereiden van brij de grote Perzische maïskorrels. Alleen het vlees van enkele kippen en duiven, dan van een gezond en rein rund alsook van geiten en schapen, in volkomen bloedeloze toestand, kan gebraden of gekookt gegeten worden; gebraden verdient echter de voorkeur boven gekookt.
Hoofdstuk 210: De belangrijkste voedingsmiddelen voor de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Het bloed van dieren moet echter door niemand worden gegeten.
Hoofdstuk 210: De belangrijkste voedingsmiddelen voor de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)