Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 353 van 1490

...  341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366  ...
[13] IK zei: 'Zoals nu deze steen enkel door Mijn wil opgelost werd in zijn oerelementen, zo zou Ik dat ook kunnen doen met de tempel, met alle bergen, met de aarde, met zon en maan en met alle sterren, en deze oplossen in hun oorspronkelijke, letterlijke niets, dat wil zeggen in pure gedachten van God, die ook geen realiteit zijn zolang zij niet door de liefde en door de almachtige wil van God hun werkelijke vorm en vastheld krijgen. In God heerst niet het principe van verwoesten en vernietigen, maar in Zijn eeuwige orde heerst het behoud van alle eenmaal geschapen dingen, echter niet in het voortdurende gericht van de materie, maar ongericht, dus vrij in geest en leven. Daarom is en mag ook geen enkele materie in deze gerichte wereld duurzaam zijn. Alles bestaat slechts gedurende een bepaalde tijd, lost daarna geleidelijk aan op en gaat volgens de orde over in het geestelijke, duurzame en onvergankelijke.
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Jullie hebben nu de macht van de goddelijke wil in Mij gezien, en Jeruzalem en de tempel zouden het allang verdiend hebben dat Ik met de tempel zou doen wat Ik nu met de steen heb gedaan. Maar nee, de tempel moet blijven en doorgaan tot het zijn tijd is. Door zijn werken zal hij zichzelf vernietigen, maar niet zoals Ik deze steen vernietigd heb, die daardoor slechts overgegaan is in een vrijer bestaan van de specifica, die daarmee een vrij geestelijk zieleleven hebben gekregen. De tempel echter vernietigt zichzelf als een zelfmoordenaar, wiens ziel daardoor in een nog zwaarder gericht en in een veelvoudige dood overgaat! Daarom laten we hen begaan tot de maat van hun tijd vol is, opdat zij later niet kunnen zeggen:'Jullie hebben ons niet gewaarschuwd en toch vernietigd. -Begrijpen jullie nu dit teken dat Ik voor jullie ogen heb verricht?
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] IK zei: 'Jullie zouden wel graag van Mijn wondertekenen willen genieten?! Maar weet je, Ik ben met zoals de een of andere magiër die zijn bedrieglijke tekenen tot stand brengt om de blinde en domme wereldse mensen zich daarover te laten verbazen en hen te amuseren, maar Ik doe Mijn tekenen alleen volgens de wil van Hem die Mij als een mens van vlees en bloed in deze wereld heeft gezonden en nu ook in Mij woont; en als Ik dus een teken doe, dan moet het dienen voor het diepe innerlijke, geestelijke onderricht van de ziel, en daarnaast moet het de mens allerlei goeds brengen! Maar het teken dat jullie vroegen, weliswaar zonder onzuivere bedoelingen, heeft hier geen echt doel, geen nut en het helpt niet, en daarom is het beter als Ik het niet doe; want jullie kunnen je nu intussen ook wel voorstellen dat bij God alle dingen mogelijk zijn.'
Hoofdstuk 21: Een wijnwonder. Het werk in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Wij zullen bij dit werk werkelijk veel tegenspoed van allerlei aard moeten doorstaan, wij zullen nog uit alle macht door groot en klein vervolgd, veracht en bespot worden; maar omdat wij precies weten wat wij hebben en wat wij geven, zullen wij de blinde kwaadaardigheid van de wereld ook zonder moeite met alle geduld, deemoed en zachtmoedigheid verdragen. Want de Vader wil dat de Zijnen in deze wereld eerst werkelijk tot het uiterste deemoedig worden, voor zij tot die onvergankelijke eer verheven worden die niemand hun in eeuwigheid meer kan ontnemen.
Hoofdstuk 21: Een wijnwonder. Het werk in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Ook dit menselijke lichaam van Mij zal daarvan niet uitgezonderd zijn, zoals Ik dat Mijn leerlingen reeds vooraf heb gezegd en aangetoond. Maar ondanks dat alles zullen wij het grote doel toch beslist bereiken en de overwinning behalen over alle gericht, dood en hel. En als deze overwinning bevochten is, zullen de sinds lang gesloten poorten van de hemel voor eeuwig voor de nieuwe kinderen van God geopend worden en de overwinning zal eeuwig duren.
