5587 resultaten - Pagina 357 van 373
... 345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 ...
[8] Hoeveel leven moet hij dan niet in één van zijn ledematen hebben, hoeveel in zijn hart en hoeveel in zijn gehele lichaam! En toch denkt deze hele hemelmens zelf slechts als een gewoon op zich zelf staand mens, terwijl in hem talloze miljarden van de meest volmaakte engelen en geesten allen voor zich even zelfstandig denken en leven, als de grote hemelmens zelf.Hoofdstuk 26: De vlieg als symbool van de deemoed - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[26] Hoe het leven is, zo is ook de aard van de pool. En zoals het hart is, zo is ook de stem ervan, of zoals de deemoed in het hart is, zo is ook het levende woord erin.
Hoofdstuk 26: De vlieg als symbool van de deemoed - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[27] Wie God heel ernstig neemt, zal samen met David roepen: 'Heer, mijn God en mijn Vader! Zie, mijn hart is overvol van liefde voor U! Uit de diepte van mijn deemoed smeek ik U mij te helpen en mij het ware licht des levens te geven, zodat ik met U één volmaakt leven kan uitmaken! Verhoor mij daarom, mijn God!'
Hoofdstuk 26: De vlieg als symbool van de deemoed - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[32] Maar de eeuwigheid is nog niet ten einde; ze duurt eindeloos voort! Wee deze aarde, als Ik Mij n hart van haar zou afwenden en naar een andere zou moeten toewenden!
Hoofdstuk 26: De vlieg als symbool van de deemoed - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[33] Geef dus goed acht op alles wat u door deze 'vlieg' hebt ontvangen en handel ernaar! Houdt uw verstand veraf, maar uw hart des te dichterbij!
Hoofdstuk 26: De vlieg als symbool van de deemoed - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Wie de hoge bergweiden betreedt ervaart dat zijn ogen een wijde gezichtskring krijgen en dat ook zijn gemoed een zeer wijde gevoelskring krijgt. Daardoor verenigen zich zijn gedachten en zijn gevoel. En wie misschien nog nooit met zijn hart heeft gedacht, voelt nu voor het eerst hoeveel verder zijn gedachten zich kunnen uitstrekken over de horizon van het verstand. Hier leert de onbevangen wandelaar wat het betekent vrij te zijn in de hoogte van zijn gedachten en in de diepte van zijn gevoel en hoe zalig dan de gedachte aan God is als de wandelaar Hem in de grote tempel der oneindigheid vrij kan bekennen en liefhebben.
Hoofdstuk 37: De sterking van het gemoed in de bergwereld - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] Als hij daar was, was hij ook altijd onzichtbaar omringd door duizenden vrome geesten. Volgens Mijn wil sterkten die hem zo zeer, dat hij na verloop van anderhalf jaar al volkomen het innerlijk gezicht van de geest bezat. Daardoor was het gemakkelijk voor hem om met veel verwante geesten te spreken over datgene wat hem zo na aan het hart lag.
Hoofdstuk 38: De bergen als plaatsen van goddelijke openbaring - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Jakob Lorber heeft deze aanwijzingen tot genezing in het jaar 1851 aan zijn trouwe vriend Anselm Hüttenbrenner gedicteerd, zoals hij het zelf als een goddelijk dictaat in zijn hart heeft vernomen. Om het oorspronkelijke van dit geschrift te bewaren heeft de uitgever van een bewerking afgezien. De heden ongebruikelijke uitdrukkingen, maten en gewichtseenheden werden verklaard waar het nodig bleek.
Hoofdstuk 1: Voorwoord - Jakob Lorber - De geneeskracht van het zonlicht
[11] Als men de aarde zou kunnen wegnemen, die het huis der droefenis of de hel is, zo zou de gehele oneindige ruimte op de ene plaats even licht zijn als op de andere; zo is ook de diepte in de Vader op de ene plaats even licht als op een andere, door de glans van de Zoon van God. En zoals de zon een zelfstandig wezen is, vol kracht en licht, dat niet uit alle schepselen schijnt, maar in alle schepselen en alle schepselen zich verheugen in haar kracht, zo is ook de Zoon een aparte zelfstandigheid in de Vader en Hij is des Vaders vreugde of het hart of middelpunt van de Vader.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] Want evenals de Heilige Geest van de Vader en de Zoon uitgaat en alles onderscheidt en alles verduidelijkt en datgene teweeg brengt wat de Vader door het woord spreekt, evenzo verduidelijkt en onderscheidt de tong al datgene wat de vijf zintuigen in het hoofd door het hart aan de tong overbrengen en de geest gaat uit van de tong door middel van de klank, zoals de raad der vijf zintuigen het heeft besloten en dat, wat daar besloten is, wordt uitgevoerd.
Hoofdstuk 6: Hoe Engel en Mens Gods Beeld en Gelijkenis kunnen zijn. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[13] Ik zal u echter hier het juiste geheimenis meedelen. Ziet, de zon is het hart van alle krachten in deze wereld en zij is uit alle krachten der sterren tezamen gevoegd; zij verlicht op haar beurt alle sterren en alle krachten dezer wereld. (Versta het magisch, want het is een spiegel of vergelijking met de eeuwige wereld.)
