Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 357 van 728

...  345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370  ...
[18] Er stonden slechts twee wegen open. De eerste weg was: Lucifer met zijn aanhang te vernietigen, om daarna een tweede te scheppen, die waarschijnlijk aan dezelfde dwaling onderworpen geweest zou zijn, aangezien er geen volmaaktere geest geheel vrij buiten Mij gesteld en die derhalve onafhankelijk van Mijn wil geschapen kon worden. Het scheppen van machines die willoos uitvoeren wat Ik beveel was geen probleem. Maar om het licht van het zelfbewustzijn te verwerven was de tot nu toe gekozen weg de enige. Omdat echter door, dat wil zeggen door middel van Lucifer ook de andere geesten waren geschapen die Mij trouw waren gebleven, behoorden zij tot zijn sfeer. Een plotselinge vernietiging van Lucifer zou dus ook de vernietiging van alle levende wezens hebben betekend.
Hoofdstuk 17: De onthulling van het scheppings en verlossingsplan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[27] Nu zal het jullie ook duidelijker worden dat Lucifer denkt dat hij moet handelen op de manier zoals dat gebeurt, opdat de materie geschapen had kunnen worden -een misvatting, omdat niet de materie het einddoel van Mijn schepping is, maar dat alleen het in vrijheid leren kennen van de waarheid, liefhebben en begrijpen van de Godheid het doel van de buiten Mij geplaatste wezens is; de materie is hiervoor slechts een hulpmiddel. Lucifer wilde vasthouden aan deze tweede misvatting en verloor zichzeIf in de uitersten van zijn polaire eigenschappen, terwijl hij zichzelf voorloog dat hij daardoor de materie in stand moest houden. Er was hem zoveel vrijheid gegeven dat hij de materie kon doordringen, dat wil zeggen bewust in zichzelf beschouwen, opdat hij als allereerste oergeschapen geest zou inzien wat voor leed hij zijn metgezellen had aangedaan en hij daardoor tot omkeer gebracht zou worden. Dat deed hij echter niet, maar nu wilde hij pas echt heersen als een vorst der materie, waarvan hij meende dat die hem toebehoorde. Daarom vertroebelde hij de zich weer ontwikkelende mensenkristallen zoveel mogelijk om zijn rijk in stand te houden; want de strijd met God leek hem groots, verheven en het leven in stand houdend.
Hoofdstuk 17: De onthulling van het scheppings en verlossingsplan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Vroeger - dat is nu al bijna honderd jaar geleden - bezat het volk des Heren al niet meer het echt vaste geloof, dat nu nog veel meer aan het wankelen is geraakt en reeds in mijnjeugd leefde er een vermoeden dat weldra in vervulling zou gaan wat de profeten hadden voorspeld. Mijn ongeduld nam echter steeds meer toe, toen ik zag dat de vrijheid van het volk verloren ging en Pompeius tenslotte het land en de heilige stad veroverde. Ik zie nog voor me hoe de Romeinse bevelhebber het heiligdom binnendrong, en hoe het volk verwachtingsvol om de tempel stond, verwachtend dat de toorn van de Hoogste zou neerkomen op het hoofd van de heiden, die het heiligdom ontwijdde. Maar er gebeurde niets!
