15542 resultaten - Pagina 359 van 1037
... 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 ...
[4] Kijk, met zulke verschrikkelijke, hun door duivels ingegeven uitvindingen voerden de mensen van de nu vernietigde planeet hun steeds misdadiger praktijken uit en tenslotte ook op zeer grote schaal. Ze voerden oorlogen, en de een ondermijnde het land van de ander diep aan alle kanten, en ze vulden de mijnen met grote hoeveelheden van die duivelse springstof Die werd dan op slinkse wijze aangestoken en vernietigde het hele grote land. Met dergelijke pogingen om het land te vernietigen gingen ze steeds verder en verder, en ze maakten ook steeds diepere en grotere gaten in hun grote aarde, die bijna tweeduizend keer groter was dan deze aarde; maar tenslotte kwamen ze toch te diep, waardoor de inwendige kamers van die aarde, die van nature ook ver en diep naar alle kanten met oervuurstof gevuld zijn, snel en heftig mee in brand vlogen. En kijk, dat inwendige vuurgeweld rukte de gehele grote planeet uit zijn voegen en deed hem in alle richtingen exploderen, en de slechte mensen hadden hun einde bereikt, samen met dat van hun aarde!Hoofdstuk 76: Over de bewoners van het vernietigde hemellichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Want kijk! De mens is als een reiziger die op een sombere dag reist, wanneer er dichte nevels over dalen en bergen liggen. Hoewel zulke nevels de hele overigens prachtige omgeving totaalonzichtbaar maken, bestaat die omgeving wel; alleen kunnen de zuivere beelden daarvan het oog van de reiziger niet bereiken, en kan hij zich dus ook geen voorstelling vormen van wat de dichte nevel voor zijn ogen verbergt. Hij kijkt wel naar de weg en ziet aan de maar vaag zichtbare tekenen op de weg dat hij waarschijnlijk wel op de goede weg loopt. Maar vaak komen er zijwegen en die vervullen hem dan weer met vrees en zorg, omdat hij niet precies kan weten welke weg eigenlijk de goede is. Hij wacht, of er niet een andere reiziger hem tegemoet of achterop komt. En er komen er ook wel enkelen; maar het vergaat hun net als hem, die van hen wilde horen welke de goede weg is. De één denkt dat de middelste weg waarschijnlijk wel naar de genoemde plaats zal leiden; een ander zegt dat het de plek is waar de weg naar de genoemde plaats naar rechts buigt; een derde beweert het tegendeel, en een vierde geeft de volgende mening: 'We weten hier geen van allen de weg; laten we daarom rechtsomkeert maken en in de plaats blijven vanwaar we vertrokken zijn, tot de nevel optrekt; daarna kunnen we met zekerheid onze tocht beginnen!'
Hoofdstuk 77: Gelijkenissen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Want mensen van dit soort zullen na hun lichamelijke dood eerst hun doodzonden op de kale maan moeten afwassen, en van het rijk Gods zullen ze steeds een behoorlijk eind verwijderd blijven; want ze zullen in het nieuwe Jeruzalem nooit binnengelaten worden. Mensen die gespeend zijn van iedere liefde voor God en voor hun naaste, zijn ook gespeend van het rijk Gods in zichzelf. Ze moeten dan ook in hun zwarte schijnlicht blijven! Op de maan zal hun woonplaats zijn, en alleen maar aan die kant die hij onveranderlijk en onwrikbaar naar de materie van deze aarde toekeert.
Hoofdstuk 78: Het belang van een voorbeeld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Wij hadden nu ongeveer een half uur gerust, toen er een dienaar van Lazarus in de zaal naar ons toe kwam en zei, dat er buiten een mooie jonge vrouw met een paar dienaren aangekomen was, die de vurige wens had de Heer te zien en te spreken. Hij vroeg of ze binnengelaten moest worden, of dat men haar een andere woning moest wijzen.
Hoofdstuk 80: De zalving in Bethanië (22.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Kijk naar deze vrouw! Zij heeft werkelijk veel gezondigd; n:aar omdat zij volopenhartigheid is en bovendien veel werken van naastenliefde heeft gedaan, is haar nu ook veel vergeven en zij is Mij nu liever dan menige rechtvaardige die nooit gezondigd heeft. Want Ik ben met vanwege de rechtvaardigen in deze wereld gekomen, maar enkel vanwege de berouwvolle zondaars, evenals ook een arts alleen naar diegenen gaat die hem nodig hebben en niet naar de gezonde mensen, die de arts niet nodig hebben.'