Hoofdstuk 7: Over de plaats, de woning, zowel als over de heerschappij der Engelen, zoals het in de beginne geweest is en zoals het worden zal. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[13] Toen begon onze gebedsman na te denken. Hij herinnerde zich de twee naar Emmaüs wandelende discipelen en vroeg daarom enigszins angstig aan de vreemde: 'Lieve vriend! Zeg mij of je een heremiet of een vroom en in de Heilige Schrift goed onderlegd mens bent; want een gewoon mens spreekt zulke woorden niet'. Op deze vraag antwoordde de vreemde niet meer, maar greep hem bij de hand en hief hem van de grond op naar de hoogste top van de berg. Hier opende Hij pas weer Zijn mond en sprak: 'Broeder, zie, degeen om wie je drie jaar lang hebt gesmeekt, die staat nu voor je. Ik alleen ben de God van hemel en aarde en buiten Mij is er geen! Blijf Me echter in je hart trouw, hoewel je Mij voortaan in je leven niet meer zult zien! Zoals je nu echter Mijn Vaderstem hoort, zul je hem steeds horen, zowel op deze berg als overal waar je je in Mijn naam zult bevinden. Je hebt het Leven gevonden en dat zal je nooit meer ontnomen worden. Waarlijk, Ik zeg je: je ziel zal de dood nooit smaken! Amen!'
Hoofdstuk 38: De bergen als plaatsen van goddelijke openbaring - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[10] We hebben nu niet alleen de Grossglockner in al zijn delen en werkingen beschouwd, maar wat hier werd geschilderd geldt naar verhouding voor alle bergen. Maar in het bijzonder moeten de bergen in het menselijk hart hieronder verstaan worden. Deze moeten met de werkelijke vergeleken worden, zodat in het hart een nuttige inwerking ontstaat. Denk daar wel aan en handel ernaar, dan zal de innerlijke zegen van de bergen evenzo over je uitgegoten worden, als de bergen hun uiterlijke zegen over al het land uitgieten. Zoals Ik graag in de bergen was en daar vele hongerigen met weinig broden verzadigde en Mij verheerlijkt op een berg toonde en vanaf een berg opsteeg in Mijn rijk, -zo vertel Ik ook dit van de bergen en open daardoor een grote poort naar het rijk van het eeuwige leven. Bedenk dat Ik de Oermacht en Schepper van de bergen, niet zonder grote zinnebeeldige betekenis voor het laatst op een bergbad. Volg Mij dus in alles na, dan zul je het doel, dat Ikzelf ben, moeilijk kunnen missen.
Hoofdstuk 39: De bergen als spiegel van ons innerlijk - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[15] Toen evenwel de menselijke blindheid hand over hand toenam en zij zich niet door de Geest Gods wilden laten onderwijzen, zo gaf Hij hun wetten en leringen, waarin vastgelegd was, hoe zij zich gedragen moesten en hij bevestigde deze met wonderen en tekenen, opdat de erkenning van de waarachtige God niet zou worden uitgewist. Maar het licht wilde op deze wijze ook niet aan de dag treden, want de duisternis en de boosheid in de natuur verweerden zich en hun vorst regeerde oppermachtig. Toen echter de toorn der natuur op middelbare leeftijd kwam droeg hij verscheidene sappige, zoete vruchten en begon te voorspellen, dat hij in het vervolg heerlijke vruchten zou dragen. Want toen werden de heilige profeten geboren, zij leerden en predikten over het licht, hetwelk in de toekomst de boosheid in de natuur zou overwinnen. Zo ging ook te midden van de heidenen een licht op, zodat zij de natuur en haar werking erkenden, hoewel dit nog niet het heilige licht was. Want de wilde natuur was nog niet overwonnen en licht en duisternis worstelden zo lang met elkander, totdat de zon opging en deze boom met haar warmte dwong, heerlijke, zoete vruchten te dragen, wel te verstaan, tot de Vorst des lichts ontsproot uit het hart van God en een mens in de natuur werd en worstelde in zijn menselijke lichaam, in de kracht van het goddelijk licht, te midden van de wilde natuur. Deze zelfde vorstelijke en koninklijke twijg groeide op en werd een boom en breidde zijn takken uit van het Oosten naar het Westen en omvatte de gehele natuur, worstelde en kampte met de boosheid, die in de natuur was en met zijn vorst, totdat hij overwon en triomfeerde als een koning der natuur en de koning der duisternis in zijn eigen huis gevangen nam. (Psalm 68). Toen dit gebeurde, groeide uit de koninklijke boom die in de natuur gegroeid was, veel duizenden kostelijke, frisse twijgjes, die alle de geur en de smaak van de koninklijke boom hadden. En hoewel regen, sneeuw, hagel en onweer hem niet gespaard bleven, zodat menig twijgje van de boom gerukt en kapot geslagen werd, groeiden er steeds weer nieuwe twijgjes. Maar deze takjes smaakten verrukkelijk zoet en vreugdevol, zodat noch mensen-, noch Engelentong het kan uitspreken, want ze bezaten grote kracht en deugdzaamheid; ze dienden tot gezondheid der blinde heidenen. De heiden, die van het twijgje van deze boom at, werd ontheven aan de wilde natuurdrift, waaruit hij geboren was, en werd een zoete twijg aan de kostelijke boom en groeide en droeg kostelijke vruchten, zoals de koninklijke boom.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[42] Als echter de ziel door den Heiligen Geest wordt aangestoken, zo triomfeert ze in het lichaam alsof er een groot vuur ontstoken is, dat hart en nieren van vreugde doet beven. Er is echter niet dadelijk de grote en diepe kennis van God, hare Vader, maar de liefde jegens God triomfeert in het vuur van den Heiligen Geest. De kennis van God wordt in het vuur van den Heiligen Geest gezaaid; zij is in het begin klein, als een zaadkorreltje, zoals Christus zegt. (Mattheus 13); daarna groeit zij en wordt als een boom en breidt zich uit in God, hare Schepper; het is er mee als met een druppel water in de grote zee, deze kan alleen niet veel uitrichten; wanneer echter een brede stroom er in uitstroomt, dan kan deze veel meer teweeg brengen.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang