Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 354 van 1490

...  342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367  ...
[17] Maar DE GENEZEN MENSEN kwamen snel overeind en zelden dreigend: 'Tien jaar lang bivakkeerden wij, ellendigen, voor de poorten en nog nooit heeft een van jullie ons gevraagd wat ons mankeerde, en nog minder heeft een van jullie ons ooit een aalmoes gegeven, - en willen jullie nu deze echte wondergenezer terechtwijzen omdat hij ons weer onze gezonde en ten dele zelfs ontbrekende ledematen teruggaf?! .
Hoofdstuk 23: De Heer en de Zijnen in Bethlehem. Genezing en verzorging van veel zieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Daar was de waard erg blij om en hij haalde bekers.. en bracht ons meteen de allerbeste wijn uit zijn kelder, die hij gewoonlijk alleen maar de hoogste Romeinen voorzette als zij door deze streek reisden - wat langs deze belangrijke heerbaan bepaald niet zelden voorkwam.
Hoofdstuk 24: De genezingen van de Heer in een plaatsje bij Bethlehem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] Allen waren blij dat hij weg was, en wij brachten bij de waard, die ons goed verzorgde, nog acht volle dagen door, en Ik genas in deze plaats nog een aantal zieken.
Hoofdstuk 24: De genezingen van de Heer in een plaatsje bij Bethlehem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Wel had Martha ons verteld dat er intussen al verscheidene tempeldienaren bij haar waren geweest, die heel belangstellend gevraagd hadden waar Lazarus toch heen gereisd was en vanwaar nu opeens dat grote aantal goede arbeiders was gekomen. Daarop had zij hun geantwoord, dat Lazarus, haar broer, voor belangrijke zaken misschien wel helemaal naar Egypte was gereisd en al gauw na zijn vertrek deze arbeiders, die hoognodig waren, ergens in dienst had genomen en naar Bethanië had gezonden.
Hoofdstuk 25: De reis van de Heer naar Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] EEN FARIZEEËR had haar echter gevraagd: 'Kun je niet twintig van deze arbeiders aan ons afstaan?'
Hoofdstuk 25: De reis van de Heer naar Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Op de afgesproken tijd op een maandag verlieten wij onder zegenwensen Bethanië en onze waard en gingen opgewekt op weg naar de zee van Galilea. Daar vonden wij een goed schip dat.wij huurden om ons naar Kis te laten brengen. Daar het echter al avond was, durfden de schippers het niet aan om 's nachts over de zee te varen; zij beweerden dat in deze tijd de zee tegen middernacht erg wild werd.
Hoofdstuk 25: De reis van de Heer naar Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] Bijgelicht door fakkels kwam hij dadelijk naar de oever, en toen hij Mij in het oog kreeg, riep hij van vreugde luid uit (KISJONAH): 'O Heer, hoe kunt U mij, zondig mens, waardig achten om mij nog zo laat in de nacht op te zoeken?! O, wees toch met allen die bij U zijn, van harte welkom! Komt allen binnen in mijn grote huis, ook jullie, schippers; want vandaag zullen jullie niet verder varen! Ik sta met alles en het beste voor jullie klaar! O, deze ontzaglijke vreugde die mij nu zo onverwacht ten deel valt, is in één woord onbeschrijfelijk! O, kom, kom, kom!'
Hoofdstuk 25: De reis van de Heer naar Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[22] Wij gingen snel van boord en meteen het huis van Kisjonah binnen, in wiens grote kamer het behaaglijk warm was omdat deze door vier grote open stookplaatsen, waar een levendig vuur opvlamde, uitstekend verwarmd werd. Iedereen in huis werd meteen volop aan het werk gezet, en nog voor er een half uur verstreken was, stond er al een grote hoeveelheid heerlijk klaargemaakte edelvissen op tafel en een overvloed aan brood en uitgelezen wijn, wat ons allen heel goed van pas kwam, want wij hadden nadat wij Lazarus' huis vroeg in de morgen verlieten niets gegeten en gedronken.
