17481 resultaten - Pagina 358 van 1166
... 346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 ...
[5] Ga eens iemands huis binnen! Als het schoon en ook naar omstandigheden sierlijk ingericht is, kun je er vast op rekenen, dat ook het innerlijk van deze mens er vrijwel net zo uitziet. Kom je echter in het huis van iemand waar alles onder het vuil zit en in alle opzichten een totaal gebrek aan huiselijke orde heerst, dan kun je wel meteen omkeren en de regel toepassen die Ik jullie leerlingen al gegeven heb, namelijk dat je de parels van Mijn evangelie nooit voor de zwijnen moet gooien! Daar zou dat ook volkomen tevergeefs zijn, want zoals reeds gezegd: iemand die geen gevoel voor schoonheid heeft, wat eigenlijk de bloesem van de waarheid is, heeft ook geen waarheidszin, die als nuttig levenszaad op de bloesem volgt.Hoofdstuk 136: Het gevoel voor schoonheid, een bloem van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Op de vierde dag bezochten wij deze tempel met zijn drie oude priesters. Wij waren met vierhonderd mensen, omdat velen uit de stad ons volgden, want wij hadden daar allerlei zieken genezen, blinde ziende en doven horend gemaakt, en velen namen de leer aan en leefden voortaan volgens haar regels voor het leven.
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Maar toen ik de rivier later terugzag, zag ik geen licht meer, opnieuw rustte de donkerste nacht op zijn rug, en ik keek heel lang, en zie, het wilde niet meer licht worden! En ik hoorde een stem als het ruisen van veel winden door dor struikgewas, en de stem sprak: 'Wee, jij brenger van de nacht, wanneer Ik terug zal komen! Jou zal Mijn gericht dubbel hard treffen; want jij was licht en bent weer nacht geworden! Zo zeg Ik het jou en vertel jij het zo verder aan jouw wormen! Zo wil het de Eerste en de Laatste, de Alfa en de Omega!"
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[22] IK zei: 'Daar staan Mijn leerlingen, richt je tot hen, dan zullen zij jullie de weg wijzen waarlangs je tot de juiste ware wijsheid kunt komen als je hem bewandelt en daarnaar handelt, -maar niet hier in deze tempel, maar in het huis van de overste in de stad! Kom daarheen en laatje onderwijzen!'
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[23] DE PRIESTER zei: 'O verhevene, dat is voor ons een heel moeilijke zaak, omdat wij volgens onze voorschriften eigenlijk nooit van deze wijsheidshoogte af mogen dalen naar de laagvlakte! Want symbolisch woont de wijsheid steeds alleen maar op de zuivere hoogte en daalt nooit in de vuile laagte af, zoals ook het verstand van ieder mens in zijn hoofd zetelt, in het hoogste deel van zijn lichaam.'
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[26] Toen zei DE OVERSTE: 'Daar ben ik zelfs erg blij om! Kom nu maar meteen mee -want wij gaan direct terug -, en wees vandaag en morgen mijn gast, omdat deze verhevenste Man van alle mannen der gehele aarde ook nog morgen heel genadig bij mij wil blijven!'
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Toen bekeek DE OVERSTE het eten en het hele servies en bestek wat nauwkeuriger en zag dat alle schotels, lepels, messen en drinkbekers van puur goud gemaakt waren. Hij kwam vlug naar Mij toe en zei: 'Heer, Heer, dat is Uw werk! Hoe ben ik, arme zondaar, een duistere heiden, door U voor zo'n genade waardig bevonden?! Ik ben immers helemaal niet waard dat Uw overheilige voeten mijn onreine huis betreden, -laat staan voor zo'n ongehoorde eer, die zelfs voor een keizer van Rome te groot zou zijn!'
Hoofdstuk 138: De wondermaaltijd in het huis van de overste. Wezen en werking van de liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Waarlijk, Ik zeg jullie: Zonder de ware liefde zullen jullie God niet vinden, Hem nooit goed herkennen en Hem zodoende ook nooit kunnen naderen! Alleen de liefde toont jullie de zekere weg naar Hem, -jullie verstand echter eeuwig nooit! En wie de weg naar God niet vindt, vindt ook de weg naar zijn hoogst eigen leven niet en dwaalt daarom in het duister en op de wegen van het gericht en de eeuwige dood. Onthoud dat van Mij; de rest zullen jullie later wel van Mijn leerlingen horen.'