Hoofdstuk 20: Raël vertelt zijn levensverhaal - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Alle volkeren zijn te vergelijken met een vruchtboom, die echter steeds verschillend behandeld moet worden, al naargelang het eigen karakter van een volk.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] De Joden hadden van oudsher een taai en eigenzinnig karakter. Dat zijn echter die eigenschappen, die geschikt maken om bewaarder van het goddelijke woord te zijn, opdat het zo ongeschonden mogelijk bewaard blijft. Andere volkeren, die die karaktertrek niet hadden, hadden ook andere roepingen en waren toch niet verworpen in Gods ogen, evenmin als handen en voeten door de mens veracht kunnen worden omdat ze niet zoals het hart bewaarders zijn van het meest innerlijke leven, maar veeleer ook hoog gewaardeerd zijn, omdat zonder deze organen zijn leven maar heel gebrekkig zou zijn.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[16] Nooit zullen er echter kunstwerken gemaakt kunnen worden vanuit het oogpunt van schoonheid, als in de ziel van de kunstenaar niet het vermogen aanwezig is om zich tot zuiverder sferen te verheffen, dat wil zeggen met zijn geestelijk oog te kijken om zelf iets te scheppen. Hoe hij datgene wat hij heeft gezien vorm geeft, is afhankelijk van zijn vrije wil.Vooruitgang boeken, om steeds volmaaktere dingen te geven, kan hij echter alleen, als hij de wegen van het scheppen inslaat die in Mijn ogen juist zijn.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] (De Heer:) 'God Zelf wilde echter ook een doel, dat wil zeggen een norm stellen, die in zichzelf volmaakt is, zodat daar alle lagere en hogere vormen van afgeleid kunnen worden, en zo schiep Hij de menselijke vorm als uitgangspunt van een opklimmende en afdalende lijn.
Hoofdstuk 25: De menselijke vorm en de verlossing ervan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Als jullie de menselijke vorm bekijken, kun je de dierlijke vorm daarvan afleiden, en als jullie de embryo's van dierlijke en menselijke vormen bekijken, dan zien die er in het beginstadium helemaal hetzelfde uit, en pas aan de hand van de intelligentie van hun ziel ontwikkelen ze zich tot het schepsel dat er moet ontstaan. Die aanvankelijke gelijkheid is echter tegelijkertijd ook het bewijs dat in ieder embryo het streven ligt om de menselijke vorm te bereiken, omdat het er anders niet hetzelfde zou uitzien. Het wordt daarin enkel belemmerd door de ziel, die nog niet hoog genoeg staat en die die ontwikkeling dient te verzorgen.
Hoofdstuk 25: De menselijke vorm en de verlossing ervan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Kijk eens naar al Mijn leerlingen hier! Waardoor hebben zij verdiend dat Ik steeds in hun nabijheid ben en hen inwijd in alle geheimen van de hemelen? Ik zeg je: nergens door! Ze hebben liefde voor Mij, en die liefde bindt hen vrijwillig aan Mijn persoon. En als die liefde zou verkoelen zouden ze zich eveneens vrijwillig van Mij afkeren, om achter dingen aan te gaan waar hun liefde, die hen van Mij deed afkeren, hen naartoe zou trekken. Maar in geen geval is er sprake van een of andere verdienste die hen waardig maakt om in Mijn tegenwoordigheid te verblijven. Daarom heb Ik ook steeds gezegd: komt állen tot Mij, die vermoeid en beladen zijn, opdat Ik jullie je lasten afneem! Ik verlang niets anders dan dat jullie Mij daarvoor liefhebben, en dan zal Ik jullie allemaal verkwikken.Wie echter ondanks zijn grote zondenlast niet vrijwillig tot Mij komt, zal Mijn aangezicht nooit kunnen aanschouwen; en hij zal al helemaal niet, zelfs niet door de edelste daden, zonder liefde in zijn hart, een verdienste verwerven die Mij dwingt naar hem toe te komen.
Hoofdstuk 22: De Heer spreekt over verdienste - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Het werd nog erger, toen wij een klein rond gebouw binnengingen, waar zich een hele verzameling goden bevond -allemaal kunstwerken van hoge kwaliteit, die door hun opstelling en de smaakvolle inrichting deze tempelachtige ruimte een ongewoon mooi en verheven karakter verleenden. Vooral voor de vroegere orthodoxe Joden waren deze beelden een gruwel; want in tegenwoordigheid van Jupiter, Mars, Apollo, Venus, Minerva en Ceres en zelfs Pluto leek Mijn aanwezigheid hun onmogelijk. Maar dat Ik luisterde naar de uitleg van Raël, die Mij de kunstenaars noemde die de beelden gemaakt hadden, alsof ik daar niets van wist, was voor hen volkomen onbegrijpelijk. Allen voelden echter dat er iets bijzonders aan Mijn vreemde gedrag in dit huis ten grondslag moest liggen, en ze zwegen, nieuwsgierig wat er op deze uitzonderlijke belangstelling van Mij zou volgen.
