Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 352 van 1490

...  340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365  ...
[6] Maar IK werd zijn verlegenheid gewaar en zei zachtjes tegen hem: 'Maak je daar maar niet druk over; want wij zullen ons bijna de halve winter in alle rust in deze omgeving ophouden en nog vaak bij jou en ook bij onze waard te gast zijn! Er zullen gedurende de komende winter veel zieken in deze streken rond J eruzalem zijn, en die zal Ik bij die gelegenheid genezen opdat zij zullen ondervinden dat nu de Messias is gekomen en hen heeft geholpen, en zij zullen in Zijn naam geloven.
Hoofdstuk 18: Een evangelie van blijmoedigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Lazarus bedankte Mij in stilte en stelde daarop zijn zusters gerust; en toen deze dat hoorden, deed het hun zoveel genoegen dat ze bijna in tranen uitbarstten en een poosje naar buiten moesten om daar hun vreugdetranen de vrije loop te laten zonder dat iemand het merkte. Daarna kwamen zij weer bij ons terug en deelden in onze vreugde. Toen de burgers uiteindelijk ook verzadigd waren, spraken zij hun dank uit en stonden op van hun plaatsen.
Hoofdstuk 18: Een evangelie van blijmoedigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] IK zei: 'Ja, ja, de vlek blijft net zo lang op de ziel tot de mens volledig afziet van de zonde! Maar wie heel serieus van de zonde afziet omdat deze slecht is en de mensen te gronde richt en van God en al het goede en ware vervreemdt, die heeft ook geen vlek meer op zijn ziel en hoeft helemaal niet meer bang te zijn voor het kwade vuur van de onderwereld. Als jullie echter zo'n ontzag hebben voor de zondevlekken op jullie ziel, hoe konden jullie Mij dan aankijken, terwijl jullie nu toch ook weten wie achter Mij en eigenlijk in Mij is?! Laat dat jullie duidelijk maken hoe zwak en dom jullie nog zijn!
Hoofdstuk 19: De reiniging van de zonde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Laten we nu ophouden met deze verhalen die helaas maar al te waar zijn, want onze Joodse burgers komen er aan en die willen we niet al te zeer ergeren. Weliswaar weten zij ook het nodige, maar natuurlijk niet al deze dingen, en daarom zullen wij hen van te voren niet te verder inwijden in de diepste, kwalijke geheimen. Spreken jullie er ook zo weinig mogelijk over, want anders zouden jullie in grote aardse moeilijkheden kunnen komen, die dan ook jullie ziel schade zouden kunnen berokkenen! Denk liever: 'Wij zijn in ons hart vrij en hebben het juiste licht en de ware weg naar het leven gevonden! ' Zolang Ik hen echter nog duld, opdat dé maat van hun boosheid vol zal worden, zolang moeten ook jullie hen nog dulden, en volg hun goede lessen op, maar wend je ogen en oren van de slechte af! En nu genoeg over dit onderwerp, want onze burgers staan al voor de deur en ook zij hebben nog niets gegeten; daarom moeten zij hier ook wat te eten en te drinken krijgen.'
Hoofdstuk 17: De zelfzuchtige handelwijze van de priesters in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Daarom zeg Ik jullie allen nog eens, dat jullie volkomen vrij van geest, en vrolijk en opgewekt door de wereld moeten gaan, zonder aan de wereld te hangen. Want zoals Ik Zelf alleen maar in de wereld ben gekomen om alle mensen een blijde en gelukkig stemmende boodschap uit de hoogste hemelen over te brengen, die iedereen op zo'n wijze troost moet geven dat zelfs de ergste marteldood hem niet droevig zal stemmen -omdat hij ziet en zien moet, dat er voor hem geen dood meer bestaat en kan bestaan, en dat in Mijn eeuwige rijk voor hem noch deze aarde noch de hele zichtbare hemel ooit meer verloren kan gaan, en dat hij bovendien nog het gezag zal krijgen over heel veel -, zo zal Ik ook jullie, wanneer jullie in de geest en in de kracht van Mijn leer bekwaam worden, in Mijn naam uitzenden om alle volken der aarde deze blijde boodschap uit de hemelen over te brengen.
Hoofdstuk 18: Een evangelie van blijmoedigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Deze troostvolle terechtwijzing had op onze burgers een goede uitwerking en zij grepen nu geducht naar de wijn, werden weldra echt opgewekt en begonnen ook al gauw met het vertellen van een aantal vrolijke verhalen, en de Grieken begonnen hen bij te vallen en zo verstreek de tijd tot zonsondergang.
Hoofdstuk 19: De reiniging van de zonde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] LAZARUS kreeg bij deze gelegenheid ook het nodige te horen wat hem behoorlijk schokte, zodat hij alle achting voor de tempel verloor en heimelijk tegen Mij zei: 'Heer, nu ben ik toch wel helemaal genezen, en mijn bezoeken aan de tempel zullen steeds zeldzamer worden!'
