Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 353 van 1110

...  341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366  ...
[20] Rafaël zei: 'Kijk, thuis heb je een grote diamant van onschatbare waarde, gerekend naar jullie aardse maatstaven, en die steen heb je zo opgeborgen dat behalve jij, niemand in heel Indië er iets vanaf kan weten!'
Hoofdstuk 102: Het sterke vermoeden van de drie magiërs. Op wonderbaarlijke wijze wordt de diamant gehaald - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Rafaël zei: 'O vrienden en broeders, want dat zijn jullie nu van mij, houdt mij toch voor niets meer dan een mens die door Gods genade meer volmaakt is dan jullie zelf nu nog zijn! Wat ben ik vergeleken bij God? Een krachteloos absoluut niets! Alles wat ik doe, doe ik alleen maar door de geest van God, die mijn innerlijk vervult, omdat het vol is van de liefde tot God en daardoor ook vol van Gods wil. Wat deze wil van God in mij dus wil, gebeurt; want het woord en de wil van God is het eigenlijke echte iets, het zijn en bestaan van alle dingen en wezens, en het is alom de volbrachte daad zelf.
Hoofdstuk 103: De weg naar de levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] In jullie ligt weliswaar ook diezelfde vonk verborgen, maar nog zoals de levende kiem in een zaadkorrel. Zolang de zaadkorrel niet in de aarde komt, blijft hij schijnbaar dood; pas wanneer in de aarde al het buitenste en stoffelijke wegvalt en alleen de zielesubstantie ervan zich met de levende kiemgeest verenigt, begint die geest werkzaam te worden, en doet wonderen die jullie al talloze malen gezien hebben.
Hoofdstuk 103: De weg naar de levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Na een lange tijd van opperste verbazing zei de magiër: 'Wonderlijk machtige jongeman! Als jij geen God bent, dan kan ik me geen God meer voorstellen; want deze beide daden van jou zijn voor een geschapen mens, die uit een vrouw geboren is, onmogelijk. Daarvoor is de almachtige kracht nodig van een ware God! Dit is mijn beker en dat mijn onschatbare, waardevolle diamant, zoals er maar weinige zullen zijn. Hij moet wel door de lucht hierheen gekomen zijn en dus die zeer grote afstand sneller dan een bliksem afgelegd hebben. Maar dan had men toch bij zijn aankomst een suizend geluid moeten horen! Maar niets van dat alles; met ontzaglijke snelheid en zonder enig geluid was de steen er!Ja, hoe moet je je voorstellen dat dat voor een mens mogelijk is? Kort en goed, we hebben in jou de God, die eeuwig voor ons verborgen was, tenslotte toch gevonden! Maar nu is alleen jouw almachtige kracht nog in staat om ons hier bij je weg te krijgen!'
Hoofdstuk 103: De weg naar de levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Daarom heb ik jullie al eerder gezegd, dat een mens God als de eeuwige liefde, wijsheid en waarheid, ook alleen maar door de zuivere liefde tot Hem en door de waarheid daaruit kan vinden, en verder op geen enkele andere manier
Hoofdstuk 103: De weg naar de levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Wie dat bij zichzelf tot stand brengt, heeft God, die anders eeuwig verborgen is, gevonden en zal Hem dan ook nooit in der eeuwigheid meer verliezen. Zo heb ik dat gedaan en ben nu wat ik ben, en de velen die jullie daar voor je zien, zijn dat voor het grootste deel ook of nog meer dan ik. Als jullie dat zullen doen, zullen ook jullie hetzelfde bereiken; maar dan moeten jullie nog wel heel veel wereldse zaken geheel en al uit jezelf verbannen. - Hebben jullie mij goed begrepen?'
Hoofdstuk 103: De weg naar de levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Rafaël zei: 'Noch de een of andere oude vloek en evenmin jullie klimaat, maar enkel jullie zelf! Niet slechts éénmaal, maar heel vaak en vele keren zijn er bij jullie mensen gewekt om jullie er op te wijzen dat je je op de verkeerde weg bevond. Wat hebben jullie echter met die mensen gedaan? Jullie hebben ze als ketters van jullie domme leer verdoemd en als jullie ze te pakken konden krijgen was geen marteldood gruwelijk genoeg om hen als afschrikwekkend voorbeeld uit de wereld te helpen. De reden daarvoor lag in jullie onbegrensde hoogmoed en jullie onverzadigbare heerszucht.
