Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 355 van 1112

...  343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368  ...
[1] (De Heer): 'Hoezeer Nikodemus zich inwendig ergerde over deze woorden, laat zich heel goed begrijpen.
Hoofdstuk 88: De woorden van Nicodémus tot de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[26] Wij hebben echter zijn plan doorzien en weten heel goed dat hij zich mettertijd koning der joden wil maken, wat ons land dan in staat van oorlog zou brengen; want de machtige Romeinen zouden dan beslist niet barmhartig met ons omgaan. Om dat te voorkomen hebben wij daarom het besluit genomen die man met alle middelen op te sporen en hem dan aan het strenge gericht van de Romeinen over te leveren. Mocht hij werkelijk de Messias zijn, dan zal hij als God beslist niet te doden zijn en dan kunnen en zullen wij ook in hem geloven; wordt hij echter gedood, dan ligt het toch duidelijk voor de hand dat hij slechts een tovenaar is, die zich door zijn toverkunsten een troon wil bezorgen in het joodse land.
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[27] Maar om deze gevaarlijke man te pakken te kunnen krijgen, moetje weten waar hij zich bevindt. Voor dit doel zonden wij na de raadsbijeenkomst meteen twintig van onze sterkste en sluwste gerechtsdienaren naar Lazarus, die zich zover wij weten in de feestweek altijd op zijn Olijfberg bevindt. En wij zonden de gerechtsdienaren naar Lazarus omdat wij te weten waren gekomen dat hij zeker wist waar de tovenaar uit Nazareth zich bevond. De gerechtsdienaren zouden ons meteen bericht hebben moeten sturen over wat zij door hun list van Lazarus te weten zijn gekomen, en dat hadden ze binnen een uur kunnen doen. Maar geen van de gerechtsdienaren kwam tot nu toe terug, en daarom zijn wij naar jou gekomen, omdat we dachten dat Lazarus de gerechtsdienaren misschien naar jou gestuurd kon hebben in de mening dat jij als hoofd van de burgers van Jeruzalem zoiets door je vele opzieners het eerste zou weten. Wij zien hier echter dat dat niet zo is.
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] De man zei: 'Dat land is nog vele dagreizen hier vandaan als men zich voortbeweegt zoals jullie dat doen; maar mij is dat natuurlijk in een veel kortere tijd mogelijk, omdat mij natuurkrachten ter beschikking staan die jullie niet kennen. Maar ik zeg jullie, veroveringszuchtige Romeinen, dat jullie, zolang ik hier de wacht houd, dat land, dat nog volkomen gelukkig en onschuldig is, nooit zullen betreden. Ook al waren jullie met nog duizendmaal meer mensen dan je nu bent, dan zouden jullie, zoals dat ook nu het geval is, tegen mijn wil toch geen stap verder kunnen doen! Ik raad jullie daarom aan, om te keren en terug te gaan naar waar je vandaan bent gekomen, anders laat ik je hier vastgenageld staan en dan zullen mijn leeuwen en adelaars zich voeden met jullie vlees.'
Hoofdstuk 88: De woorden van Nicodémus tot de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Jullie zijn echter allang geen mensen meer, maar pure mensenlarven die zich van ijzeren wapens moeten bedienen om zich tegen een vijand van buitenaf te verdedigen, en toch hun grootste vijand, de zinnelijke hartstochten van hun lichaam, niet kunnen overwinnen, opdat de geest in hen wakker, vrij en machtig kan worden.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Ja, er duiken ook bij jullie van tijd tot tijd nog wel mensen op die zich op de juiste weg bevinden, al hebben ze het doel nog niet volledig bereikt; maar die onderdrukken en vervolgen jullie overijld en woedend, en daarom kunnen zij het doel niet volledig bereiken, en jullie blijven geestelijk volkomen dood, en na een kort, moeizaam aards leven, sterven jullie uiteindelijk als dieren, en jullie lot is dan de eeuwige dood.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Toen zei de man: 'Kijk, zo dient ook de stomme natuur de mens! Maar ik zal jullie nog verder laten zien hoe een waar mens heer van de hele natuur is! Jullie hebben nu de vis gegeten die deze arend voor ons uit de Nijl heeft gehaald en die daarna op deze stenen plaat gebraden is; maar nu kijk je rond en vraagt jezelf af wat ik behalve het troebele Nijlwater wel te drinken heb. Ook dat zal ik jullie laten zien. Kijk eens hoe droog en verhit deze rots is door de gloed van de zon, en toch zal hij ons meteen een grote hoeveelheid heerlijk fris water geven! Ik wil het, en -daar is al water in overvloed om te drinken! Ga je dorst maar lessen!'