Hoofdstuk 19: De reiniging van de zonde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Maar Ik zei: 'Luister! Wij zijn vandaag op de dag na sabbat opgewekt en vrolijk bij elkaar, en waarom zouden we dat ook niet zijn?! Want jullie hebben Mij begrepen en herkend, hoewel dat met veel moeite en offers gepaard ging, en dus heb ook Ik jullie aanvaard! Jullie zijn vrijgemaakt van ieder gericht, omdat jullie jezelf uiteindelijk geheel uit vrije wil op het enig ware en goede hebben gericht. En dus kan Ik jullie nu, zonder afbreuk te doen aan jullie vrije inzicht en jullie vrije wil, hier wel een teken geven van Mijn innerlijke goddelijkheid. Houd nu dus alles heel goed in het oog! Wat zou gemakkelijker zijn, denken jullie: deze steen enkel door Mijn wil in een oogwenk vernietigen, of de tempel met alles wat daar in is, dood en levend, op gelijke wijze vernietigen? Controleer eerst nog de steen, zodat niemand kan zeggen dat hij op een of andere wijze vooraf geprepareerd was!'
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Toen zeiden ALLEN: '0 Heer, dat is hier niet nodig, want wij kennen deze steen allang! Hij is door een visser vanwege zijn mooie, ronde vorm uit de Jordaan hierheen gebracht.'
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] IK zei: 'Goed, zeg dan wat gemakkelijker voor Mij zou zijn: deze steen te vernietigen of de tempel!'
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Maar dit hier is iets wat daar hemelhoog bovenuit gaat! Dit is een echte steen en de hardste die er maar bij ons te vinden is. De Grieken verstaan weliswaar de kunst deze steen in het vuur te smelten en er het kostbare glas uit te bereiden, wat vóór hen, ten tijde van de eerste farao's, reeds de Phoeniciërs gekund moeten hebben, -daarbij verandert de steen. echter alleen in een andere stof. Maar om zo'n steen enkel door de pure wil totaal te vernietigen, daartoe behoort goddelijke kracht, waarvan wij zwakke mensen ons nooit een zuivere en heldere voorstelling zullen kunnen maken!'
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] De materie is een graf van het gericht en de tijdelijke dood en de dode geesten in deze graven moeten ook Mijn stem horen en Mijn wil gehoorzamen, zoals jullie nu gezien hebben. En zoals deze steen nu plotseling is opgelost, zo zal het ook stukje bij beetje met de hele aarde gaan, en dan zal daaruit een nieuwe, geestelijke, onvergankelijke aarde ontstaan vol leven en geluk voor haar geestelijke bewoners, en er zal gericht noch dood op haar hemelse velden heersen; want zij zal ontstaan uit het leven van allen die uit haar ontstaan en op haar geboren zijn.
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: 'Dat kan en mag Ik bij de mens niet zo doen als bij deze wijnbekers, want dat hangt alleen af van jullie ijver en je eigen vrije wil. Maar aan Mijn hulp zal het jullie niet ontbreken. Wat jullie zelf kunnen doen met de jullie toegemeten kracht, moet je ook zelf doen; voor wat daarbovenuit gaat, zal Ik dan wel zorgen. Want heus, Ik zeg jullie: Wat je de Vader in Mijn naam en binnen Mijn orde, die jullie bekend is, zult vragen, dat zal je ook gegeven worden naar de mate waarin het voor jullie ziel nuttig is. Maar drink nu, want het is intussen alweer avond geworden'
Hoofdstuk 21: Een wijnwonder. Het werk in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] DE JOODSE GRIEKEN hieven toen hun bekers, dankten en zeiden: 'Op de bloei van het grote geluk dat wij gisteren gevonden hebben, voor alle joden en alle volken der aarde! Moge Uw woord, Uw leer en Uw genade hen allen evenzeer doordringen als deze heerlijke, geestrijke en zoete, geheel vrij en nieuw geschapen wijn onze ingewanden en ledematen zal doordringen en verkwikken! Heer, Uw wil geschiede!'
Hoofdstuk 21: Een wijnwonder. Het werk in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Daarop zeiden allen amen, en IK stond op van Mijn zitplaats en zei: 'Dat was een echte, goede wens; laten wij daarom allen drinken van deze gave van God opdat die wens zeker in vervulling zal gaan, en ook Ik voeg daar Mijn amen aan toe! Het zal weliswaar nog veel moeite en werk kosten, want de wijngaard van God is groot en heeft nu nog weinig wijnstokken. Daarom moet er gegraven worden en moeten er zonder rust of duur nieuwe, edele wijnstokken geplant worden, opdat de wijngaard vol edele en vruchtbare wijnstokken komt te staan, dan zal de grote oogst ons een duizendvoudig loon voor onze moeite en ons werk geven!
Hoofdstuk 21: Een wijnwonder. Het werk in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365  ...