Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 352 van 1110

...  340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365  ...
[4] Het volk is derhalve volkomen gelukkig als het zich maar aan de voorgeschreven wetten houdt. Maar als volgens ons beste weten en geweten het volk in natuurlijk en geestelijk opzicht gelukkig is en onze bedriegerijen daar juist toe bijdragen, kan een mogelijke waarachtige, grote, wijze en almachtige God dus niet boos op ons worden en zijn toorn over ons laten komen; want hij kan immers nooit willen dat de mensen op deze aarde zo ongelukkig mogelijk leven. Zou hij echter de manier niet goedkeuren waarop wij door onze slimheid en bekwaamheid het hele volk gelukkig maken - en dat voor alle tijden -, dan zal het hem toch niet onmogelijk zijn ons te kennen te geven hoe hij het Indische volk geleid en bestuurd wil hebben.
Hoofdstuk 98: De bekentenis van de hoofdmagiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Dat wij bij tijd en wijle echter ook andere landen bereizen, heeft voor ons een meervoudig goed doel. Om goud en andere schatten te verdienen, reizen we beslist niet, omdat we onze akkers thuis met gouden ploegen bewerken! Jullie ijzer zou voor ons veel waardevoller zijn dan al ons goud. Ook worden we niet gedreven door een bepaalde drang om elders onze kunsten te vertonen; want we hebben thuis vereerders genoeg. We willen dus in vreemde landen niemand voor onze godsdienst winnen; want we reizen nooit als priesters, maar als magiërs en wijzen uit het verre morgenland. Maar wij zoeken in vreemde landen, omdat wij heimelijk bij ons zelf[ heel goed voelen wat wij missen, alleen maar datgene wat wij priesters zelf missen.
Hoofdstuk 98: De bekentenis van de hoofdmagiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Als wij echter God en Zijn waarheid met alle ijver en met alle ons ten dienste staande middelen zoeken en voortdurend luid in onszelf roepen: 'God, Schepper en Heer, waar bent U, Verborgene?', en Hij acht ons niet het geringste antwoord waardig, dan zijn er drie gevallen mogelijk: of Hij bestaat helemaal niet en alles bestaat eeuwig volgens een norm die in de natuur vanzelf toevallig gevormd en vervolgens geordend is, óf God is iemand die Zich alleen maar bekommert om eindeloos grote dingen, óf God is een wezen dat zo doof en gevoelloos is, dat de mensen voor Hem hetzelfde zijn als voor ons de mijten op een blad en de ontelbare muggen in de lucht.
Hoofdstuk 99: Het roepen van de Indiërs naar God wordt niet verhoord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Rafaël zei: 'Kijk, nu hebben jullie pas de volle waarheid gesproken en God als de eeuwige Waarheid met de volle waarheid gezocht, en ik kan jullie nu al zeggen dat jullie Hem nog nooit zo dicht genaderd zijn als nu! Maar er zit nog veel in jullie wat voor het volledig vinden van de ene, ware God niet deugt, en zolang jullie die zwarte vlek in je niet opmerken en niet vinden en hem niet verwijderen, kunnen jullie de Verborgene nog steeds niet vinden, hoe dicht Hij ook bij je is.'
Hoofdstuk 100: De ware weg tot God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Als jullie God alleen maar in en met de enige waarheid zoeken, zullen jullie Hem wel naderen, maar Zijn eigenlijke wezen niet aanschouwen en nog minder begrijpen; zoeken jullie God echter in de zuivere liefde, deemoed, zachtmoedigheid, geduld en ontferming, dan zullen jullie God vinden, Hem herkennen en het eeuwige leven van jullie ziel ontvangen.
Hoofdstuk 100: De ware weg tot God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] En kijk, wat die stem tegen de grote profeet in die spelonk heeft gezegd, zei ik nu ook tegen jullie, en ik heb jullie de ware weg gewezen! Als jullie de enige, ware God langs deze weg zoeken, dan zullen jullie Hem ook vinden, maar langs jullie wegen nooit. Dát zeg ik jullie! - Hebben jullie dat begrepen?'
Hoofdstuk 100: De ware weg tot God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Rafaël en Lazarus gingen nu op de drie mannen toe, die juist weg wilden gaan, en Rafaël zei met een werkelijk hemels vriendelijke gelaatsuitdrukking en stem: 'Waar willen jullie nu heen? Kijk, de zon staat al laag aan de horizon, en jullie gevolg is in de stad goed gehuisvest, dus kunnen jullie best vannacht bij ons blijven; want ook hier is een goede herberg!'
