Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 353 van 373

...  341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366  ...
[5] Daaruit kan iedereen ook gemakkelijk opmaken dat bij Mij alleen een liefdevol, zuiver hart telt en een oprecht geloof in Mij. Voor wie dat niet genoeg is en wie het woord van een predikant, die op geld uit is, heiliger is dan wat Ikzelf heb gesproken, kan beter bij zijn domheid blijven. Wie meer houdt van de gesel dan van Mijn genade, die laat zich maar geselen. Degene wie een duur en prachtig gebouwd bedehuis heiliger en verhevener is dan een zuiver hart, dat een tempel is van de Heilige Geest, die gaat maar in zijn bedehuis en laat zich maar op elke zon - of feestdag eerst met de monstrans zegenen, dan vanaf de kansel zich minstens zevenmaal in de hel vervloeken en na de vervloeking -respectievelijk de hel in - aan het eind van de mis nog eens met de monstrans zegenen.
Hoofdstuk 65: Allerlei menselijke klachten 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Ten eerste heb Ik op aarde nooit naar eer gezocht, alleen maar naar geloof en liefde. Hieruit volgt echter dat elke andere nutteloze eerbetuiging die van Mij, de enige, eeuwige levende ware God, een afgod maakt, een gruwel is; want Ik wil in geest en waarheid, die in het levende hart van de mensen woont, aanbeden worden, maar niet in een kerk. De ware aanbidding in de geest en in de waarheid bestaat daarin, dat de mensen Mij als hun God en Vader erkennen, Mij boven alles liefhebben en de geboden van de liefde ook tegenover hun broeders onderhouden. Dat is de ware Godsverering; maar een kerkgebouw is een gruwel en kan tot grote verheerlijking van Mijn naam niet bijdragen, omdat het toch zeker niet laat zien wat Ik vermag, maar alleen wat ijdele en hoogmoedige mensen vermogen.
Hoofdstuk 65: Allerlei menselijke klachten 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Met deze lotdagen moet de mens rekening houden, dan zullen veel domme stormen, bliksem, donder, regen en slaghagel, sneeuw en ijs in zijn hart achterwege blijven. En als dergelijke stormen en slecht weer zullen uitblijven, dan zou de geest uitzijn kamertje in de vrije wereld van het hart durven treden en zou de ziel de lotdag van het eeuwige leven verkondigen! Zolang echter in het hart aanhoudend allerlei zware onweders razen, die van de miserabele lotdagen afkomstig zijn, dan blijft de geest in zijn kamertje en de mens blijft wat hij was, alleen maar een verachtelijk dier, dat bezwaarlijk ooit in de hemelse dierenriem wordt opgenomen.
Hoofdstuk 68: Over bijgeloof 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Dus moet de mens acht slaan op de lotdagen, waarvan het weer van het hart afhangt. Maar lichtmis, veertig martelaren, Margareta, Portiunkula en Medardi, die gaat niemand iets aan - want het weer van de wereld maak Ik, zonder lichtmis, Partiunkula en Medardi!
Hoofdstuk 68: Over bijgeloof 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[19] Deze soort voorspelkunst heeft het zeer gevaarlijke, dat mensen die in hun hart nog wat beter zijn, van het vertrouwen op God helemaal worden afgeleid en tenslotte al hun vertrouwen stellen in de almanak, in de weerrnissen, in het weerluiden en dergelijke soort zaken meer. En dat is een werking van de hel, die op deze weg niet alleen de gemoederen van enkele mensen, maar van hele volksstammen schandalig in bezit neemt en niet zelden tot de schandaligste misdragingen tegenover hun arme onschuldige broeders heeft geleid, vooral in vroeger tijden.
Hoofdstuk 68: Over bijgeloof 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Zo'n geluks- of ongeluksteken is bijvoorbeeld de eerste persoon die je tegenkomt, als je het huis uitgaat. Komt men een man tegen, dan is dat een goed teken; komt men echter een onschuldig vrouwelijk individu tegen, dan is dat een ongunstig teken. Het geloof hieraan is bij sommigen zo diep geworteld, dat iemand die het ongeluk heeft 's morgens als eerste een arme vrouw te ontmoeten, haar begint te vervloeken - misschien niet altijd hardop, maar dan toch in zijn hart. Hoe vaak wordt daarbinnen niet gezegd; '0, vervloekt oud mens, loeder, beest!' en dergelijke loffelijke uitingen meer. Vooral jagers, als ze op jacht gaan, houden zo' n ontmoeting voor een slecht voorteken en als dergelijke jagers niet bang waren voor de rechtbank, dan zou zo'n onschuldig vrouwelijk wezen er zeker van kunnen zijn, dat zij het eerst met het kruit van de jager kennis zou maken. Deze dwaasheid, die al vaak de ergste gevolgen had, is ook een heidens overblijfsel en wordt geduld. Maar weinigen, de iets betere zielzorgers, laten als ze goed zijn gestemd, vanaf de kansel een paar woorden vallen over dit soort onzin, maar dat is lang niet voldoende om zo' n oud ingekankerd kwaad tot in de wortel uit te roeien.
