15542 resultaten - Pagina 352 van 1037
... 340 - 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 ...
[2] Destijds bezat zelfs het zeer eenvoudige en gewone volk de wetenschap der overeenstemmingen, hun schrift bestond uit beelden, en hun taal richtte zich naar de bij het volk welbekende beelden. Toen echter het volk later tot meer aardse welstand en aanzien was gekómen, kreeg het weldra ook een groot aantal aardse behoeften, en om die te bevredigen moest het zich een grote hoeveelheid natuurlijke middelen daartoe verschaffen. Welnu, de vele behoeften en de vele middelen kregen ook hun heel eenvoudige benamingen, waarachter zich geen overeenkomstige beelden bevonden. Deze eerst later door de mensen gevormde eenvoudige namen van veel behoeften en de middelen om daaraan te voldoen verdrongen vervolgens maar al te gauw het beeldschrift en de innerlijke betekenis daarvan; en zo hadden noch Mozes noch de profeten er schuld aan, dat ze door de tegenwoordige joden niet meer begrepen worden. Maar het was alleen de schuld van de mensen zelf, die door hun zelf veroorzaakte en steeds toenemende wereldse instelling de wetenschap van het oude schrift en de oude taal, die steeds diep geestelijke dingen in zich bevatte, helemaal kwijtgeraakt zijn.Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Maar nu begint het eerste ochtendlicht aan te breken, en onze tempeldienaren in de andere zaal beginnen daar in beweging te komen om weldra op weg te gaan naar hun huizen en daar volgens hun vaste voornemen de regelingen voor hun vertrek te treffen. Zodra zij vertrokken zijn, zullen wij ons naar buiten in de open lucht begeven en daar onze overdenkingen houden.
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] En jij, vriend Lazarus, zult er goed aan doen wanneer je een paar van jouw knechten als geleide met de tempeldienaren mee laat gaan tot aan de poort van de tuin; want in hun gedachten zien zij de drie leeuwen beneden langs de weg op de loer liggen, waardoor zij bang zijn om verder te gaan. Laat daarom enige knechten naar hun kamer gaan om hun te zeggen, dat er van de leeuwen geen spoor meer te vinden is! Mochten ze dan nog bedenkingen hebben, dan moeten de knechten hun ook aanbieden hen te begeleiden, wat de tempeldienaren met vreugde zullen aannemen en waarop ze direct zullen vertrekken, en dan kunnen wij dadelijk naar buiten gaan.'
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Daarop riep Ik Mijn Rafaël bij Me en zei vanwege de aanwezigen hardop tegen hem: 'Zorg jij nu voor onze jonge mensen, en breng hen voor ons uit langs een niet algemeen gebruikelijke weg naar Bethanië! Wacht daar op ons; want drie uur later zullen wij daar ook komen!'
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Toen begaf Rafaël zich heel vlug naar de jeugd en bracht alles snel in orde.
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ondertussen was het lichter geworden en wij verlieten de herberg en begaven ons naar de heuvel, die reeds beschreven is. Aan de hemel glansden nog de grotere sterren, de maan met een reeds smalle sikkel en de planeet Venus, wat alles bij elkaar een wondermooi uitzicht gaf.
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[25] Met deze verklaring waren alle Romeinen volkomen tevreden en vroegen Mij verder niet meer naar dergelijke dingen.
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Maar Agricola, die een buitengewoon gevoelsmens was, vroeg Mij iets te mogen zeggen en zei: 'O, wat een onmetelijke schatten hebben wij nu in nauwelijks acht volle dagen ontvangen! Wij hebben hier het allerhoogste, het allereerste en allergrootste gevonden! En aan wie hebben wij, volgens Uw verborgen genade, dit onbeschrijfelijke geluk te danken? Kijk en luister! Aan die nog jonge vrouw, die ons de eerste avond van onze aankomst hier de weg hier naar boven wees!
Hoofdstuk 45: Agricola herinnert zich Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Die vrouw, die naar mijn bescheiden oordeel schijnt te behoren tot die vrouwelijke personen die het met de kuisheid en andere zedelijke reinheid nu niet bepaald nauw nemen, was ongetwijfeld in het verborgene door Uw wil geïnspireerd en moest een wegwijzer naar het licht des levens worden.
