Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 357 van 1490

...  345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370  ...
[14] Ik geloof dat jullie nu allemaal ook met deze zaak in het reine zijn en daarom zullen wij het overige deel van deze nacht opgewekt en vrolijk doorbrengen! Heeft iemand nog wat op zijn hart, dan hebben wij nu tot Pasen de tijd; want tot dan zal Ik bij Mijn vriend Kisjonah blijven. Philopold, is het je nu duidelijk?'
Hoofdstuk 33: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Daarop roeiden zij weg en brachten de boodschap aan de andere vissers over. Die trokken weliswaar hun schouders op, maar omdat zij hoorden dat Kisjonah het zo wilde, wierpen zij toch hun netten uit en vingen zo'n groot aantal van de beste en voortreffelijkste vissen, dat de netten bijna begonnen te scheuren en zij moeite hadden al die vissen in de grote viskaren onder te brengen. Natuurlijk waren zij daar erg verbaasd over, omdat zij nog nooit zo 'n rijke vangst gehad hadden. Later legde Kisjonah hen uit Wie de wonderbaarlijke oorzaak van deze rijke vangst was. En zij geloofden daarna allen in Mijn naam, hoewel later verscheidene vissers Mij herkenden als de zoon van Jozef de timmerman.
Hoofdstuk 34: Een grote visvangst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Allen waren al blij van mening dat deze leerling niet meer terug zou komen omdat hij zich de halve winter helemaal niet had laten zien, d. w .z. niet bij bekenden. Maar kijk, opeens verraste hij ons juist tijdens een opgewekt middagmaal. Hij groette ons allen erg vriendelijk, en Kisjonah nodigde hem meteen aan tafel, wat de leerling heel dankbaar en vriendelijk ook dadelijk aannam.
Hoofdstuk 35: Judas Iskariot in het huis van Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[24] Zo werd deze episode rustig en goed afgesloten, en zij is alleen maar hier vermeld om van deze leerling weer iets beter aan te geven wat voor mentaliteit hij had.
Hoofdstuk 35: Judas Iskariot in het huis van Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Deze woorden bewaarden alle leerlingen diep in hun hart.
Hoofdstuk 36: Vertrek uit Kis en aankomst bij de waard van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Na de maaltijd bezochten wij nog het huis van Maria en de bezitting die Kisjonah haar gegeven had. Alles zag er prima uit. Ook was er een klein schooltje gebouwd, waarin moeder Maria behoeftige kinderen onderricht gaf in allerlei nuttige zaken, en zo de tijd op velerlei manieren nuttig doorbracht, wat maakte dat zij bij alle mensen van het plaatsje en de omgeving zeer geliefd was en geacht werd. Zij genas ook vele zieken door hun in Mijn naam de handen op te leggen of boven hen te bidden. En zo was zij dan ook een zegen voor deze streek en voor Kisjonah was zij een waar kleinood.
Hoofdstuk 36: Vertrek uit Kis en aankomst bij de waard van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Op de volgende dag, een donderdag, nog ongeveer drie weken voor Pasen, namen wij afscheid van Kisjonah, met de belofte hem gauw weer op te zoeken. Hij liet meteen een van zijn beste schepen in orde brengen, waarop wij ons na de ochtendmaaltijd direct inscheepten en waarmee wij vervolgens met goede wind wegvoeren. Kisjonah, Philopold en Maria begeleidden ons over zee tot aan de plaats waar de Jordaan de zee verlaat en zich daarna links door een lang en sterk naar het oosten gebogen dal naar de Dode Zee wendt. Vandaar gaat men dan over een goed begaanbare weg op naar Jeruzalem. Van deze weg is heden ten dage evenwel niets meer te ontdekken net als van alle andere plaatsen aan de Galilese zee, die in onze tijd ook al ruim een derde kleiner is geworden.
