15542 resultaten - Pagina 356 van 1037
... 344 - 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 ...
[20] Het komt hierbij alleen maar aan op de intentie waarmee een mens actief en werkzaam is. Wie zorgzaam, actief en werkzaam is zoals Mijn vriend en broeder Lazarus dat is, die zoekt ook krachtig en doeltreffend in zichzelf naar Mijn rijk en de gerechtigheid daarvan en zal het ook vinden, net zoals hij, en ook jij, Mijn beste Marcus, dat al voor het grootste deel hebben gevonden. Wees daarom nu vrolijk en opgewekt; want jij heb je die grote parel al toegeëigend en zult voor je broeders een geduchte steun zijn.Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Aanvankelijk kwamen er slechts ruim veertig aan, maar binnen enkele ogenblikken kwamen er ook anderen, door hun geest gedreven, naar Mij toe om allemaal voor Mijn vrienden te getuigen hoe reeds in die paar dagen bij hen alles in vervulling was gegaan, wat Ik hun bij hun uitzending voorspeld en toegezegd had.
Hoofdstuk 62: De zeventig leerlingen keren terug naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Hierop wendde Ik Mij tot de aanwezige leerlingen en zei tegen hen: 'Wie naar jullie luistert, luistert ook naar Mij; wie jullie echter veracht, veracht ook Mij. En wie Mij veracht, veracht ook Degene die Mij gezonden heeft. Degene die Mij gezonden heeft is één met Mij, en Hij is degene van wie jullie zeggen dat Hij jullie God is; maar jullie hebben Hem nog nooit gekend, en daarom kunnen jullie ook niet Degene kennen die Hij gezonden heeft. Ik zeg nu echter tegen jullie, Mijn leerlingen, dat jullie Mijn woord allemaal getrouw, waar en juist aan de mensen verkondigd hebben.'
Hoofdstuk 62: De zeventig leerlingen keren terug naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Hierop kwamen de ruim zeventig leerlingen vol vreugde dichter naar Mij toe en zeiden: 'O Heer, in Uw naam moesten ook de ergste duivels aan ons gehoorzamen, en daar hebben we ons zeer over verheugd!'
Hoofdstuk 62: De zeventig leerlingen keren terug naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Onder degenen die met de meer dan zeventig leerlingen mee naar Bethanië gekomen waren, bevond zich ook een schriftgeleerde. Mijn woorden ergerden hem.
Hoofdstuk 63: Een schriftgeleerde stelt de Heer op de proef - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Hij kwam naar Mij toe met de bedoeling Mij op de proef te stellen, en zei (de schriftgeleerde): 'Meester, ik heb uit uw woorden opgemaakt, dat u goed thuis bent in de Schrift en een juist oordeel geeft; zeg dan nu ook tegen mij wat ik moet doen, om evenals als uw leerlingen zalig te worden!'
Hoofdstuk 63: Een schriftgeleerde stelt de Heer op de proef - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Er was eens een man, die voor zaken van Jeruzalem naar Jericho reisde, maar onderweg door rovers werd overvallen. Ze kleedden hem totaal uit, sloegen hem vervolgens bijna dood, gingen er met hun buit vandoor en lieten de man halfdood liggen.
Hoofdstuk 63: Een schriftgeleerde stelt de Heer op de proef - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Kort daarna kwam er ook een Samaritaan langs diezelfde plaats, en toen hij de man daar zag liggen, kreeg hij medelijden met de half doodgeslagen man. Hij ging naar hem toe, verbond zijn wonden, goot er olie en wijn op, tilde hem op zijn lastdier en bracht hem zo naar een herberg waar hij hem de hele dag en nacht zelfverzorgde. Toen hij de volgende dag zag dat het met de juiste verzorging wel beter zou gaan met de gewonde, riep hij de waard, gaf hem twee zilverstukken en zei tegen hem: 'Aangezien ik dringende zaken te doen heb, vertrek ik nu; verpleeg hem, tot ik over enkele dagen terugkom! Watje meer nodig zult hebben, zal ik je dan getrouw vergoeden! ' Daarna vertrok hij, en toen hij na enkele dagen terugkeerde trof hij de man over wie hij zich ontfermd had, goed verzorgd en in zoverre genezen aan, dat hij hem naar Jeruzalem kon terugbrengen; hij betaalde de waard nogmaals twee zilverstukken en gaf de genezen man bovendien nog kleren.