Hoofdstuk 21: Een wijnwonder. Het werk in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] IK antwoordde: 'Zoals Mozes' zuivere leer mettertijd verontreinigd werd door de hebzucht van de mensen en door hun hang naar het wereldse, zo zal het ook met Mijn zuivere leer gaan. Zij, de wereldse mensen, zullen weer tempels bouwen en deze gebruiken voor het verkrijgen van geld en andere aardse goederen, en daarbij zullen zij het verkrijgen van Mijn rijk helemaal niet belangrijk vinden. Zij zullen trotser dan de grootste vorsten en koningen der aarde rondgaan, gehuld in goud en edelstenen. -Kijk, dat zal het onkruid tussen de tarwe zijn en dat zijn de wilde stammen in Mijn wijngaard! ,
Hoofdstuk 21: Een wijnwonder. Het werk in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zeg: 'Dat begrijpen jullie nu nog niet! Er zijn in de aarde, op de aarde en in de lucht nog niet uitgezuiverde, boosaardige geesten, die er steeds op uit zijn het vlees van de mens te bemachtigen. Zij zijn noodzakelijke uitwassen van het oude gericht van de aarde, die naar gelijkgestemden zoeken onder de kinderen van deze wereld en hun zintuigen heimelijk benaderen. Dat vinden de kinderen van deze wereld prettig en zij volgen de geheime verlokkingen van zulke geesten.
Hoofdstuk 22: De valse leraren van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Zulke kinderen van de wereld pakken dan alles aan wat maar de aandacht trekt in deze wereld. Omdat zij echter de ware geest niet hebben vanwege het feit dat zij kinderen van deze wereld zijn, zetten zij de zaken waarmee zij veel aardse goederen denken te verkrijgen, volgens hun eigen blindheid en wereldwijsheid met grote uiterlijke praal en uiterlijke waardigheid en luister op, en lokken dan vele, ook betere geesten naar zich toe.
Hoofdstuk 22: De valse leraren van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] De dingen waaraan jullie hen heel gemakkelijk zult herkennen zijn: grootsprekerij, grote en grove onrechtmatige aanspraak op goddelijke krachten, die zij nooit gehad hebben en op deze wereld nooit zullen hebben, verder grote pracht en praal, mystieke luister zoals bij de heidenen, en een uitermate grote heerszucht, en eveneens een onverzadigbare zucht naar de schatten en goederen van deze wereld. Aan deze behoorlijk concrete kenmerken zullen zij hopelijk toch niet moeilijk te herkennen zijn."
Hoofdstuk 22: De valse leraren van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Ik zal in de geest bij hen blijven tot aan het einde van deze wereld! Maar voor vandaag zijn er genoeg tekenen en lessen geweest.
Hoofdstuk 22: De valse leraren van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Van nu af aan zal Ik gedurende de hele winter behalve het genezen van zieken geen andere tekenen meer doen en geen onderricht meer geven; want nu hebben jullie aan datgene wat jullie reeds ontvangen hebben voldoende. Als jullie iets niet begrijpen, dan ben Ik bij jullie. Jullie, Mijn leerlingen, moeten echter gedurende deze tijd af en toe deze nieuwe leerlingen onderwijzen!
Hoofdstuk 22: De valse leraren van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Maar breng nu lampen, dan zullen wij bij brood en wijn vrolijk zijn en ook meteen aan deze tafels onze nachtrust genieten!'
Hoofdstuk 22: De valse leraren van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Wij bezochten ook verscheidene buren van Lazarus, die het veel genoegen deed Mij te zien en te spreken; onder deze buren bevond zich echter geen enkele vriend van de tempel.
Hoofdstuk 22: De valse leraren van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Daarop zei IK: 'Velen onder hen zijn door de Farizeeën in deze ellende en armoede gestort; daarom wordt toegelaten dat zij nu bedelen. Straffen, verdriet, ergernis en verkropte woede en toorn hebben er tenslotte zulke gebrekkige mensen van gemaakt. Ik ben nu juist hierheen gekomen om hen lichamelijk te helpen, opdat zij in het vervolg toch hun brood met hun handen kunnen verdienen.'
Hoofdstuk 23: De Heer en de Zijnen in Bethlehem. Genezing en verzorging van veel zieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Toen zagen zij dat hun gebrekkige ledematen weer helemaal recht en gezond waren en een van hen, die zijn rechterhand vanaf de elleboog miste, kreeg ook deze hand terug. Dat was voor de genezen mensen toch wel iets te wonderbaarlijk. Daarom vroeg er een, wie Ik wel.was, dat mijn woord kon wat de kunde van iedere geneesheer te boven ging.
Hoofdstuk 23: De Heer en de Zijnen in Bethlehem. Genezing en verzorging van veel zieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366  ...