Hoofdstuk 25: De reis van de Heer naar Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[25] Ook deze nacht gingen we eigenlijk niet naar bed, maar bleven op de zachte banken zitten en rustten in het warme vertrek volkomen uit, te meer daar wij nog tot diep in de ochtend rust hielden. Daarom gebruikten wij ook geen ochtendmaal; het middagmaal was daarentegen des te royaler. Ook onze bekende Philopold uit Kana, bij de grens van Samaria, was hierbij uitgenodigd en nog enige andere vrienden van Mij en Kisjonah.
Hoofdstuk 25: De reis van de Heer naar Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Voor deze bewering komt U nu zelfs van pas; want dat de Godheid U volledig vervult kan niemand ontkennen die U heeft horen spreken en Uw daden heeft gezien. Welke godgeleerde kan nu echter van U beweren dat U niet bij ons in tijd en ruimte bent?!
Hoofdstuk 26: De filosofische vragen van Philopold - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Kijk, bij alles in deze wereld en zelfs ook in de geestenwereld behoort een zekere rijpheid, en bij het rijpen hoort een zekere tijd!
Hoofdstuk 27: Het rijpingsproces bij de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Kijk, zo gaat het ook bij de mens! Zolang de innerlijke levenswarmte van zijn liefde haar hoogtepunt niet heeft bereikt en het licht van deze warmte hem niet helemaal doordringt, zal hij ondanks de beste uitleg van buitenaf de innerlijke, geestelijke waarheden moeilijk of uiteindelijk helemaal niet begrijpen; als hij echter als een rijpe druif helemaal door de toenemende innerlijke levenswarmte en haar licht doordrongen wordt, is hij rijp en bezit hij reeds zelf de beste uitleg van al zijn eerdere twijfels.
Hoofdstuk 27: Het rijpingsproces bij de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Kijk, als een pijl op topsnelheid deze aarde zou verlaten, dan zou jij, hoewel je erg goed kunt rekenen, geen getal kunnen vinden dat groot genoeg is om het aantal aardse jaren aan te geven dat de pijl nodig zou hebben om die zonnewereld te bereiken, -en toch kostte jouw overtocht geen tijd! Dus heb je toen met de aardse ruimte niets te maken gehad en je was dus voor wat betreft je levende ziel beslist buiten tijd en ruimte!
Hoofdstuk 28: Tijd en ruimte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[23] Zelf voelde Ik na die lange reis behoefte aan natuurlijke, lichamelijke versterking, en de leerlingen nog veel meer, en deze viel ons hier rijkelijk ten deel. Wij aten en dronken heel welgemoed, en bijna de hele nacht door werd er veel verteld over onze reizen en belevenissen, hetgeen Kisjonah en zijn familie in hoge mate interesseerde; hij kwam woorden te kort om zijn lof en verwondering daarover uit te spreken. Alleen betreurde hij het dat Maria, die vrijwel de hele zomer bij hem had doorgebracht, nu voor een paar dagen naar Nazareth was vertrokken, hoewel zij al gauw weer terug zou komen. Zij had echter veel over Mijn reizen en daden gehoord en kon maar niet begrijpen dat God haar zo'n genade waardig vond. Zij kende alle wonderbaarlijke gebeurtenissen wel, maar dat daar zoiets op zou volgen, daar had zij zich vroeger niet zo'n duidelijke voorstelling van kunnen maken.
Hoofdstuk 25: De reis van de Heer naar Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[26] Wel, ook dat is allemaal bijzaak; maar daarop volgde naar aanleiding van een vraag van Philopold een zeer belangrijke, heldere uiteenzetting van Mij over Gods geestelijke oerwezen in tegenstelling tot dat van alle schepselen, over tijd en ruimte, over oneindigheid en eeuwigheid, over Gods aanwezigheid en bestaan, en over de aanwezigheid en het bestaan van alle schepselen in tijd en ruimte. Die uiteenzetting duurde tot laat in de nacht en verenigde als zodanig het middag en avondmaal, dus kan deze uiteenzetting hier goed aan toegevoegd worden, want deze geeft en moet aan iedere denker volkomen opheldering geven over het materiële en geestelijke bestaan van de mens en over het zuiver geestelijke oerbestaan van God.
Hoofdstuk 25: De reis van de Heer naar Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367  ...