Hoofdstuk 36: Vertrek uit Kis en aankomst bij de waard van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] (DE WAARD:) 'De tempeldienaren kwamen direct daarheen en deden alle mogelijke moeite de arbeiders van Lazarus aan hun kant te krijgen; maar de arbeiders dreigden de tempeldienaren als zij hen niet met rust lieten. Dat maakte de tempeldienaren achterdochtig en zij beschuldigden Lazarus ervan dat hij zijn arbeiders heimelijk tegen hen had opgestookt, en zij dienden daarover een formele aanklacht in bij de Romeinse landvoogd. Deze riep Lazarus bij zich en vroeg hem naar de ware gang van zaken en ondervroeg daarna ook een voor een alle arbeiders. Het resultaat was dat Lazarus met zijn arbeiders van alle schuld werd vrijgesproken, en aan de tempeldienaren heimelijk te verstaan werd gegeven de bedienden van Lazarus, die nu ereburger van Rome was, met rust te laten, omdat de landvoogd anders genoodzaakt zou zijn Lazarus voor zijn bescherming een flink aantal soldaten ter beschikking te stellen. Dat had resultaat, en Lazarus werd nu al zo'n zes weken lang volledig door de tempeldienaren met rust gelaten. Maar of zij daarom innerlijk erg veel met hem ophebben, betwijfel ik erg, hoewel ze in zijn gezicht erg vriendelijk doen en hem verzekeren dat zij deze zaak alleen maar tegen zijn arbeiders en niet tegen hem voor de landvoogd gebracht hadden, omdat zij zich bedreigd voelden. En zo leeft Lazarus in ieder geval voor de schijn op goede voet met de tempel.'
Hoofdstuk 36: Vertrek uit Kis en aankomst bij de waard van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] De andere gasten, die als reizigers deels uit Galilea, Griekenland, Samaria deels uit verschillende andere landen hier de nacht doorbrachten, omdat de waard bekend stond als een zeer billijk man met een groot gastenhuis, vernamen echter dat Ik, van wie zij al zoveel gehoord hadden, Mij nu ook in deze herberg bevond. Zij vroegen aan de bedienden van de waard of zij Mij mochten bezoeken. Zodoende kwam er een bediende naar ons toe die dit verzoek overbracht aan de waard, die over allerlei dingen met ons aan het praten was.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] DE WAARD zei tegen de bediende: 'Daar kan ik geen ja of nee op zeggen, want deze Heer is zelf Heer, en er mag alleen maar gebeuren wat Hij wil!'
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] IK zei tegen de waard: 'Er zijn bij de reizigers ook vier magiërs uit Egypte, echter geboortig uit Perzië vlak bij de grens met Indië. Drie van hen zijn vooraanstaande magiërs en al op hoge leeftijd, de vierde is slechts een leerling. Wel hebben zij ook nog een groot gevolg, maar dat is voor het grootste deel op andere plaatsen geherbergd; hier hebben zij slechts de benodigde persoonlijke bedienden bij zich. Wel, deze vier magiërs, die nu een aantal jaren in Egypte actief zijn geweest, kun je binnen laten komen, en dan zullen we hen eens aan de tand voelen om te zien wat voor mensen het zijn.'
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Daarover waren de magiërs erg verheugd, omdat zij zelfs tot over de grenzen van Kanaän al zoveel over Mij gehoord hadden. Zij stonden meteen op en gingen, begeleid door de waard, vlug naar Mij toe. Toen deze eerbiedwaardige grijsaards binnenkwamen, bogen zij diep en groetten heel hoffelijk, zoals dat bij hen gebruikelijk was. Omdat zij de Hebreeuwse taal meester waren, konden zij ook door alle leerlingen goed verstaan worden.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Toen bogen de magiërs, en de ene MAGIËR zei: 'Meester, dit is onze oudste en wijste, zijn naam is HAHASVAR (hoeder van de sterren) *), hij zal voor ons spreken! Hij is de driemaal dertig jaar reeds gepasseerd. Ik zelf ben pas tachtig en deze naast mij telt zeventig volle jaren, en in de sterren staat geschreven dat ieder van ons vanaf nu nog dertig jaar moet leven. Mijn naam is MEILIZECHIORI (Heeft inzicht of kennis om de tijd te meten)*, (*Later resp. Caspar, Melchior en Balthazar) en de naam van mijn buurman is OU LI TESAR (bezweerder of bedwinger van de wil). De vierde van ons is nog jong en heeft nog geen speciale naam omdat hij nog leerling is. Moge nu onze oudste spreken! ,
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Pas onlangs in Memphis in Egypte kwam ons ter ore dat er in Galilea een groot wonderdoener is opgetreden, die tekenen en daden verricht waarvan op deze aarde nog nooit werd gehoord, en die daarbij zulke wijze toespraken houdt, dat alle grote wijzen der aarde daartegenover puur in het stof zouden moeten kruipen. Velen zouden daarom in hem geloven en aannemen dat hij blijkbaar God Zelf moet zijn, omdat zijn doen en laten anders niet te verklaren is.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Naar aanleiding van dat bericht zijn wij speciaal weer hier naar Kanaän, of naar het joodse land gekomen, om die buitengewone mens ergens te ontmoeten, en wel om twee redenen: ten eerste, om ons zelf van alles persoonlijk te overtuigen, en ten tweede, om te onderzoeken of deze man soms voortgekomen is uit dat in Bethlehem geboren kind.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370  ...