Hoofdstuk 45: Agricola herinnert zich Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Daar, ver naar het zuiden, zie je op een heuvel een slot; het draagt de naam Magdala. Daar is het meisje geboren, en het slot, vele tuinen, akkers, weiden, wijngaarden en bossen zijn nu haar eigendom, aangezien haar ouders al een paar jaar geleden gestorven zijn. Ze had al verscheidene keren kunnen trouwen, maar de tempeldienaren hielden haar daar vanaf, omdat ze bij haar steeds een goede herberg vonden en zich ook anderszins goed met haar vermaakten. Maar sinds ze Mij zag, leerde kennen en Mijn woorden hoorde, is het anders geworden in haar huis, haar verstand en haar hart; en omdat ze de armen veel heeft liefgehad, werden haar ook veel van haar zonden vergeven.
Hoofdstuk 45: Agricola herinnert zich Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Na ongeveer een kwartier, waarin wij allen met grote aandacht naar de ochtendtaferelen keken, zei Ik weer tegen alle aanwezigen: 'Let nu goed op wat er zich nog vóór de volledige opgang van de zon allemaal aan beelden zal voordoen; want Ik wil, dat ook jullie met jullie ogen zullen zien hoe alles zich in de laatste tijd van het nieuwe heidendom zal ontwikkelen!'
Hoofdstuk 47: De toekomst van Rome en van de antichrist - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Welnu, ik als Romein ken die genoemde vrouw absoluut niet, ik weet ook niet waar ze woont en ken haar naam niet, dus kan ik ook niet weten of ze arm of rijk is en geldelijke ondersteuning nodig heeft. Maar als ze wellicht toch tot de klasse der armen zou behoren, wat ik als het meest waarschijnlijke kan aannemen, dan zou ik haar graag via vriend Lazarus uit oprechte menselijke dankbaarheid een geldelijke ondersteuning willen geven, wat zeker rechtvaardig en billijk zou zijn; want vriend Lazarus zal waarschijnlijk wel weten hoe het met deze vrouw is gesteld. Het verbaast mij zeer dat ze ons niet nog een keer bezocht heeft hier op deze berg van heil. Zoals ik mij herinner moet ze wellicht in Emmaüs U, o Heer en Meester, hebben willen zoeken en heeft ze tevoren hier geïnformeerd naar Uw verblijf, maar daar niets over gehoord, en zodoende is ze waarschijnlijk ook helemaal niet hierheen gekomen. Maar wij zijn nu alweer enige dagen hier, en het verbaast me opnieuw dat ze niet meer is komen opdagen!'
Hoofdstuk 45: Agricola herinnert zich Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Nu richtten allen hun ogen met verdubbelde aandacht naar het oosten. Het was nog ruim een half uur voor de volledige zonsopgang, en dus konden zich voor de ogen van de toekijkende leerlingen nog vele beelden ontwikkelen.
Hoofdstuk 47: De toekomst van Rome en van de antichrist - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] En Ik zei: 'Kijk naar het beeld van het nieuwe Babylon!'
Hoofdstuk 47: De toekomst van Rome en van de antichrist - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Opnieuw richtten allen hun aandacht op het beeld, waarvan de taferelen zich snel na elkaar ontwikkelden. En kijk, men zag grote volksverhuizingen en vele hevige gevechten en oorlogen, en in het midden van de stad zag men iets zich zo hoog als een berg verheffen! Op de berg stond een hoge en grote troon, die eruit zag alsof hij van gloeiend goud was. Op de troon zat een heerser met een drievoudige kroon op het hoofd en met een staf waarvan het boveneinde met een drievoudig kruis versierd was. Uit zijn mond kwamen talloze pijlen, en uit zijn ogen en uit zijn borst schoten eveneens talloze bliksems van toorn en zeer grote hoogmoed. En er kwamen koningen naar hem toe, van wie velen diep voor hem bogen. Degenen die zo voor hem bogen keek hij vriendelijk aan en hij bevestigde hun macht; maar degenen die niet voor hem bogen, werden door zijn pijlen en bliksems hevig vervolgd en toegetakeld.
Hoofdstuk 47: De toekomst van Rome en van de antichrist - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)