15542 resultaten - Pagina 353 van 1037
... 341 - 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 ...
[13] De koningen evenwel, die niet voor hem buigen en die hij vervloekt, zijn degenen die nog min of meer de waarheid van de oude leer bezitten. Zijn pijlen en bliksems bereiken hen wel, maar die kunnen hun toch geen schade van enig belang toebrengen. -Maar kijk nu weer verder naar het beeld; want Ik kan jullie daarin alleen de hoofdmomenten laten zien!'Hoofdstuk 47: De toekomst van Rome en van de antichrist - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] (De Heer:) 'Kijk: vele koningen, die tevoren nog heel diep hadden gebogen voor degene die op de troon zit, verzamelen hun legers en trekken tegen hem op! Kijk, dat geeft een verbitterde strijd, en zijn verheven troon zakt al een heel stuk naar beneden tot helemaal in de stad, en jullie zien nog maar enkele koningen, die zogezegd alleen voor de vorm voor hem buigen, terwijl nu door de vele andere koningen, die hem afvallig geworden zijn, heel veel pijlen en bliksems naar hem teruggezonden worden. Maar nu is er van hem bijna niets meer te zien, en dat zal gebeuren over 1000 tot 1500,1600, 1700 jaar.
Hoofdstuk 47: De toekomst van Rome en van de antichrist - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Maar kijk nu nog eens! Kijk, hij doet pogingen om zich nogmaals te verheffen, omgeven door zwarte benden, en enkele koningen reiken hem de hand om hem te helpen; maar kijk, degenen die dat doen worden dadelijk machteloos, en hun volkeren rukken hun de kronen van hun hoofden en geven die aan de sterke koningen! En kijk! Nu zakt zijn troon naar beneden, en de sterke koningen haasten zich erheen en hakken die in meerdere stukken, en zo gaat nu al zijn macht, hoogheid en grootheid ten onder! Weliswaar slingert hij nog pijlen en zwakke bliksems om zich heen, maar die beschadigen niemand meer; want de meeste keren naar hemzelf terug en verwonden hem en zijn zwakke en duistere horden.'
Hoofdstuk 47: De toekomst van Rome en van de antichrist - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Maar kijk nu nog eens, dan zien jullie hoe zich uit de lichte wolkjes een nieuwe aarde ontwikkelt! Wat stellen die lichte wolkjes dan wel voor? Dat zijn met elkaar verenigde mensen die helemaal verlicht zijn door de goddelijke waarheid. En kijk, nu gaan deze verenigingen steeds dichter en dichter naar elkaar toe en vormen zo één grote vereniging; dat is dan de nieuwe aarde, waarboven zich vollicht en helderheid een nieuwe hemel uitspreidt!
Hoofdstuk 48: Over het duizendjarige rijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar kijk nu intussen ook naar de oude aarde! Zie hoe er uit de nieuwe aarde in steeds dichtere stromen lichten naar beneden zweven naar de oude aarde, en deze zo doen ontbranden, dat die in vuur en vlam lijkt te staan! Daar zien jullie heel veel doden als het ware uit hun graven komen en naar het licht toegaan; zie hoe ze ook weldra bekleed worden met het kleed van de waarheid en vervolgens omhoog zweven naar het rijk van de nieuwe aarde.
Hoofdstuk 48: Over het duizendjarige rijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Kijk nu liever naar de heerlijke natuur aan het begin van de dag, en zie hoe het steeds krachtiger wordende licht van de zon alle nevels en somberheid van de aarde verjaagt, en leer daarvan dat dat in de toekomst ook jullie werk zal zijn, en daar zullen jullie beter aan doen dan al te naarstig te informeren naar dingen waarmee jullie nu nog lang niets van doen hebben!
Hoofdstuk 49: De missie van Gods kinderen aan gene zijde De bestaansduur van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Kijk eens naar die veldbloemen en lelies! In al zijn luister was Salomo niet zo prachtig gekleed als zij. En wie zorgt er voor hun kleed? Daarom zijn al dergelijke zorgen van jullie vruchteloos, en nog vruchtelozer de zorgen om het toekomstige volledige einde der tijden van deze aarde! Hebben jullie Mij nu allemaal goed begrepen?'
