Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 352 van 1088

...  340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365  ...
[4] Ik bleef een klein halfuur in de hut rusten, maar gaf Petrus, Jacobus en Johannes, die bij Mij in de hut waren, opdracht om naar de zeven Egyptenaren te gaan en hun de grondslagen van het evangelie mee te delen, en om hen voor te bereiden op een teken dat Ik zou gaan doen.
Hoofdstuk 159: Het geestelijk oog van de mannen uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] De man uit Opper-Egypte merkte bij zichzelf wel wat Petrus dacht, en zei daarom: 'Waarom vraag je je toch af, waarom de Heer jullie naar ons toe heeft gestuurd, terwijl wij Zijn leer toch al beter kenden en begrepen dan jullie? O kijk, beste broeders, de Heer wist, en wel heel duidelijk, dat jullie één en ander begonnen te vergeten, en juist daarom heeft Hij jullie voor een gesprek van een half uur naar ons toegestuurd, om bij ons het weinige dat je verloren hebt, weer terug te krijgen!
Hoofdstuk 159: Het geestelijk oog van de mannen uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Toen ik 's morgens ontwaakte en uit de grot naar buiten stapte, kwam er ook al een geweldige leeuw heel behaaglijk naar de grot toe, die vermoedelijk zijn woning was. Toen hij mij zag stond hij stil en begon geweldig met zijn staart te slaan. Ik kwam hem met mijn onverschrokken, vaste wil tegemoet en beval hem, terwijl ik hem vast aankeek, om deze omgeving voor altijd te verlaten. En zie, de leeuw keerde zich om en verdween ergens in de woestijn! Datzelfde gebeurde al gauw daarna met twee panters, en op dezelfde dag met een reuzenarend die een oogje op onze grazende geiten had.
Hoofdstuk 160: Geloven en schouwen De geestelijke ontwikkelingsgang van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Mijn metgezellen - op één na - hebben het weliswaar nog niet zo ver gebracht; maar zij zijn allen heel goed op weg, en ik heb hen dan ook mee hierheen genomen, opdat zij hier het allerhoogste zullen horen, en de grote God, naar wie ik hen in de geest geleid heb, hier in de persoon van een aan ons gelijk mens kunnen zien en horen. Zij zijn daarom ook nu, net als ik, vol van de grootste vreugde en het hoogste geluk. -En nu weetje dus door mijn heel korte beschrijving, hoe ik en ook mijn metgezellen tot onze innerlijke levensvervolmaking gekomen zijn.
Hoofdstuk 161: De innerlijke openbaring van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Toen ging Ik naar Petrus en zei: 'Wel, Simon Juda, hoe hebben jullie bij deze vreemdelingen Mijn opdracht vervuld?'
Hoofdstuk 161: De innerlijke openbaring van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Zijn dood was voor mij een verlies van duizend levens. Ik trok daarom met mijn metgezellen zo ver als maar mogelijk was Nijl opwaarts. Daar vonden wij grotten, die ons voldoende beschutting gaven tegen de gloeiende zonnestralen. De grotten lagen dicht bij de Nijl, die met duizend watervallen tussen de machtige rotswanden doorkronkelt. Verder dan tot daar kon je langs de rivier niet meer gaan, tenzij wij veel verder naar beneden naar rechts zouden zijn afgebogen de grote woestijn in en dan de weg van de Nubiërs hadden gevolgd; maar zonder water zouden wij daar, samen met de geiten die we hadden meegenomen, al gauw versmacht zijn. Kortom, bij de grotten vonden we nog een laatste plaatsje waar wat gras groeide en onze dieren voldoende voedsel vonden. En zo besloten wij om daar met onze kleine gezinnen te blijven.
Hoofdstuk 160: Geloven en schouwen De geestelijke ontwikkelingsgang van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Petrus zei: 'Heer, U heeft wel geweten dat deze vreemdelingen ons, en niet omgekeerd, Uw evangelie zouden prediken, en U heeft ons naar hen toegezonden, opdat zij ons zouden vertellen wat ons helaas nog ontbrak, omdat wij reeds het een en ander van Uw lessen en daden vergeten waren. Wij danken U, o Heer, daar ook voor; want wij hebben van deze vrienden nu echt veel opgestoken!'
