Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 358 van 1110

...  346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371  ...
[4] Jullie zijn vreemdelingen uit het verre morgenland, en jullie hebben Mij gevonden en herkend; en het waren ook vreemdelingen uit jullie land die, toen Ik Mij met het lichaam van deze wereld bekleed heb, Mij bij Mijn eerste intrede in deze wereld als eersten gezocht en reeds in het pasgeboren kind herkend hebben. Maar van dit van ouds uitverkoren volk hebben nog maar heel weinigen Mij herkend, maar tot nu toe des te meer achtervolgd, hoe en waar zij maar konden; daarom wordt het licht ook van hen weggenomen en aan de heidenen gegeven.
Hoofdstuk 123: Het aannemen van het woord van de Heer in Indië. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Maar voordat dit licht weer in deze landstreek zal doordringen, zal het in jullie land aan de grote zee komen. - Begrijpen jullie dat allemaal?'
Hoofdstuk 123: Het aannemen van het woord van de Heer in Indië. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Daarop sprak de koning: 'Luister, ik veroordeel je volgens je eigen woorden! Je bent een schelm! Als je wist dat ik een hard man ben en neem wat ik niet heb weggelegd en oogst waar ik niets gezaaid heb, - waarom heb je mijn geld dan niet naar de wisselbank gebracht, zodat ik bij mijn terugkomst mijn geld weer met woeker teruggekregen zou hebben?!'
Hoofdstuk 124: Geroepenen en uitverkorenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[21] Ik Zelf zeg daarop nu tegen jullie allemaal: Wie heeft, zal er nog meer bij gegeven worden, zodat hij dan overvloedig heeft; wie echter niet heeft, van hem zal wat hij had ook nog afgenomen worden. Degenen die echter niet wilden dat de koning over hen zou heersen, hebben gezondigd, en daarvoor zullen zij gewurgd worden met alle nacht en duisternis van het gericht en de dood van de ziel!
Hoofdstuk 124: Geroepenen en uitverkorenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Denk daar nu zorgvuldig over na, neem het beeld goed in je op en zeg Me dan, of de koning volgens jou nog een onbarmhartige tiran is! - Heb je Mij nu ook goed begrepen?'
Hoofdstuk 125: De kritiek van de magiër op de gelijkenis van de toevertrouwde ponden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Jullie zullen je er morgen in Emmas allemaal van overtuigen, wat het betekent om een volmaakt mens te zijn. Ik zeg jullie: E‚n waarachtig volmaakt mens kan meer dan alle andere onvolmaakte mensen op de hele aarde.
Hoofdstuk 126: De juiste opvoeding van kinderen, afgestemd op hun verschillende aanleg. Het belang van innerlijke vorming voor het wekken van de geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik zei: 'Bedenk het volgende: Een profeet wordt nergens minder geëerd dan in zijn vaderland! Jullie staan bij jullie landgenoten bekend als mensen met enigszins overdreven denkbeelden. Zij hebben jullie daarom ook zulke verre reizen laten maken, omdat jullie hun vaak wat te veel op hun geweten hebben gewerkt. Als jullie nu met een juist licht naar huis zouden komen, zouden jullie weinig weerklank bij hen vinden en bij het buitengewoon dom geworden volk nog veel minder. Daarom is het voor jullie zieleheil beter om bij jullie eenmaal genomen besluit te blijven. Zend je dienaren naar je land om in jullie naam jullie zaken af te handelen en dan weer terug te keren! Bekommer je er verder niet om; want jullie land is voor Mijn licht nog bijna tweeduizend jaar te jong, dat wil zeggen, te blind en te dom. Jullie zullen echter in het westen mensen aantreffen die meer ingenomen zullen zijn met Mijn licht dan jullie volk thuis; aan hen kunnen jullie meedelen wat je hier ontvangen hebt!
Hoofdstuk 123: Het aannemen van het woord van de Heer in Indië. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Streven jullie er daarom vooral naar om volmaakte mensen te worden! Als jullie dat zijn, dan ben je alles en heb je alles.
Hoofdstuk 126: De juiste opvoeding van kinderen, afgestemd op hun verschillende aanleg. Het belang van innerlijke vorming voor het wekken van de geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Maar Ik zeg jullie ook, dat het bereiken van het rijk van God nu geweld vereist. Wie het willen bezitten, moeten het met kracht letterlijk naar zich toetrekken; wie dat niet zullen doen, zullen het ook moeilijk reeds hier op aarde volledig tot hun levend bezit kunnen maken..
