Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 354 van 1088

...  342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367  ...
[1] Toen kwam de Romein Agricola naar Mij toe en zei: 'Heer en Meester, omdat iedereen hier nu weggaat, beginnen ook wij Romeinen er aan te denken hoe en wanneer wij de terugreis zullen aanvaarden! Omdat ik echter vooral in Uw tegenwoordigheid niets zonder Uw raad wil ondernemen en uitvoeren, vraag ik U ook in dit opzicht om Uw goddelijk wijze raad.'
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Je zult pas in de loop van de tijd die vastheid van geloof en vertrouwen krijgen die maakt datje wil zijn volle kracht krijgt; dan zul je de elementen in Mijn naam met goed gevolg kunnen gebieden. Je zult echter zelfs op de door Mij aangeraden terugreis ook nog wel enig gevaar lopen; maar dat zal je niet deren, omdat Ik je overal zal beschermen. Binnen een jaar echter, wanneer je naar Spanje, Gallië en Brittannië zult reizen, zul je al zo'n mate van geloof en wilskracht bezitten, dat geen vijand daar tegenop zal kunnen; maar nu bezit je die nog niet.'
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik zei: 'Voor jou, vriend, dringt de tijd nog niet, omdat je van de keizer immers de instructie hebt, dat je zonodig meer dan een halfjaar uit Rome kunt wegblijven! Er is nu echter hier in het joodse land, en ook in het hele aan jullie Romeinen toebehorende Azië, niets gaande wat van enig bijzonder belang is voor de regering, en omdat jij dus je terugreis kunt aanvaarden wanneer je maar wilt, denk Ik dat je, wanneer je dat bijvoorbeeld pas overmorgen doet, niets zult verliezen door nog langer bij Mij te blijven. Pas over een jaar zal je door de keizer een missie naar Brittannië worden opgedragen, bij welke gelegenheid je oudste zoon, die jouw naam draagt, je zal begeleiden en daar, voor langere tijd, een hoog ambt zal gaan bekleden. Ook al zou je nu een hele maand later naar Rome teruggaan, maakt dat niets uit; want je zult nog altijd vroeg genoeg thuis komen.
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik wil je echter ook nog raad geven over de manier waarop je met je grote schepen het veiligst naar huis kunt komen. Zie, al gauw zullen nu de dag en nachteveningsstormen beginnen op te treden die, omdat ze uit het westen komen, het de schepen die van het oosten naar het westen varen, erg moeilijk zullen maken! Daarom zul je in deze tijd over de grote Middellandse zee niet gemakkelijk vooruitkomen. Ga daarom via KleinAzië over land naar huis terug en laatje schepen doorvaren tot aan de eerste zeeëngte. Tot daar zal Cyrenius wel zorgen voor een goede en veilige gelegenheid voor de reis. De zeeëngte kun je gemakkelijk en zonder enig gevaar per schip oversteken en van daar verder langs de oever van Griekenland Dalmatië bereiken. Van daaruit kun je het smalste deel van de Adriatische zee gemakkelijk per schip oversteken. Verder ken je zonder meer de veilige weg naar Rome. De schepen zul je pas een paar maanden later naar een haven ten zuiden van Rome kunnen laten brengen, wat echter ook nog vroeg genoeg zal zijn. Ik heb je dit nu alleen maar meegedeeld, opdat je ook in aards opzicht geen schade zult lijden.'
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Agricola zei: 'Heer, ik dank U v.oor deze goede raad voor mijn natuurlijk welzijn, die Ik. ook heel precies zal opvolgen! Maar ik kan bij deze gelegenheid toch met nalaten de opmerking te maken dat ik, ook ondanks de tegenwind, met het rotsvaste vertrouwen en geloof in Uw almachtige hulp wel over de Middellandse Zee de havens van Rome zou kunnen bereiken; want U, o Heer, zijn immers alle dingen mogelijk, daar ben ik volkomen van overtuigd! Waarom zou U dat niet mogelijk of althans niet naar de zin zijn? Ik zal echter toch Uw eerste raad nauwkeurig opvolgen en deze vraag heb ik alleen maar uit pure weetgierigheid gesteld.'
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Maar Heer, ik zie daar op de weg die naar de morgen leidt een hele karavaan hierheen trekken! Omdat die waarschijnlijk hier zal overnachten, zal er voor ons in de herberg niet veel ruimte overblijven. Zijn het joden, Grieken of mogelijk zelfs Perzen?'
