Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 355 van 1088

...  343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368  ...
[1] Ik had dat nog maar net gezegd, of daar kwam Helias, die ook nog bij ons was, snel naar Mij toe en zei vol angst en vrees: ' Maar Heer, Heer, om 's hemels wil, wat is dat nu? Ik keek naar de uit de richting van de morgen komende karavaan, hoe die zich met haar kamelen en lastpaarden in onze richting beweegt, - maar nu komt er een andere, heel vreselijk uitziende karavaan achteraan! In plaats van kamelen en lastpaarden zie je verschrikkelijk uitziende vurige draken, en in plaats van mensen zie je echte duivelsgestalten die met gloeiende slangen omwonden en op hun borst met een doodskop getooid zijn! O Heer, Heer, wat heeft dat nu opeens te betekenen?'
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Na dit door Helias in één adem vertelde verhaal gingen allen naar de aan de morgenzijde liggende rand van de heuvel en zagen de niet bepaald prettig uitziende verschijning, en stelden de wat angstige vraag, wat dat nu toch weer te betekenen had.
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Toen zei Nikodemus: 'Heer, ik heb al een aantal knechten naar de herberg gezonden met de strenge opdracht om ervoor te zorgen dat deze karavaan voor geen geld in mijn herberg onderdak vindt of krijgt! Dat zou me wat moois zijn zulke wezens onderdak te geven! Ik zal als burgemeester dadelijk alle maatregelen treffen, zodat zij ver voorbij onze woonplaats onderdak zullen moeten zoeken. Zulke wezens zouden ons overigens zeer vriendelijke plaatsje immers dermate verpesten, dat daarna niemand er meer zou kunnen leven! Ja, daar moeten meteen heel scherpe tegenmaatregelen getroffen en in het werk gesteld worden om zo'n onheil van onze plaats af te wenden! - Heer, is dat niet juist?'
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Ik zei: 'Kijk, daar wat achteraan staan de zeven mensen nog, die Ik in de oude hut van de rijke Barabe van de hongerdood heb gered! Zij stuurden hun naakte kinderen naar de burgers van deze plaats, opdat er toch maar iemand zich over hen zou ontfermen; maar daar vonden de kinderen alleen maar stenen harten. Als dat nu zo is, hoe kan het je dan verbazen dat Ik de burgers van dit dorp geen beter getuigenis kan geven! Als Ik je eens met je innerlijke oog de vooraanstaande mensen van Jeruzalem zou laten zien, - wat zou je dan wel zeggen?
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] De zeven mannen uit Opper Egypte vertegenwoordigden de onderste graad van de zuivere wijsheidshemel, en alleen daarin mochten de helse geesten uit Jeruzalem het eerst komen. Toen begon hun een licht op te gaan, en zij werden gewaar dat zij volledig in het kwaad van de.hel waren. Toen zij zich daarvan steeds meer bewust werden, daalde het licht van de tweede graad van de hemel in de persoon van Rafaël tot hen af en zij begonnen behoefte te krijgen het kwade af te leggen en zich naar het licht te keren. Toen zij in het felle waarheids en liefdelicht van de tweede hemel zichzelf voor het eerst helemaal goed bekeken, drong pas echt berouw in hen door, en ontstond in hen een streven naar Mij, de hoogste graad van de hemelen. En toen Ik dan Zelf tot hen kwam, werden zij ook meteen helemaal bekeerd, en zo zijn zij nu kandidaten voor de eerste graad van de hemel.
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Maar nu zullen we dan, omdat de handelaren reeds voor het grootste deel een onderdak gevonden hebben, ook deze heuvel verlaten en eerst een uurtje naar jouw woonhuis gaan, en daarna pas naar de herberg om daar een avondmaal te gebruiken! Dan zal wel vanzelf blijken wat we kunnen doen.'
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Agricola zei nu nog: 'Heer, ik zie onze jongeren nergens meer! Zijn zij soms al naar beneden gegaan?'