Hoofdstuk 49: De missie van Gods kinderen aan gene zijde De bestaansduur van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Ik zei echter tegen hem: 'Ga maar naar degenen aan wie het duidelijk geworden is! Wat de Romeinen als heidenen bevatten, zou nu voor jou, als jood en als oude leerling, beslist ook begrijpelijk moeten zijn!'
Hoofdstuk 49: De missie van Gods kinderen aan gene zijde De bestaansduur van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Terwijl wij ons daar op die heuvel nog een tijd lang vermaakten, zagen wij allemaal Maria van Magdala naar de herberg van Lazarus komen, en ze begon ook onmiddellijk bij zijn dienaren naar Mij te informeren. Deze zeiden haar evenwel dat ze moest wachten tot Ik zou terugkeren; toen ze ons echter al gauw duidelijk opmerkte op de heuvel, liet zij zich niet tegenhouden en liep haastig naar ons toe.
Hoofdstuk 50: De dankbaarheid van de Romeinen tegenover Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Toen ze dichtbij de plaats was gekomen waar wij waren, ging Agricola haar tegemoet, groette haar vriendelijk en nam haar vervolgens mee naar ons, waar ze ook door de andere Romeinen zeer vriendelijk begroet werd.
Hoofdstuk 50: De dankbaarheid van de Romeinen tegenover Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Maar ten eerste wist ik niet dat de Heer zich hier ophield met zijn trouwe leerlingen; ik wist echter wel dat deze herberg een van de beste van heel Jeruzalem is. En omdat deze gewoonlijk door vreemdelingen wordt bezocht heb ik u hierheen gebracht, toen u mij in een straat van de stad aanhield en naar een goede herberg vroeg; daarom dien ik menselijkerwijze alleen aanspraak te maken op uw dank, die mij als gids naar een goede herberg toekomt. Maar voor het feit dat u hier de hoogste genade van de, Heer hebt ontvangen komt mij werkelijk geen enkele dank toe, aangezien het onmogelijk mijn bedoeling kon zijn om u die hier te bezorgen; ik kon er immers zelf geen vermoeden van hebben, dat u hier een dergelijke genade zou ontvangen. Geef daarom alle dank en alle eer alleen aan de Heer, en denk dus niet aan mij, wat ik u zelfs dringend verzoek!'
Hoofdstuk 50: De dankbaarheid van de Romeinen tegenover Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nu kwam Maria van Magdala naar Mij toe en zei: 'O Heer en Meester, kan ook ik nog zalig worden en ooit het eeuwige leven ontvangen? Want ik ben een grote zondares, en in Uw zeer heilige nabijheid komt het mij steeds meer voor dat ik ook voor Uw allerminste genade te onwaardig ben!'
Hoofdstuk 52: Maria van Magdala en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Hierop viel Maria van Magdala aan Mijn voeten, dankte Mij diep ontroerd en maakte Mijn voeten nat met haar tranen en droogde ze met haar haren. Mijn oude leerlingen vonden dit tafereel echter iets te lang duren en naar hun mening ook enigszins ongepast en ze mopperden heimelijk onder elkaar.
Hoofdstuk 52: Maria van Magdala en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] De zon is nu echter al tamelijk hoog boven de horizon gestegen, en het ochtendmaal staat gereed; wij zullen het tot ons nemen en ons daarna van hier naar Bethanië begeven!'
Hoofdstuk 52: Maria van Magdala en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Nikodemus, Jozef van Arimatea en de oude rabbi bevalen zich in Mijn genade en liefde aan, bedankten voor alles en gingen samen met de magiërs de stad in, waar ze het een en ander te doen hadden. De magiërs begaven zich echter naar hun metgezellen, die reeds met groot verlangen op hen wachtten. De beide Romeinen, die in Emmaüs woonden, trokken met de zeven Egyptenaren naar Emmaüs, van waaruit vervolgens de laatstgenoemden na enkele dagen weer naar hun land trokken. Alle andere aanwezigen trokken nu met ons mee naar Bethanië.
Hoofdstuk 52: Maria van Magdala en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)