Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 357 van 1110

...  345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370  ...
[2] De magiër zei: 'Ja, ja, u heeft helemaal gelijk. Wij waren toentertijd nog jong en waren nog leerlingen die zich weinig om dergelijke dingen bekommerden. Bovendien hebben die wijzen slechts enkele andere hoog geplaatsten ervan in kennis gesteld, maar dat heeft kennelijk niet zoveel indruk gemaakt als de drie vooraanstaande wijzen waarschijnlijk gehoopt hadden, en wij konden er ook maar heel weinig over te weten komen. Bij ons vertelde men slechts dat bij het eens zo grote en machtige volk in het westen een nieuwe koning geboren was., wiens arm de vijanden en onderdrukkers van het volk zou overweldigen en verdrijven; maar over het feit dat die pasgeboren koning tevens de beloofde Middelaar zou zijn hebben we weinig of niets gehoord.
Hoofdstuk 118: De taak van de Messias. Het overleg van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ik zei: 'Wel, luister dan! Die door jullie bedoelde pasgeboren koning was de beloofde Middelaar, die in de wereld gekomen is om niet alleen de joden, maar alle mensen van de aarde die goed van geest zijn, het ware levenslicht uit God te brengen.
Hoofdstuk 118: De taak van de Messias. Het overleg van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Wie naar Hem zal luisteren en Zijn leer zal navolgen, zal in zichzelf het eeuwige leven ontvangen! Zie, hier zijn we, en voor ons ligt de grote belofte onthuld! De zon van de hemelen en het eeuwige leven is voor de volkeren opgegaan, en vele duizenden warmen zich reeds aan haar levendmakende stralen, en jullie zijn gekomen uit het verre morgenland, omdat jullie in jezelf ook een schijnsel hebben opgemerkt dat van deze zon uitgaat.
Hoofdstuk 118: De taak van de Messias. Het overleg van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Maar omdat jullie hart nog blind is, zoeken jullie nog naar de levenszon en zijn jullie niet in staat om te bepalen waar zij staat; maar jullie zwakke schijnsel heeft jullie toch al dichter bij haar gebracht, open dus het oog van je hart en vraag jullie sterren om jullie de plaats van die zon te wijzen!'
Hoofdstuk 118: De taak van de Messias. Het overleg van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] De eerder sprekende magiër zei: 'Volgens wat de wijze jongen als zijn mening gegeven heeft, moesten we eigenlijk blijven, omdat onze mensen al weten dat we voor vandaag onderdak hebben; maar jij bent onze leider en hebt het recht te bepalen wat we in dit geval zullen doen.'
Hoofdstuk 118: De taak van de Messias. Het overleg van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Ik zei: 'O ja, dat zijn ze zeker, - maar ze zijn niet gedenkwaardiger dan dit meer; want in dit meer ligt een grote, treurige geschiedenis van mensen begraven, evenals in de jullie Romeinen heel goed bekende Kaspische Zee. En daarom zijn deze verschijnselen veel gedenkwaardiger dan jullie brandende bergen, die Ik heel goed ken en waarvan Ik ook wel weet dat daar pas enige decennia geleden door de hevige uitbarsting van jullie Vesuvius enkele steden helemaal bedolven zijn.
Hoofdstuk 119: De vulkanische verschijnselen in de omgeving van de Dode Zee Agricola ziet de voormalige Sodomieten in het geestenrijk. De graden van zaligheid van de geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Maar toch is dit verschijnsel veel gedenkwaardiger; want bij dit natuurgevecht zijn vele duizenden mensenzielen betrokken, die door natuurgeesten meegesleept worden in een vergeefse strijd tegen Mij, terwijl bij jullie vuurbergen alleen de natuurgeesten tegen de wetten van Mijn orde strijden. En kijk, dat is een groot verschil!
Hoofdstuk 119: De vulkanische verschijnselen in de omgeving van de Dode Zee Agricola ziet de voormalige Sodomieten in het geestenrijk. De graden van zaligheid van de geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Om deze gemakkelijk te begrijpen redenen verloopt de echte verbetering van een ontaarde ziel aan gene zijde werkelijk heel langzaam. Want wil een ziel blijven bestaan, dan mag Mijn almacht slechts in Zoverre op haar inwerken, dat zij in levensomstandigheden terechtkomt die haar als een noodzakelijk gevolg van haar kwade handelingen moeten voorkomen. En alleen daardoor is het mogelijk om zo'n ziel in en uit zichzelf werkelijk en daadwerkelijk te beteren. Of dat nu vroeg of laat gebeurt, blijft voor Mij uiteindelijk gelijk, en ook ten opzichte van de eeuwigheid, waarin alle voorbije en toekomstige tijden helemaal gelijk gemaakt worden, zoals het voor Mij ook geen verschil maakt, of een mens vele duizenden jaren vroeger of later op deze aarde lichamelijk geleefd heeft; want in de eeuwigheid zal de eerste mens van deze aarde niets voor hebben op degene die als laatste op deze wereld geboren is.