Hoofdstuk 104: De schuld van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] God, de Heer van de oneindigheid, had Zich aan jullie moeten openbaren, zodat jullie dan, als het jullie beliefde, het volk druppel voor druppel de openbaring hadden kunnen bijbrengen, dus in één uur nauwelijks zoveel als jullie in één ogenblik voor een vol millennium ontvangen hadden. Maar God was het daar helemaal niet mee eens en gaf jullie in plaats van het licht uit de hemelen de duisternis van de hel, waarin jullie je voor het allergrootste deel nog bevinden. En de schuld daarvan ligt bij niemand anders dan alleen bij jullie zelf!
Hoofdstuk 104: De schuld van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Want God is in Zijn oerwezen Zelf de hoogste en zuiverste liefde. Hij is in de allerhoogste graad vriendelijk, deemoedig en lankmoedig, en vol geduld, zachtmoedigheid en erbarming. Hij veracht alles wat maar op wereldse praal lijkt. De hoogmoed van de mensen is Hem een gruwel en de heerszucht is overal aanwezig in de hel, waarover jullie het volk ontzettend veel slechte dingen hebben voorgehouden; want ook in de hel wil iedere slechte geest heerser zijn, omdat de duivels in de hel zonder leugen, bedrog, hoogmoed en heerszucht niet kunnen bestaan en geen leven hebben. Vraag jezelf nu eens af of het bij jullie ooit anders was! Omdat het echter zo was, hoe had er bij jullie dan ooit een goddelijke openbaring plaats kunnen vinden?!
Hoofdstuk 104: De schuld van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Jullie meenden weliswaar in de wereldse blindheid van je goede leventje dat een God Zich, als het allerhoogste wezen, alleen maar zou kunnen openbaren aan de ingebeelde allerhoogste heersers van deze wereld; want de waarde van iemand uit het volk achten jullie veellager dan die van een dier. Maar daarmee vergisten jullie je deerlijk; want God is juist de deemoedigheid, de zachtmoedigheid, het geduld, de eeuwige liefde en de erbarming Zelf, en is altijd alleen maar diegenen toegedaan die net zo zijn als Hij Zelf van eeuwigheid was, en Zijn eeuwige, heilige spreuk luidt: 'Laat de kleinen en geringen tot Mij komen; want van hen is het hemelrijk, het rijk van de liefde, de wijsheid, de waarheid en het eeuwige leven!'
Hoofdstuk 104: De schuld van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Lees je geschiedenis en je zult volkomen naar waarheid bevestigd vinden wat ik jullie nu heb gezegd! Maar zeg daarna: 'O grote God, vergeef het onze grenzeloze blindheid, dat wij altijd hels tegen U gezondigd hebben! Wij alleen zijn schuldig aan onze langdurige blindheid! Geef ons nu Uw licht, opdat wij U, o Heiligste, mogen vinden!', dan zal de Heer jullie zonden vergeven en genade voor recht laten gelden! - Hebben jullie mij goed begrepen?'
Hoofdstuk 104: De schuld van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Rafaël zei: 'Dat de mening die je hier naar voren brengt niet zo dwaas klinkt, komt omdat jullie je zoveel nutteloze kunsten en wetenschappen hebben eigen gemaakt; maar op jullie geschiedenisboeken ligt het stof duimendik en omdat jullie dat stofheilig achten, lezen jullie je geschiedenis niet en weten jullie dus ook niet wat er vóór jullie allemaal heeft plaats gevonden.
Hoofdstuk 106: De leiding van het Indische volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Maar ik zegje, dat God, de Waarachtige, Zich in het begin van jullie bestaan meer dan duizend jaar lang steeds aan jullie Oudsten en aartsvaders heeft geopenbaard. Een tijdlang ging het heel goed; maar toen na verloop van tijd de Oudsten en aartsvaders te rijk werden en te veel aanzien kregen, begonnen zij naast de geboden van God ook hun eigen wetten als openbaringen van God in te voeren, en het volk geloofde er in en hield zich eraan.
Hoofdstuk 106: De leiding van het Indische volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] En zie, dat gebeurde reeds heel lang voor jullie tijd en omdat jullie dus God helemaal verlaten hebben, heeft God ook jullie verlaten, - en dat is de reden van jullie langdurige nacht van het gericht en de dood van jullie zielen!
Hoofdstuk 106: De leiding van het Indische volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Voor jezelf heb je nu wel het levenslicht gevonden; maar in jullie land en rijk zal het nog lang niet gaan schijnen. Want als jullie het alleen maar Voor jezelf zult aanwenden, zul je weinig aan dit licht hebben; als jullie het licht echter ook bij het volk willen brengen, zullen jullie in botsing komen met het volk en zijn heersers. Men zal niet naar jullie luisteren, en als je aandringt, zullen jullie vervolgd worden zoals jullie alle zieners en profeten vervolgd hebben.'
Hoofdstuk 106: De leiding van het Indische volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366  ...