Hoofdstuk 161: De innerlijke openbaring van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Petrus bracht Mijn opdracht aan de tempeldienaren over, die daarop snel naar Mij toekwamen en zeiden: 'Heer, u heeft ons reeds de grootste bewijzen geleverd, zodat we nu niet de minste twijfel meer hebben over wat en wie u bent, en wij verlangen daarom geen teken meer van U; maar als u er toch een wilt doen, dan zullen wij u zeker uit de diepste grond van ons hart dankbaar zijn!'
Hoofdstuk 162: Abraham verschijnt aan de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Wil iemand de vrijheid en daarmee het eeuwige leven, dan zal hij dat ook vinden; wil iemand echter het gericht en de dood, dan zal ook dat zijn deel zijn! Want van nu af aan zal geen jood meer kunnen zeggen: 'Ik zou ook wel de wegen van het licht zijn gegaan als ik daar iets over had geweten! ' Ik heb overal Zelf geleerd en gewerkt, en vandaag nog zal Ik zeventig leerlingen uitzenden, die Mijn leer naar alle einden van het gehele oude joodse rijk zullen uitdragen en verkondigen aan heidenen en joden, en binnen een jaar zullen in Mijn naam Mijn oudste en eerste leerlingen dit evangelie in de hele wereld uitdragen. Heil aan ieder die het zal aannemen en zijn leven daarnaar zal richten!'
Hoofdstuk 162: Abraham verschijnt aan de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Toen Ik dat gezegd had, leek het alsof er een bliksem uit de heldere hemel insloeg, en de beide getuigen stonden met ernstige gezichten voor de Farizeeën, bogen diep voor Mij en Mozes wees met zijn rechterhand en met vurige blikken naar Elia en zei met donderende stem: 'Kennen jullie hem?'
Hoofdstuk 163: Mozes en Elia vermanen de pasbekeerde Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Elia zei: 'Wat de Heer jullie vergeven heeft, zal jullie ook door ons vergeven worden! Maar pas er wel voor op dat jullie niet opnieuw door een nieuwe verzoeking verblind worden; want uit een nieuwe afgrond zouden jullie moeilijk ooit weer naar het licht kunnen komen!'
Hoofdstuk 163: Mozes en Elia vermanen de pasbekeerde Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] De Farizeeën zeiden: 'Wij danken U, o Heer, voor deze bijzonder zuivere, ware les; hij is ons liever dan de vreselijke tekenen die ons gemoed met te grote angst vervullen. Wij zullen Uw heilige raad opvolgen, zover onze kracht reikt. Maar omdat de dag vanaf nu nog maar enkele uren zal duren, zullen wij ons nu naar de stad begeven en vandaag nog orde op zaken stellen wat onze schatten en onze families betreft, zodat we morgen op de sabbat reeds bij U kunnen zijn.'
Hoofdstuk 164: Een snelheidswonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik zei: ' Als dat jullie volkomen ernst is, blijf dan maar hier, dan zal het nog heel anders geregeld worden! Ik zal Mijn jeugdig uitziende dienaar opdracht geven om alles voor jullie te regelen en jullie families naar Bethanië naar het huis van Lazarus te brengen en al jullie schatten hierheen; hij zal dat heel snel uitstekend in orde brengen. - Zijn jullie het daar mee eens?'
Hoofdstuk 164: Een snelheidswonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Om je daar zelf echter voor een deel van te overtuigen, kun je met mij naar de hut gaan en kun je het gedeelte in ogenschouw nemen waar Nikodemus voor gaat zorgen!'
Hoofdstuk 164: Een snelheidswonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Daarop gingen de beide Farizeeën en de twee levieten met Rafaël naar de hut en vonden de hun welbekende schatten in goede orde op een daar aanwezige tafel.
Hoofdstuk 164: Een snelheidswonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365  ...