Hoofdstuk 23: Het bezit van Raël - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Mijn leerlingen gaven nu onverholen uitdrukking aan hun verwondering over de bijzondere inrichting van huis en tuin, die hun toch niet passend leek voor een wijze Jood, zodat Raël zich begon te verontschuldigen door erop te wijzen dat zijn vele reizen hem vaak gelegenheid hadden geboden de kunstvaardigheid van vreemde volkeren te bewonderen, en dat hij toch alleen maar daarvan enkele voorbeelden in zijn huis had opgesteld, ongeacht het feit dat die voorwerpen voorstellingen weergaven die getuigden van de heidense godencultus. Het was echter de schoonheid, en niet de belichaamde gedachte, die hij toegedaan was, of tenminste alleen in zoverre, dat daardoor zijn geloof in één God niet geschonden werd.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] In die vorm zijn echter alleen de lijnen aangeduid die aangehouden moeten worden om doelmatig als lichaam te dienen -en dat wil weer zeggen: armen, benen, hoofd en romp staan in een juiste verhouding tot elkaar, die de juiste is voor de instandhouding van het lichaam en ook overeenstemt met het gevoel van de menselijke ziel.
Hoofdstuk 25: De menselijke vorm en de verlossing ervan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Maar omdat het hoogste goed, behalve de liefde voor God, nog de deemoed is, zien de geesten heel vaak af van dat stralende uiterlijk en verbergen dat uiterlijke omhulsel onder de mantel van liefdevolle deemoed, evenals ook Ik als God Zelf het vlees van een mens heb aangetrokken, enerzijds om de schepselen de weg te tonen die zij moeten gaan opdat hun zielen vrij worden, anderzijds echter ook om een reden die in de verlossing van de vorm is gelegen, om welke reden Ik ook gekruisigd zal worden.
Hoofdstuk 25: De menselijke vorm en de verlossing ervan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Ik zei: 'Mijn beste Raël, laat dat je nu niet bezighouden; want daarover zul je nog duidelijk onderricht worden. Je moet alleen weten, aangezien Ik ben neergedaald om de mensen te verlossen, dat die verlossing niet alleen geestelijk, maar ook heel grof materieel zal gebeuren, omdat, zoals de leerlingen zojuist zeiden, materie en geest innig samenhangen en de eerstgenoemde uit de laatstgenoemde is ontstaan! De geest staat echter op het punt in de materie ten onder te gaan; daarom moet de materie opengebroken en, om gered te kunnen worden, weer geestelijk worden. En dat is het verlossen van de vorm, dat ook alleen volgens bepaalde wetten kan plaats vinden, omdat in het tegengestelde geval de Godheid Haar schepping zoals die tot nu toe is zou moeten vernietigen, terwijl Zij die toch wil behouden en verlossen. -Maar, zoals gezegd, zullen we dat nu laten rusten; het zal je allemaal nog zonneklaar worden, weliswaar niet hier, maar aan gene zijde in Mijn rijk!'
Hoofdstuk 25: De menselijke vorm en de verlossing ervan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Ik,jullie Leermeester, ben echter naar de aarde gekomen om hun de beste wegen te wijzen. En omdat Ik de Leermeester en de Wijze aller werelden ben, zal het doel ook heel zeker bereikt worden -weliswaar langs wegen die een vleselijk mens verkeerd zullen voorkomen, maar die voor een mens die reeds in het vlees geestelijk gewekt is en voor een zuiver geestelijk mens gemakkelijk te begrijpen zullen zijn.'
Hoofdstuk 26: De macht van de liefde - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  345 - 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370  ...