Hoofdstuk 126: De juiste opvoeding van kinderen, afgestemd op hun verschillende aanleg. Het belang van innerlijke vorming voor het wekken van de geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Wie God boven alles liefheeft, belijdt God en dus Mij voor de hele wereld, en Ik belijd ook hem in Mijn liefde, en daaruit bestaat het ware, eeuwige leven van de ziel van de mens. En doordat de mens juist door die levende liefde tot God ook tot de hoogste wijsheid komt en komen moet -dat is dan de hemel of Gods rijk -, daardoor heeft de mens ook Gods rijk in zich gekregen, dat hem dan eeuwig niet meer afgenomen kan worden. Dit heb Ik jullie nu uitgelegd; onthoud het, grif het inje hart en handel ernaar, dan zullen jullie het eeuwige en ware leven in je hebben! Maar gun Me nu even wat rust, en denk na over wat Ik jullie nu verteld en getoond heb!'
Hoofdstuk 127: Het rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Iets heel anders is het als iemand tegen zijn broeder zegt: 'Luister eens, die en die woorden heb ik niet zo goed begrepen! Hoe heb jij die opgevat?' Als deze dan in alle liefde en bescheidenheid tegen zijn broeder zegt hoe hij het begrepen heeft, dan is dat beslist geen verheffing van het eigen, betere verstand boven dat van zijn broeder, maar een werk van ware naastenliefde. Maar met jullie twistgesprekken kan ik het niet eens zijn.'
Hoofdstuk 128: De plaats van de hemelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] De drie magiërs hadden ook nog iets wat zij van Mijn leer niet konden begrijpen, en dat was de plaats van de hemelen; want zij zeiden: 'Dat het volledig kennen van God, Zijn wil en Zijn liefde en wijsheid, en het leven en handelen volgens de wil van God, op zichzelf Gods rijk uitmaakt, is volgens de leer van de Heer nu wel duidelijk, en ook is het duidelijk dat wanneer iemand dat alles in zichzelf tot stand heeft gebracht, hij zich wat betreft zijn ziel volledig in Gods rijk bevindt en het eeuwige leven heeft en dus een volmaakt mens is; maar waar is de plaats waar zijn ziel zich zal bevinden als die later haar lichaam verliest?'
Hoofdstuk 128: De plaats van de hemelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik was hem echter voor en zei: 'Ik weet wel wat jullie bezwaart en wat je zou willen weten! Dat zouden jullie nu nog niet begrijpen, omdat je ziel nog niet vrij genoeg is van de materie van je lichaam; als zij echter meer één wordt met de geest van Mijn liefde in je, zal je eigen geest je wel de plaats aangeven van dat rijk, waarin je ziel dan eeuwig in haar hoogste vrijheid zal leven, en als heer en meester kan handelen. Maar je lichaam kan dat nu nog niet begrijpen.
Hoofdstuk 128: De plaats van de hemelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik zei: 'Wel niet zulke, maar daar zullen de ochtenden nog onnoemelijk heerlijker zijn en langer duren; want deze ochtend kun je niet verlengen, : n:aar de hemelse kan en zal een eeuwige zijn. Want Ik zeg jullie wat Ik jullie al vaak heb gezegd: Geen vleselijk oog heeft ooit gezien en geen hart ondervonden wat God allemaal voor hemelse vreugden bereid heeft voor hen die Hem liefhebben. Jullie zouden in deze aardse toestand niet in staat zijn ook maar de geringste daarvan te verdragen; maar als Mijn geest jullie eenmaal helemaal doordrongen zal hebben, dan zullen jullie wel in staat zijn ook de ochtend van Mijn hemel met uitbundige gelukzaligheid te verdragen!'
Hoofdstuk 129: Het arbeidsveld van de apostelen en de kinderen Gods aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] )k zei: 'Niet alleen deze, maar nog eindeloos veel andere; want jullie, als Mijn kinderen en lichamelijk gezien Mijn broeders, zullen de hele oneindige schepping met Mij gaan regeren en moeten natuurlijk zien wat je zult regeren!'
Hoofdstuk 129: Het arbeidsveld van de apostelen en de kinderen Gods aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  346 - 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371  ...