Hoofdstuk 80: De zalving in Bethanië (22.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Speciaal in het gezonde menselijke gemoed overweegt zeker een blij gevoel van zaligheid, want wie zou er soms niet blij, gelukkig en opgewekt willen zijn? Maar temidden van deze gevoelens, die de mens vaak zo gelukkig maken, komen de zwarte en het gemoed beangstigende gedachten aan een zekere dood naar boven, en met de zaligheid is het dan dagenlang gedaan!
Hoofdstuk 81: De dood van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] De aartsvaders stierven allemaal een gemakkelijke en zachte dood; want als de engel hen riep, verlieten hun zielen met grote vreugde hun lichaam, dat van hun kinderjaren tot op hoge leeftijd geen pijnen hoefde door te maken maar meestal steeds krachtig en gezond bleef De uiteindelijke lichamelijke dood was ook geen gevolg van hevig lijden en pijn, maar vond altijd alleen maar plaats wanneer men naar de roep van de engel verlangde; Waarna de ziel vrij en zonder enige dwang uit het lichaam trad en het lichaam zonder de minste pijn om zo te zeggen insliep.
Hoofdstuk 82: De oorzaken van de pijn die aan de dood voorafgaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Voorts moeten jullie matig zijn in het eten en drinken en niet begerig zijn naar onnatuurlijke lekkernijen, dan zullen jullie lange tijd de gezondheid van je lichaam behouden en de dood op hoge leeftijd zal zijn als het aangenaam inslapen van een moe geworden arbeider in de ware wijngaard van God. De ziel zal daarbij zalig en helderziend uit het broos geworden lichamelijke omhulsel wegzweven en onmiddellijk door vele vrienden in de onbeschrijfelijke vreugde van de hemelen binnengeleid worden, en ze zal eindeloos blij en opgewekt zijn, omdat ze eindelijk verlost is van deze wereld en de ellende ervan,
Hoofdstuk 82: De oorzaken van de pijn die aan de dood voorafgaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Kijk maar eens hoe het de ziel van een misdadiger te moede is, als hij overeenkomstig de wetten naar de plaats van terechtstelling wordt gesleept om te sterven! Die ziel ziet in de eerste plaats al de lichamelijke dood voor zich en voelt en smaakt die op zeer kwellende wijze, en in de tweede plaats duurt de dood voor die machteloze en geestelijk dode ziel aan gene zijde nog heel lang voort. Dat laatste komt ten eerste doordat zij in haar machteloosheid en volledige verlatenheid zich niet meer overeenkomstig de in haar brandende woede kan wreken op degenen die haar lichaam gedood hebben, en ten tweede doordat ze in de diepste levensduisternis terechtkomt, waaruit ze geen uitweg vindt en zo de ergste kwelling ondergaat, net zolang tot ze haar eigen slechtheid begint in te zien en haar lot geduldig verdraagt. Wil dat soms niet zeggen dat zo'n ziel de dood ziet, voelt en smaakt?!
Hoofdstuk 81: De dood van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ja, wanneer ieder mens wist wat wij nu door Uw genade weten, zou hij zich van de gedachte aan de dood natuurlijk niets aantrekken! Maar hoe weinigen zijn er, die dat weten. En dus zijn ze naar mijn mening ook te verontschuldigen als ze midden in hun ellende, die ze zich voortdurend helder bewust zijn, zoveel mogelijk verstrooiing zoeken, zodat ze niet als vrienden van een gelukkig leven ieder ogenblik door de gedachte aan de dood en het graf opgeschrikt worden. Ik zie nu wel in dat de mens met het dragen van zijn zware vleselijke last nooit volledig zalig kan worden, en dat de lichamelijke dood uiteindelijk een onschatbare winst voor hem is; maar de Schepper had de mens toch het voorrecht kunnen schenken, dat zijn dood niets bitters in zich zou hebben en niets, wat zijn gemoed dikwijls zozeer beangstigt? De mens zou immers in één ogenblik opgelost en een bewoner van de andere wereld kunnen worden!