Hoofdstuk 69: Over bijgeloof 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] In Hem moet het hart geloven, Hem boven alles liefhebben en de naaste als zichzelf.
Hoofdstuk 70: Het Godsrijk en de wedergeboorte - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Heeft de mens in zijn hart deze heel eenvoudige eis vervuld, dan heeft hij Gods rijk al gevonden. Om het verdere en overige hoeft de mens zich dan niet meer te bekommeren; dat wordt hem erbij gegeven als hij het een of ander nodig heeft.
Hoofdstuk 70: Het Godsrijk en de wedergeboorte - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[17] Als Ik dan de wedergeborene de woorden in het hart en op de tong leg, dan zal hij voorspellen; op alle andere ogenblikken zal hij spreken zoals ieder ander mens. Zo staat het ook met de andere gaven.
Hoofdstuk 70: Het Godsrijk en de wedergeboorte - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[25] Liefde tot Mij, grote goedheid van het hart, liefde tot alle mensen, dat tesamen is het juiste teken van de wedergeboorte. Waar dit ontbreekt en waar de deemoed nog niet tegen elke stoot bestand is, daar helpen noch stralenkrans noch monnikspij, noch visioenen van geesten. Dergelijke mensen zijn vaak verder van Gods rijk verwijderd dan veel anderen die er erg werelds uitzien, want, zoals al werd gezegd, Gods rijk komt niet met uiterlijke praal, maar alleen inwendig, in alle stilte en ongemerkt in het hart van de mens.
Hoofdstuk 70: Het Godsrijk en de wedergeboorte - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Zou iemand echter zeggen, dat hij door Mij gemachtigd is om te richten, die zeg Ik dat hij een eeuwige leugenaar is, want Ik heb mijn wedergeborenen, apostelen en leerlingen slechts een macht van de grootste naastenliefde gegeven, die Ik gelijk heb gesteld met de liefde tot Mij. Deze hoogste graad van naastenliefde is Mijn Geest in het hart van degenen die in Mij geloven, Mij liefhebben en terwille van Mij ook hun broeders. Krachtens deze liefde, die Mijn Geest in de mens is, heeft iedereen het aan zijn plicht verschuldigde recht, zijn vijanden zo vaak hij wil van ganser harte te vergeven; en zo vaak een mens zijn vijanden vergeven heeft door Mijn Geest in hem, zo vaak zal het ook in alle hemelen aan die zondaar vergeven zijn.
Hoofdstuk 71: Echte en valse profeten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[19] Toen Ik zei: 'Ontvang de Heilige Geest' betekende dat en het betekent nog: 'Neem de hoogste kracht van Mijn goddelijke liefde! Wat gij ontbindt op aarde, dat is ontbonden en er is dan verder geen offer en geen hogepriester meer nodig, en wat gij aan uw hart bindt en wat gij in de wereld bindt, dat zal ook in de hemel gebonden zijn!'
Hoofdstuk 71: Echte en valse profeten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[21] Als iemand Mij bijvoorbeeld wat verschuldigd is, zoals de ene mens aan de ander, dan kan de mens de ander van die schuld vrijmaken. Of als er een heiden is, dan kan een christen hem, als hij Christus belijdt, volkomen vrij maken en hem dadelijk in de gemeente opnemen of hem met alle kracht van de goddelijke liefde in het hart binden. Hiertoe heeft iedere rechtgelovige christen die in Mij gelooft, Mij liefheeft en in Mijn naam gedoopt is, het volste recht, zonder zich daarbij tot de hogepriester te wenden, die vroeger alleen het recht had vreemde heidenen in het jodendom op te nemen door de besnijdenis.
Hoofdstuk 71: Echte en valse profeten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[23] Maar wie kan zich daar nu een nog moeilijker rechterlijk ambt indenken dan het voormalige joodse? Waar dat bestaat, bestaat het tegen al Mijn verordeningen in en degene die daaraan deelneemt richt zichzelf, als hij denkt daardoor van zijn zonden verlost te worden, als hij zich vrijwillig heeft laten oordelen. Zo’ n gerechtsinrichting wordt voor hen tot een ware spaarbank van zonden, want hoe kan een derde iemand een schuld kwijtschelden, die een tweede aan de eerste schuldig is? De eerste kan de tweede wel zijn schuld kwijtschelden, maar de derde kan dat in der eeuwigheid niet. Een derde kan echter wel, als de eerste en de tweede of de schuldeiser en de schuldenaar domme mensen zijn, als vriend en bemiddelaar optreden en kan hen met goede raad en daad bijstaan om alles te vereffenen; maar van het vergeven van zonde kan nooit sprake zijn - behalve als de schuldeiser hem uit de grond van zijn hart daartoe volmacht geeft.
Hoofdstuk 71: Echte en valse profeten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] en opdat u ernstig in uw hart vermaand zult worden en dan uw liefde zult versterken, in welke alle rijkdom van het zeker weten is om het grote geheim van God de Vader in Zijn Zoon Jezus Christus te verstaan,
Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 1 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
...  341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366  ...