Hoofdstuk 63: Een schriftgeleerde stelt de Heer op de proef - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Hierop durfde de schriftgeleerde Mij niets meer te vragen, trok zich terug en zei tegen zijn metgezellen: 'Werkelijk, in deze Galileeër leeft een machtige geest van waarheid! Het is de moeite waard om naar hem te luisteren!'
Hoofdstuk 63: Een schriftgeleerde stelt de Heer op de proef - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] De leerling zei: 'Jij spreekt naar de wijze van de mensen; wij echter spreken naar de wijze van Zijn geest! Wij weten al van Hem wat Hij nog allemaal zal doen en kennen Zijn macht, en wij zijn getuigen van alles wat Hij in Jeruzalem gedaan en onderwezen heeft; en zo kunnen wij ook spreken, en weten wij waar wij aan toe zijn en wat er nog allemaal zal gebeuren.
Hoofdstuk 63: Een schriftgeleerde stelt de Heer op de proef - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Deze rake woorden van één van de leerlingen schoten de schriftgeleerde en zijn metgezellen in het verkeerde keelgat en daarom kwamen ze naar Mij toe en vroegen Mij: 'Meester, heeft u uw leerlingen het recht gegeven om zó met ons te spreken? Wanneer wij niet onmiddellijk willen geloven wat zij geloven, maar als geleerden nog allerlei andere bewijzen zoeken, dan gaat hun dat toch zeker weinig of niets aan! Als ze ons goed en zachtzinnig tegemoet tredén, zullen wij ook naar hen luisteren en hun woorden welwillend onderzoeken; maar als ze ons tegemoet treden zoals nu, dan zit er tenslotte toch niets anders op dan hun precies zo te bejegenen als zij ons doen! Als ze evenwel van u het recht hebben om ons, geleerden, zo te bejegenen, dan zullen zij ook weinig met ons kunnen beginnen!'
Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Toen zeiden ook de oude gidsen: 'Heer, als wij niet omkeren en naar het oosten reizen, maar steeds verder naar het westen gaan, dan zullen wij allemaal ten onder gaan!'
Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] En wat de koninklijke man tegen de ingebeelde wegendeskundige zei, zeg Ik ook tegen jullie, schriftgeleerden en theologen. Ook jullie leiden in je eerzuchtige eigendunk de mensen naar de trieste ondergang van het innerlijke leven in plaats van naar de opgang ervan; en als iemand dat tegen jullie zegt raken jullie vervuld van ergernis en boosheid, omdat jullie in je hoofd wel de dode letters van de Schrift met je meedragen, maar de levend makende geest, die daarin aanwezig is, nog nooit ontdekt hebben; want jullie hart was steeds vervuld van hoogmoed en een wereldse instelling en de geest, die alleen in de ware deemoed van het hart woont, heeft daar nog nooit kunnen ontwaken tot het heldere leven vollicht.
Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Omdat jullie in het vervolg niet meer deugen voor het leiden van Mijn karavanen, heb Ik op de oude en eerste manier weer niet-geleerde gidsen aangesteld, die evenwel heel deskundig en ervaren zijn op de wegen van de deemoed van het hart en de naastenliefde, en deze zullen Mijn karavanen, die door jullie in de woestijn terecht zijn gekomen, weer naar de rivier van het leven terugleiden; maar jullie zullen niet ontkomen aan het loon dat op de hoogmoed volgt, als jullie nog langer volharden in jullie hoogmoed! Want Ik zeg jullie: de pure letter van de Schrift doodt, alleen de geest maakt levend. Die geest ontvangen echter alleen degenen die Mij in deemoed en liefde navolgen.
Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Dat u, als de ons reeds lang bekende zoon van jozef de timmerman, werkelijk de Messias zelfbent, ja, dat konden wij toch eigenlijk niet zonder meer geloven, ondanks alles wat wij over u gehoord hebben. En als wij nu uit Bethlehem en van nog verder hierheen zijn gekomen, aangespoord door uw leerlingen die naar ons toe gekomen zijn, om ons zelf nader te overtuigen van deze hoogst belangrijke zaak, kunt u ons dat toch niet kwalijk nemen; want als u van de hoogste geest der wijsheid doordrongen en vervuld bent, zoals uw leerlingen zeggen en nu ook u zelf, dan zult u toch wel inzien, dat wij niet met kwade bedoelingen hier naar toe zijn gekomen.
Hoofdstuk 65: De huichelarij van de schriftgeleerden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)