Hoofdstuk 81: De dood van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Maar er komt nu nog een heel belangrijke vraag aan U naar boven, omdat alleen U die volgens de levende waarheid kunt beantwoorden. Kijk, Heer en Meester, wij hebben nu met een volkomen geloof, dat ons hele wezen overtuigt, Uw leer aangenomen en zullen ook strikt volgens de heilig ware grondbeginselen daarvan leven en handelen. Maar vroeger hebben wij toch wel heel wat jaren, in allerlei zonden doorgebracht, wat beslist niet volgens Uw orde was. Bij dergelijke gelegenheden zijn er wellicht ook vele onreine geesten in ons vlees binnengeslopen en hebben zich daar genesteld, wat ik nu duidelijk afleid uit menige ziekte die ik al door heb moeten maken. Zullen deze lichamelijke ziektegeesten door het daadwerkelijk eten van Uw brood en door het drinken van Uw hemelse wijn wel helemaal verwijderd kunnen worden, zodat ze mij tijdens het sterven niet zullen kwellen, of zal ik vanwege de zonden die ik begaan heb tenslotte toch de bitterheid van de dood nog enigszins moeten voelen en smaken?'
Hoofdstuk 82: De oorzaken van de pijn die aan de dood voorafgaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Bij het langzame ontbinden veranderen de onreine geesten echter eerst in een ontelbaar aantal kleine en ook grotere wormen; die verteren het lijk en tenslotte ook elkaar, ontbinden vervolgens zelf en stijgen in reeds zuivere vochten naar het oppervlak van de aarde, waar ze weer overgaan in allerlei kruiden en dan van daaruit naar een zuiverder soort wormen en insecten. Kijk, zo willen Mijn wijsheid en Mijn orde het, en Ik heb jou daar nu precies zoveel over gezegd als voor de mens nodig is om te weten; het overige zal de geest jou wel meedelen wanneer het nodig is datje het weet.
Hoofdstuk 83: Waarom lijken langzaam ontbinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Maar onvolmaakte en kwade en duistere zielen zullen dat niet kunnen; dat zou ook niet goed zijn, omdat die in hun grote leedvermaak en wraakzucht de aarde en alle schepselen zeker grote schade zouden toebrengen. Ze houden zich wel op in de laagten van deze aarde, en ook in vele holen en grotten van de aarde; maar toch zien ze niet de plaats waar ze zitten, maar alleen het ongegronde en luchtige beeld van hun fantasie. Alleen af en toe wordt het de.ze of gene overleden ziel toegestaan om zich bewust te worden van de materiële plaats waar zij woont. In een dergelijke toestand weet deze dan ook, wat een familielid van hem of ook een ander mens op aarde doet, hoe het met hem gaat, en zo nog vele dingen -maar alles slechts gedurende een paar ogenblikken; daarna keert hij direct weer terug naar zijn futiele fantasie oord, waar hij zijns gelijken vindt. Want ook bij de onvolmaakte en slechte zielen is het zo, dat gelijkgestemden zich in verenigingen aaneensluiten, maar natuurlijk niet in goede; want in goede verengingen sluiten alleen de zalige geesten zich aaneen. Al het andere heb Ik jullie op de Olijfberg al uitgelegd en getoond en zodoende is het hiermee genoeg. -Hebben jullie dat goed begrepen?'
Hoofdstuk 83: Waarom lijken langzaam ontbinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen allen dat tegenover Mij hadden uitgesproken, kwam Agricola nog naar Mij toe en zei: 'Heer en Meester, bij ons Romeinen worden de lijken, in het bijzonder die van voorname mensen, verbrand en de as wordt dan in bepaalde urnen en kruiken op daarvoor bestemde plaatsen bewaard, of van heel vooraanstaande heren worden de lijken gebalsemd en vervolgens in de catacomben bewaard; alleen het arme volk en de slaven worden begraven op daarvoor bestemde goed ommuurde plaatsen. Moet dat zo blijven of veranderd worden? Wat vindt U van het verbranden en balsemen van de lijken?'
Hoofdstuk 84: Het verbranden en balsemen van lijken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen nu ook over dit onderwerp, dat de schriftgeleerde naar voren gebracht had, al het nodige besproken was en het al bijna avond was, stuurden de Farizeeën, die al enige uren geleden naar Bethanië gekomen waren, een dienaar naar Lazarus om te vragen of hij voor een goed overleg naar hen toe wilde komen; want ze zouden nu van hem willen horen of ze voor niets naar Bethanië gekomen waren.
Hoofdstuk 85: De Heer en de pas bekeerde priesters (30.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)