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Ik zei: 'Maar beste vriend, heb je daarnet niet gehoord wat Ik tegen Lazarus gezegd heb? Hoe kun je daar dan nog een keer naar vragen?! De jongeren zijn al goed verzorgd en bevinden zich reeds in de herberg, en wel onder de getrouwe hoede van Rafaël; dat zij daar mets te kort zullen komen daarvan kun je volledig verzekerd zijn! Maar nu breken we op en gaan we naar beneden naar het dorp! Op de heuvel mag niemand Mij nu meer iets vragen! Zo zij het!
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Na deze aanwijzing van Mij stond iedereen op, en we gingen vlug naar beneden naar het dorp, en wel naar het huis van Nikodemus, om het volgens zijn heimelijke wens te zegenen. Toen wij ons in zijn huis bevonden, hoorden wij al gauw een groot lawaai op het marktplein, en onze Agricola vroeg meteen op een dictatoriale driftige toon wat er buiten op de markt aan de hand was.
Hoofdstuk 171: De Heer legt het tweede hoofdstuk van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Maar Jesaja spreekt als volgt verder: 'Vele volkeren zullen (dat wil zeggen in de toekomst) zich op weg begeven en zeggen: Kom, laat ons de berg des Heren opgaan naar het huis van de God van Jacob, opdat Hij ons Zijn wegen zal leren, waarna wij dan op Zijn bergpaden gaan; want van Sion zal de wet uitgaan en van Jeruzalem Zijn woord! ('Jes.2,3)
Hoofdstuk 171: De Heer legt het tweede hoofdstuk van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Maar wie zijn nu de volkeren, die zeggen: 'Kom, laat ons op de berg des Heren, dat wil zeggen naar de mensenzoon of goddelijke Mens gaan en naar het huis van de God van Jacob, opdat Hij ons Zijn wegen leert en wij dan op zijn bergpaden wandelen!'?
Hoofdstuk 171: De Heer legt het tweede hoofdstuk van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Kijk, deze volkeren zijn die mensen, die zich in de toekomst zich tot Mij zullen bekeren, zich Mijn woord eigen zullen maken en Mijn wil zullen doen; want Mijn woord toont immers de wegen tot het leven, en de bergpaden zijn Mijn door het woord aan de mensen meegedeelde wil, waarvan het strikt opvolgen beslist veel moeilijker is dan alleen maar het pure luisteren naar Mijn woord, zoals het ook beslist veel gemakkelijker is om op een brede en gladde weg te gaan, dan op smalle en vaak heel steile bergpaden.
Hoofdstuk 171: De Heer legt het tweede hoofdstuk van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Maar wie in zichzelf op de hoogste van alle bergen wil komen en daar in Mijn levende woord, dat Gods huis op de berg is, moet niet alleen maar de vlakke weg die naar de berg leidt volgen en daarop blijven staan, maar moet ook de smalle, vaak zeer steile bergpaden opgaan; want alleen daarlangs komt hij helemaal op de berg en daar in Gods levende huis.
Hoofdstuk 171: De Heer legt het tweede hoofdstuk van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[23] Ik zei: 'je bent weliswaar wel een schriftgeleerde, zodat je de wetten en alle profeten nog heel goed in je geheugen hebt, maar die te begrijpen in de ware geest, daarvan was bij jou nog nooit enige sprake! jij liep op de brede en vlakke weg; maar op het smalle bergpad, dat naar de top van de berg van de ware kennis voert, heb je nog nooit een voet gezet.
Hoofdstuk 171: De Heer legt het tweede hoofdstuk van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Wat voor Godswoord moet dat zijn, dat geen innerlijke betekenis heeft? Of kun je je soms een mens voorstellen zonder ingewanden, of één die zo doorzichtig zou zijn als een waterdruppel zodat men zijn hele inwendige lichaam kon zien, wat ondanks het kunstige ervan, ons zeker in hoge mate zou tegenstaan?
Hoofdstuk 172: De Heer legt de toekomstbeelden van Jesaja uit (Jes. 2, 1 -5) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368  ...