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Wij gingen erheen en dronken, en het was heel zuiver, fris water.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Toen vroegen wij, of hij helemaal alleen hier in deze wildernis leefde of dat hij soms nog gezelschap had, misschien leerlingen die zich onder zijn leiding in het ware leven oefenden.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Hij zei: 'Deze woestijn is voor jullie wel een woestijn, maar voor mij is het meer dan het Elysium waar jullie van dromen, dat behalve in jullie domme fantasie nergens bestaat. Voor mij zou jullie stad een geestelijke woestijn zijn, waarin het niet uit te houden is, omdat zich daarin ook niet één waar mens bevindt.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Maar omdat de wil van een waar mens op deze aarde een voor jullie onbegrijpelijke macht en een ver om zich heen werkende kracht heeft, kan ik als dat nodig mocht zijn, tegenover een kwade wereldse vijand van ons ware mensen, mij ook nog een vierde gezelschap verschaffen, dat ik jullie zelfs kan laten zien, echter met de verzekering dat jullie, omdat je nu onder mijn bescherming staat, daarvoor niet bang behoeven te zijn; want jullie zal geen haar gekrenkt worden. Kijk, ik wil het en daar komt het al!'
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Binnen enkele ogenblikken waren we door een hele kudde leeuwen en panters omringd, waartegen vele honderden dappere soldaten zich nooit hadden kunnen verdedigen. Schrik en ontzetting overviel ons; maar de man gaf een bevel aan de dieren, en ze verdwenen allen weer, en de man zei: 'Als het nodig mocht zijn, zou ik nog grotere kudden van deze strijders op kunnen roepen. Nu hebben jullie echter voldoende gezien en ervaren hoe een waar mens heer is over de hele natuur en haar krachten, en dus laat ik jullie nu in vrede terugkeren naar waar jullie vandaan zijn gekomen!'
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Eén van ons vroeg hem nog, of hij ons niet een paar aanwijzingen kon geven, zodat ook iemand van ons, door zich daaraan te houden, op de weg tot het verkrijgen van die ware menselijke waardigheid kon komen.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[23] Toen de merkwaardige man dat gezegd had, konden we niet langer meer blijven staan; want een geheime kracht greep ons aan en dreef ons zo onweerstaanbaar terug, dat we helemaal niet meer konden omzien naar de streek waarin we de buitengewone man aangetroffen, gezien en gesproken hadden, en daardoor bereikten we al de volgende dag nog tamelijk vroeg in de morgen de oude stad Memphis. Dat deze gebeurtenis ons gedurende de hele lange terugreis in hoge mate heeft bezig gehouden, laat zich gemakkelijk denken.'
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Dat is dus één gezelschap dat zich in mijn nabijheid bevindt, maar niet in deze spelonk, die ik steeds helemaal alleen bewoon. Voor jullie ogen zou het in deze spelonk diepe nacht zijn; maar voor mij is het daarin lichter dan voor jullie hier op klaarlichte dag. Want als het innerlijk van de mens licht en helder geworden is door zijn eeuwige geest, die uit de ene, ware God als een licht uit het oerlicht stamt, dan bestaat er nergens meer nacht en duisternis voor de ware mens. Maar bij jullie is je innerlijke levenslicht al de diepste duisternis; hoe groot moet dan wel jullie eigen duisternis zijn! Ja, een spreekwoord van jullie geeft al aan dat jullie ook het dichtste bos door de bomen niet meer zien.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  343 - 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368  ...