Hoofdstuk 102: Het sterke vermoeden van de drie magiërs. Op wonderbaarlijke wijze wordt de diamant gehaald - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] M'n allerliefste jongeman, ik beken je heel openlijk dat we onder al die duizenden en nogmaals duizenden wijzen waarmee we al kontakt gehad hebben, nog niemand hebben aangetroffen die wijzer was dan jij. Jou achten wij in staat om werkelijk kennis te hebben over de enig ware God, en wij zouden het daarom erg op prijs stellen als we nader met jou van gedachten zouden kunnen wisselen; want jij was tot op heden nog de enige die onze wonderen gezien heeft voor wat ze eigenlijk zijn. Jij hebt ons in je jeugdige ijver weliswaar hard aangepakt en daar had je ook het volste recht toe; maar we hebben door de drie tekenen die we gedaan hebben, waarmee wij een proef voor jullie aflegden, en wat aanleiding voor je was om ons voor bedriegers uit te maken, toch ons geheimgehouden doel bereikt, en zo waren ook onze valse wonderen uiteindelijk toch ergens goed voor .
Hoofdstuk 98: De bekentenis van de hoofdmagiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Rafaël zegt: 'Dat is jullie priesterlijke hoogmoed. Want wee diegene uit het volk die jullie ontmoet en zonder er erg in te hebben niet zou groeten, terwijl jullie hem wel gezien hebben. Dat wordt hem meteen als een grote misdaad aangerekend, en hij moet zich daarvoor een zware boetedoening laten welgevallen, die uit een zware, vaak huiveringwekkende lichamelijke kastijding bestaat of, als hij rijk is, uit andere grote offers, die bij jullie niet zelden tot in het ongelofelijke gaan! En kijk, dat is een heel grove zwarte vlek! Zolang dat bij jullie gebruikelijk is en blijft, zal God zich door jullie niet laten vinden, want alleen mensen die trachten in hun ziel aan Hem gelijk te worden of al min of meer aan Hem gelijk zijn, kunnen God vinden.
Hoofdstuk 100: De ware weg tot God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] De magiër zei: 'O, beste, hemelse jonge vriend! Niet alleen deze nacht, maar nog heel veel nachten en dagen zouden we in je nabijheid willen blijven en nog heel veel waarheden vanje willen horen. Maar we vinden onszelf nu veel te onwaardig omjouw tegenwoordigheid, die voor ons zo buitengewoon geheiligd is, nog langer te verdragen en jou en dit hele zeker ook godvruchtige gezelschap, lastig te vallen. Maar als jullie dat wensen, zullen we zeker met heel veel genoegen aan die wens gehoor geven. Wat wij zullen gebruiken zullen we ook zonder meer betalen, zoals dat onder eerlijke mensen hoort.'
Hoofdstuk 102: Het sterke vermoeden van de drie magiërs. Op wonderbaarlijke wijze wordt de diamant gehaald - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Toen zei Lazarus: 'Bij mij zal de rekening gemakkelijk te betalen zijn; voor jullie logies zal prima gezorgd worden!'
Hoofdstuk 102: Het sterke vermoeden van de drie magiërs. Op wonderbaarlijke wijze wordt de diamant gehaald - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Rafaël zei: 'Maken jullie je daar maar geen zorgen over; want voor ware vrienden van de enig ware God is er op deze wereld absoluut niets onmogelijk! Ikzelf heb dat al aan je metgezellen meegedeeld, en hier heb je je gouden beker, waarvan de rand met diamanten, robijnen en smaragden versierd is, dan kun je daaruit wijn met ons drinken! Op de onderkant staat het teken van je naam gegraveerd.'
Hoofdstuk 102: Het sterke vermoeden van de drie magiërs. Op wonderbaarlijke wijze wordt de diamant gehaald - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Rafaël zei: 'Daar kon je wel eens gelijk in hebben! Maar houd mij niet voor Degene die jullie reeds zo lang gezocht hebben! Hier kunnen jullie Hem echter vinden! En nu niets meer daarover!'
Hoofdstuk 102: Het sterke vermoeden van de drie magiërs. Op wonderbaarlijke wijze wordt de diamant gehaald - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Toen de zon vervolgens onder de horizon was verdwenen, zei onze Lazarus tegen de magiërs: 'Beste vrienden, deze verschijnselen hier verwonderen jullie wel, maar ik zegje, dat dat allemaal maar een heel klein begin is van alles wat jullie nu in deze goede gemoedsgesteldheid zullen meemaken. Oefen je nu meteen in geduld, zachtmoedigheid en ware deemoed, dan zullen jullie veel zegen van hier naar jullie verre rijk meenemen! En wat jullie hier zullen verteren, is reeds rijkelijk betaald.'
Hoofdstuk 102: Het sterke vermoeden van de drie magiërs. Op wonderbaarlijke wijze wordt de diamant gehaald - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Lazarus zei: 'Ja, ook die van jullie grote rijk!'
Hoofdstuk 102: Het sterke vermoeden van de drie magiërs. Op wonderbaarlijke wijze wordt de diamant gehaald - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365  ...