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Toen zei Agricola weer: 'Heer en Meester, de zeventig arbeiders die U daarnet als leerlingen in de wereld zond, zijn stellig ook niet veel vaster in hun geloof en vertrouwen geweest dan ik en mijn metgezellen, en U heeft hun toch gaven gegeven die echt niets te wensen overlaten! De gaven die zij gekregen hebben zijn voor hun ambt weliswaar noodzakelijker dan voor ons; maar het noodzakelijke daarvan kan toch niet alleen de voorwaarde zijn om zulke wonderbaarlijke gaven te ontvangen! Ik dacht eigenlijk, volgens wat U gezegd heeft, datje daartoe in staat moet zijn door je geloof en vertrouwen. Of de zeventig mannen echter al volledig zover waren, is nu natuurlijk een heel andere vraag, die alleen door U geheel naar waarheid en deugdelijk beantwoord kan worden!'
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Ik zei: 'Dat handelsvolk interesseert Mij weinig; maar als jij beslist wilt weten wat voor karavaan dit is en waar die vandaan komt, kan Ik je dat wel zeggen. Het is een karavaan die uit Damascus komt en overmorgen van hier verder naar Sidon zal gaan; zij voeren allerlei metalen gereedschappen aan voor de markt. Deze mensen zijn joden en Grieken. Als je vandaag nog iets van hen wilt kopen, dan kun je dat doen; want morgen mogen zij geen markt houden.'
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Hierna liep Ik een stukje verder naar de vijgeboom, plukte een aantal vijgen en at die op. Vervolgens bezocht Ik. de jeugd, die juist rustig bezig was met het eten. van brood en heerlijk fruit. Toen zij Mij zagen, stonden allen op en betuigden Mij op hartelijke wijze hun dank voor alle goede gaven die zij ontvangen hadden.
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik prees hen en raadde hun aan dat geloof getrouw in hun hart te bewaren, en zich in de grote wereldstad Rome, waar zij zich weldra zouden bevinden, vooral niet door de grote wereldse pracht, de hoogmoed, de afgoden en de verleidingen te laten bekoren, maar in alles nauwgezet de lessen en waarschuwingen van de Romein op te volgen die hen allen, als een ware vader zijn kinderen, reeds binnen een paar dagen mee naar Rome zou nemen. Als zij zich in alles kuis en behoorlijk zouden gedragen, zou Ik Zelf buitengewoon veel genoegen aan hen beleven en hun allerlei gaven geven.
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] 'Tot nu toe waren jullie', zei Ik verder tegen de jongeren, 'zo rein als Mijn engelen in de hemel, en dat was ook de reden waarom Ik jullie Zelf uit de harde banden van de slavernij heb bevrijd. Blijf echter ook in het vervolg zo rein, dan zullen Mijn engelen jullie begeleiden en tegen alle tegenspoed beschermen, en zij zullen jullie voorgaan en leiden op de levenswegen die naar Mijn hemel leiden! - M'n lieve kinderen, hebben jullie dit goed begrepen?'
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ik zei: 'Kijk, kinderen, als jullie slapen, is jullie lichamelijke oog gesloten, en toch zie je in je heldere dromen allerlei wonderlijke streken, mensen, dieren en bomen, bloemen, struiken en sterren en nog allerlei andere dingen helderder en zuiverder dan je de dingen van deze wereld met je lichamelijke ogen ziet! Kijk, alles wat je in je dromen ziet, is geestelijk, en zie je met je innerlijke geestesoog. Als je echter wakke rbent, is en blijft je innerlijke geestesoog gesloten, en geen gewoon mens kan het, zoals het lichamelijke oog, naar believen openen, -wat Ik om een heel wijze reden zo heb ingesteld!
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Nu kunnen jullie al gauw vertrekken en je door Mijn engel naar het dorp laten brengen en wel naar de herberg! Daar kunnen jullie dan onderling bespreken wat je nu allemaal gehoord en gezien hebt, en Mijn engel zal jullie veel uitleggen van hetgeen je met je verstand nog niet hebt kunnen begrijpen!'
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[21] Daarop dankten allen Mij weer, en Ik ging terug naar het vroegere gezelschap dat zich voor de heuvel bevond.
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[22] Toen Ik daar aankwam, vroeg Lazarus Mij wat de jongeren aan de andere kant van de heuvel nog deden, en of ze misschien meteen van daaruit naar de Olijfberg gebracht konden worden.
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367  ...