Hoofdstuk 138: De wondermaaltijd in het huis van de overste. Wezen en werking van de liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Verder is er in deze plaats niets meer gebeurd wat speciaal vermeld zou moeten worden. De leerlingen hebben de drie priesters volledig bekeerd, en Ik heb ook in deze stad een gelovig dokter gezegend, zodat hij daarna door handoplegging in Mijn naam in staat was heel veel zieken volledig te genezen. En zo verliep ook de volgende dag snel.
Hoofdstuk 139: De sjacherjoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Voor een juister begrip kan er hier nog ten overvloede aan toegevoegd worden, dat de door ons bezochte plaatsen, die voor Mijn tijd ongeveer achthonderd jaar tot Syrië behoord hebben, zich nu tot Capadocië rekenden; maar Deba, waar Ik na twee dagen met Mijn leerlingen heenging, behoorde wel bij Syrië, dat in Mijn tijd aan het eigenlijke Galilea grensde en eigenlijk noord-Galilea was.
Hoofdstuk 140: De terugreis naar Kapérnaum. De reus en zijn preek tegen de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Vanuit deze stad trokken wij ons weer in ons eigenlijke Galilea terug, bezochten daar nog een aantal kleine plaatsen en dorpjes en hadden met de nieuwe leer steeds veel succes.
Hoofdstuk 140: De terugreis naar Kapérnaum. De reus en zijn preek tegen de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Tijdens Mijn rustperiode van ongeveer tien dagen in het huis van onze Matthias kwamen er heel veel burgers en handelslieden die hem naar zijn beroep vroegen en wilden weten wat hij nu in Kapérnaum van plan was.
Hoofdstuk 140: De terugreis naar Kapérnaum. De reus en zijn preek tegen de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Wij blinde heidenen hebben dat bij het eerste teken duidelijk onderkend, hoewel wij er niets van wisten dat Zijn komst op deze povere aarde reeds verscheidene honderden jaren geleden al door vele profeten heel eenstemmig voorspeld is, en dat zelfs met tijd, plaats en een aantal andere omstandigheden precies omschreven werd, wanneer, waar en hoe Hij, de Almachtige Zelf, uit Zijn hoogste hemel als mens naar deze aarde af zou dalen. Hier bij ons verblijft de Verhevenste! Waarom geloven jullie dat toch niet? Omdat jullie kinderen van Beëlzebub zijn en onmogelijk kinderen van God kunnen zijn! Maak datje weg komt, anders verplettert mijn toorn jullie!'
Hoofdstuk 140: De terugreis naar Kapérnaum. De reus en zijn preek tegen de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Op een dag kwam de reeds bekende overste van de synagoge met zijn Farizeeën en schriftgeleerden bij Matthias en eiste Mij te spreken, omdat hij gehoord had dat Ik met Mijn leerlingen opnieuw hier verbleef. Want hij had van Jeruzalem uitdrukkelijk bevel gekregen nauwkeurige inlichtingen over deze Nazareeër in te winnen, over wat hij deed en waar hij nu mee bezig was. Ja, hij moest hem zelfs oppakken en hetzij dood of levend aan Jeruzalem uitleveren.
Hoofdstuk 141: De mislukte overval van de overste van de synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] DE REUS zei: 'Hoe komt het dan, dat alle heidenen uit de steden langs de Eufraat vrijwel alleen vanwege Zijn verheven leer aanhangers van Hem zijn geworden, en dat degenen die Hem volgden ook meteen de beschikking kregen over de een of andere zuiver goddelijke kracht?! Een dokter in Serrhe kreeg de wonderbaarlijke gave al zijn zieken slechts door het geloof in de almachtige naam van deze Godmens zo te genezen -en wel in één enkel ogenblik -, dat de zieke daarna zo gezond is alsof hij nooit iets gemankeerd heeft. Ja, zelfs dode mensen krijgen weer een nieuw leven en zijn dan zo fris en gezond als een zorgeloze gazelle in het hooggebergte! Als de heidenen dat echter kunnen doen en inzien, waarom dan jullie Joden niet, waarvan toch geschreven staat dat zij het uitverkoren volk van God zijn? Ik zeg jullie echter uit naam van de hoogst verheven Godmens: Jullie kunnen het niet omdat jullie al van je geboorte af aan ondergeschoven kinderen van Beëlzebub zijn en daarom de meest doortrapte vijanden van God. Als jullie dat echter ontkennen, verdienen jullie niet beter dan totaal van deze aardbodem verdelgd te worden.'
Hoofdstuk 141: De mislukte overval van de overste van de synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)