15542 resultaten - Pagina 354 van 1037
... 342 - 343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 ...
[14] Maria van Magdala vroeg Mij ook om ons naar Bethanië te mogen volgen, en ze vroeg Mij hoe lang Ik in Bethanië zou blijven.Hoofdstuk 52: Maria van Magdala en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Ik zei: 'Ik zal daar drie dagen uitrusten; want Ik heb nu veel gewerkt, en na veel werk mag men zich wat rust gunnen. Wanneer jij thuis alles geregeld zult hebben, kom dan naar ons toe in Bethanië!'
Hoofdstuk 52: Maria van Magdala en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Daarop begaf ook Maria zich direct naar huis om daar snel alles in orde te brengen, en wel voor een paar dagen, omdat ze zich voornam die tijd bij Mij door te brengen.
Hoofdstuk 52: Maria van Magdala en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei tegen hem: 'Wat voor jullie geschapen werd behoort jullie ook toe en jullie kunnen het dus ook zonder betaling van een geldbedrag meenemen. Bovendien zul je toch al genoeg armen van hier met je meenemen naar Rome en ze daar goed verzorgen, en dan zijn die bekers in materieelopzicht slechts een heel kleine beloning voor wat jij ter wille van Mij doet. Neem daarom alles wat zich aan aardse kostbaarheden op jullie tafel bevindt! Maar beschouw het niet als een werkelijk loon voor alles wat je uit liefde voor Mij voor de vele armen en verdrukten doet; want jouw loon daarvoor zal er reeds op aarde, en bovenal aan gene zijde in Mijn rijk, heel anders uitzien.
Hoofdstuk 53: De reis naar Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Zorg als je thuis bent echter serieus en goed voor degenen die Ik aan jouw zorg heb toevertrouwd! Over een jaar zul je voor regeringsaangelegenheden een reis naar het uiterste westen van Europa moeten maken, samen met een zoon van jou, en je zult daar lang zijn en veel te doen hebben. Regel in de tussentijdje huishouden echter goed, opdat al degenen die Ik jou heb toevertrouwd niets te kort zullen komen, niet in lichamelijk opzicht en nog minder wat hun ziel betreft!'
Hoofdstuk 53: De reis naar Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] We waren nu reisvaardig en gingen de weg op die naar Bethanië leidde.
Hoofdstuk 53: De reis naar Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Toen we langs de muur van de stad trokken, zei de herbergier uit het dal, die ook met ons mee naar huis ging, evenals de waard van de herberg aan de grote heerweg niet ver van Bethlehem: 'Heer, kijk eens naar deze verschrikkelijk sterke muren van de stad! Hoe kunnen die met menselijke kracht verwoest worden?'
Hoofdstuk 53: De reis naar Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] De tollenaar herkende Mij al gauw, kwam naar Mij toe en zei: 'O Heer en Meester, sinds ik Uw woorden en lessen op de olijfberg in mij heb laten doordringen ben ik werkelijk een ander mens geworden, en ik dank U nu nog eens uit de grond van mijn hart voor de meer dan grote genade, die U mij en mijn huis bewezen hebt! Ik heb alles wat ik van U gehoord heb getrouw aan al mijn verwanten meegedeeld, en zij geloven nu in U; laat daarom ook Uw zegen over mijn hele huis neerdalen!
Hoofdstuk 54: De hebzuchtige tollenaar en de Heer Over het geloof met de praktische werken der liefde Over schadevergoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Halverwege de weg naar Bethanië zat een blinde langs de weg te bedelen. Hij had een gids bij zich, die de blinde vertelde dat Ik voorbij kwam.
Hoofdstuk 54: De hebzuchtige tollenaar en de Heer Over het geloof met de praktische werken der liefde Over schadevergoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Toen werden de leerlingen stil, en Ik liep naar de blinde toe en zei: 'Hier sta Ik voor je. Wat wil je dat Ik voor je doe?'
Hoofdstuk 54: De hebzuchtige tollenaar en de Heer Over het geloof met de praktische werken der liefde Over schadevergoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] Nu kwamen direct de beide herbergiers naar voren en zeiden: 'Ga dan met ons mee, dan zullen jullie direct een betrekking en werk hebben; want wij zijn bezitters van veel akkers, tuinen, weiden en wijngaarden!'
Hoofdstuk 54: De hebzuchtige tollenaar en de Heer Over het geloof met de praktische werken der liefde Over schadevergoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Omdat je dat gedaan hebt, zal het heil ook niet ver van jou en je huis blijven! Maar toch eis jij zelfs ook tol van de inwoners, wanneer er te weinig vreemdelingen naar Jeruzalem komen; en wanneer er vreemdelingen komen, dan eis je naar willekeur veel meer dan volgens de wet vastgesteld is. Maar dat heb Ik werkelijk niet onderwezen, en een dergelijke handelwijze heeft in de verste verte niet te maken met naastenliefde, die Ik iedereen vooral op het hart gedrukt heb. Als je echter de daadwerkelijke naastenliefde niet bezit, dan ben je ver verwijderd van Mijn rijk; want het pure geloof zonder de werken der liefde is dood, en degene die zo'n geloof heeft dus ook. Verander daarom je handelwijze, anders zal er weinig heil voortkomen uitjouw geloof in Mij!
Hoofdstuk 54: De hebzuchtige tollenaar en de Heer Over het geloof met de praktische werken der liefde Over schadevergoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[22] Toen die twee dat hoorden werden ze erg blij, stonden op van hun oude bedelplaatsen en trokken heel welgemoed met ons verder naar Bethanië, waar ze een hele dag goed verzorgd werden.
Hoofdstuk 54: De hebzuchtige tollenaar en de Heer Over het geloof met de praktische werken der liefde Over schadevergoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Na deze kleine versterking van het lichaam begaven we ons opnieuw naar buiten en liepen door het grootste deel van de bezittingen van Lazarus, en de Romeinen verbaasden zich zeer over de grote rijkdom van Lazarus.
Hoofdstuk 55: Op het landgoed van Lazarus (17.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Agricola zei: 'Wat jij nu naar volle waarheid over jouw bezittingen denkt en zegt, dat zal ook ik van de mijne denken en zeggen, en waar mogelijk ook handelen zoals jij. U, o Heer, vragen wij echter nu reeds of U later niet een al te strenge afrekening met ons wilt houden over ons omgaan met de aardse goederen, die U ons slechts in beheer hebt gegeven! Want aan de wil om het juiste te doen zal het ons niet ontbreken; maar of de uiterlijke, duistere wereldse omstandigheden ons zo nu en dan niet menige onverwachte en onvoorziene streep door onze goede rekening zullen halen, dat ligt buiten onze macht, en U, o Heer, zult ten aanzien van dergelijke gevallen genadig en barmhartig voor ons zijn.'
Hoofdstuk 55: Op het landgoed van Lazarus (17.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)