Hoofdstuk 119: De vulkanische verschijnselen in de omgeving van de Dode Zee Agricola ziet de voormalige Sodomieten in het geestenrijk. De graden van zaligheid van de geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Zie, Heer, dat is een heel belangrijke vraag! Het is wel waar, dat alle mensen eens de lichamelijke dood moeten ondergaan; maar het allertreurigste daarbij is, dat wij dan aan gene zijde een vrijwel eindeloos lange dood van de ziel moeten doorstaan, die ons arme stervelingen door Uw almacht onherroepelijk beschoren is. Dat komt mijn wijsheid, die nog erg kortzichtig is, echt heel vreemd voor! Want ik, als opperste rechter in Rome, kan volgens mijn verstandelijk: principes geen kind, dat een misdrijf tegen zijn ouders had begaan, volledig verdoemen, en dat des te minder omdat het beslist niet aan het kind ligt als het buiten zijn schuld een slechte en vaak erg .miserabele opvoeding krijgt. Als de ouders het anders en -zeg maar - juist opgevoed hadden, dan zou het kind ten opzichte van hen ook zeker anders handelen! Maar uiteindelijk kunnen ook de arme ouders er weinig of niets aan doen; want zij hebben immers zelf nooit een betere opvoeding genoten, en kunnen dus hun kinderen onmogelijk iets beters geven dan wat zij zelf bezitten.
Hoofdstuk 120: Agricola vraagt naar de leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Ik zei: 'Als je geheugen beter was dan het is, zou je je nog heel goed herinneren dat dit punt al vaker ter sprake is gekomen en door Mij ook altijd zo is uitgelegd, dat het gemakkelijk te begrijpen was. Maar je geheugen is al wat minder geworden dan het eens was, en daardoor is je ontschoten wat Ik al vaker over zulke kwesties heb gezegd. Maar dat geeft niet; we hebben nog tijd, en daarom kan Ik jullie daar allemaal nog een keer iets over zeggen. Luister dus!
Hoofdstuk 121: De leiding van de mensheid. Kennis, verstand en vrije wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik zei: 'Zijn jullie er dan wel zo zeker van dat in Mij Degene is, die jullie al zo lang zochten en toch niet konden vinden?'
Hoofdstuk 122: De magiërs herkennen de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Ik zei: 'Ja,ja, M'n beste vriend, je hebt heel waarachtig en juist gedacht en ook even juist gesproken; maar je ziet Mij, een aards mens zoals jij, aan voor de enig ware God! Besef je dan niet dat ook Ik geboren werd en een mens ben zoals jij, met vlees en bloed en een ziel. Heeft God dan ooit een begin gehad, en kon Hij ooit als mens geboren worden?'
Hoofdstuk 122: De magiërs herkennen de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Ik zei: 'Nu dan, omdat jullie zo vast geloven dat Ik de Heer ben, doe dan wat Mijn dienaar voorheen gezegd heeft, dan zullen jullie leven en zalig worden! Heb God boven alles lief en je naasten als jezelf, en leer datzelfde aan je kinderen en familie; acht jezelf als mens vanwege jullie grote aardse schatten niet hoger danje naasten; doe voor hen dat, waarvan je redelijkerwijs kunt aannemen dat zij dat ook voor jullie zullen doen, dan zul je leven en Gods genade zal altijd bij jullie blijven!
Hoofdstuk 122: De magiërs herkennen de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Jullie kennen de wet van Mozes al, houdje daar in alle opzichten aan; want in die wet is aan de mens de beste en zuiverste levensorde kenbaar gemaakt. Als hij die opvolgt, heeft hij ook God boven alles lief en zijn naasten als zichzelf In deze wet is alle levenswijsheid gegeven, waarvan andere en oudere wijzen de mensen slechts gedeeltelijk iets te proeven hebben gegeven.
Hoofdstuk 122: De magiërs herkennen de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[21] Omdat het woord voor jullie als het grootste teken van Mijn goddelijke zending geldt, moeten jullie ook bij het woord blijven en ernaar handelen, dan zullen jullie leven! Ik bedoel geen tijdelijk, maar een eeuwig leven van jullie zielen. - Begrijpen jullie dat?'
Hoofdstuk 122: De magiërs herkennen de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370  ...