10915 resultaten - Pagina 359 van 728
... 347 - 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 ...
[5] Na deze woorden verdwenen de hemelse bewoners, en wij waren weer alleen zoals tevoren in de grote eetzaal van Raël. Lange tijd zaten de Mijnen nog als verdoofd door de heerlijkheid van wat ze hadden gezien; want zo diep hadden ze nog nooit een blik in de geheimen der hemelen geworpen, en ze hebben tijdens hun lichamelijke leven ook nooit weer zo'n blik gekregen. Het gebeurde echter opdat hun zielen nu sterk zouden blijven -ook zonder wonderen die Ik uitsluitend in hun kring, en niet in het openbaar deed. Dit laatste diepgaande schouwen moest zich onuitwisbaar inprenten en voor hen een richtsnoer blijven voor hun verdere leven, alsook voor hun verdere leven zonder stoffelijk lichaam in Mijn rijk.Hoofdstuk 30: Over het sterven - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] De drie apostelen bleven echter dicht bij Mij en bleven zwijgen. Ik vroeg hen dus of zij niet ook de anderen wilden volgen, waarop Johannes antwoordde dat hij en zijn broeders dat zouden doen, als het Mijn wens was, maar dat zij anders zouden blijven.
Hoofdstuk 31: Een rustdag - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Om die plaats te bereiken moesten we een omweg maken, omdat Ik niet de bedoeling had langs Jeruzalem te gaan, maar ongezien in de woonplaats van Lazarus wilde aankomen, die volgens de Joodse maat vijftien veldwegen daarvan verwijderd was. Bethanië lag echter niet op de plaats van het huidige dorp El Azarije *,(* El Azarije of eizariya: tegenwoordig neemt men aan dat hier vroeger Bethanië lag; werd in de 4e eeuw Lazarion genoemd.) maar nog meer naar het oosten, zodat wij daar niet vanaf de westkant van de Olijfberg, maar vanaf de oostkant aankwamen.
Hoofdstuk 33: De oorzaak van de dood van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Lazarus had echter alle brutaal naar voren gebrachte aanspraken en aanbiedingen van de hand gewezen en ergerde zich vaak zo sterk aan de opdringerigheid van het tempelgespuis, dat Ik hem vermaande om die vurige drift af te leggen, omdat die kwade gevolgen voor hem kon hebben. Hij volgde Mijn raad ook naar vermogen op en werd, sinds Ik hem toentertijd die honden had bezorgd, ook veel rustiger, omdat hij niet meer zo vaak werd lastig gevallen.
Hoofdstuk 33: De oorzaak van de dood van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Des te meer kookte het echter inwendig in hem, zodat hij een gloeiende galkoorts kreeg, die hem in zeer korte tijd de dood bracht. Dat was de uiterlijke aanleiding tot zijn dood; de innerlijke, zuiver geestelijke was al aangeduid door het antwoord dat Ik de knecht gaf, en ook door de woorden tegen Mijn leerlingen.
Hoofdstuk 33: De oorzaak van de dood van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Die woorden waren echter alleen een herhaling van die van Mij, aangezien Ik dikwijls bij Mijn onderricht had gezegd: 'Wat de Zoon aan de Vader vraagt, wordt Hem gegeven!' -maar die woorden waren geen vaste overtuiging van het feit dat Ikzelf de Vader was, ondanks dat er toch veel bewijzen waren, welke degenen die Mij zeer na stonden allang grondig de ogen hadden moeten openen voor Wie er in Mij leefde.
Hoofdstuk 34: De aankomst in Bethanië - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Maar Martha alsook haar zuster Maria waren door deze bijna onoverkomelijk lijkende slag van het noodlot innerlijk zo onzeker geworden, dat hun voorlopig alleen de grote ellende voor ogen stond, waarin ze zich bevonden, en het vroegere vaste geloof in Mij en Mijn zending volkomen op de achtergrond raakte. Zo geven de mensen meestal blijk van een schijnbaar sterk geloof, zolang de uiterlijke levensomstandigheden gunstig zijn. Ze vallen echter onmiddellijk weer terug in onzekerheid, en zelfs ongeloof, zodra hun een kleine beproeving overkomt die God naar hun mening had moeten afwenden, omdat zij zichzelf toch tot de gelovigen rekenen -God zou dus de verplichting hebben hen tegen ieder kwaad te beschermen.
Hoofdstuk 34: De aankomst in Bethanië - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[13] Hoe lang zullen onmondige kinderen zich nog verstouten de leraar aanwijzingen te geven, hoe hij hen moet opvoeden?! Ik, de Leraar, voed Mijn kinderen echter niet op zoals zij willen, maar zoals het voor hen het beste is.
Hoofdstuk 34: De aankomst in Bethanië - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Ik antwoordde haar: 'Weetje niet dat iedere dag de jongste' is, en dat Ik de opstanding en het leven ben?! Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al zou hij lichamelijk sterven. Wie echter leeft en in Mij gelooft, zal nooit meer sterven. Degene aan wie de macht is gegeven om zielen op te wekken, opdat zij het volkomen ware, lichte en zuivere leven in zich hebben, zou Die niet de lichamen weer tot leven kunnen brengen, die immers eerst door de ziel worden geschapen?! -Geloof je dat?'
Hoofdstuk 34: De aankomst in Bethanië - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Haar vroegere, meer naar buiten gerichte leven had zich echter volkomen verinnerlijkt en haar de heldere blik gegeven, waardoor zij Mij van de broer en de beide zusters ook het meest herkende. Nu, na de dood van haar broer, traden de Farizeeën des te onbeschaamder op, omdat zij niet in een ware verandering van haar innerlijk geloofden; ze probeerden zelfs Mij voor de door Lazarus begunstigde minnaar uit te maken en hadden hierover, evenals over het uitblijven van Mijn wonderkracht, die Mijn vriend toch had moeten redden, honende opmerkingen gemaakt.
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] De overige Joden stemden daarmee in, en zo volgden zij langzaam de voortlopende Maria. Toen zij Mij echter temidden van de Mijnen zag, rende ze onstuimig op Mij toe en viel luid huilend aan Mijn voeten neer.
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[14] Ook de andere Joden, die Mij en Mijn woord toch allemaal kenden want het waren echte vrienden van Lazarus die zelf arm waren, maar voor wie hij tijdens zijn leven veel goeds had gedaan en die hem in hun hart heel dankbaar waren -vielen de spreker bij en kwamen in opstand tegen God. Maria begon echter des te heviger te huilen, en de Mijnen keken Mij aan met blikken die duidelijk uitdrukten dat zij in dit geval de wegen van de Godheid niet begrepen.
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[17] Ik ging echter bij de ingang van de rotsgang staan en zei met luide stem: 'Vader, Ik dank U dat U Mij, Uw Zoon, hebt verhoord! Maar Ik weet dat U Mij altijd hoort; want Uw stem leeft en klinkt in Mij. Niet ter wille van Mijzelf, maar ter wille van het volk dat hier rondom staat zeg Ik dit, opdat zij eindelijk geheel en al geloven en inzien dat U Mij hebt gezonden en dat U in Mij leeft, zoals Ik in U!'
Hoofdstuk 36: De opwekking van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[20] Lazarus was echter geheel in lijkdoeken gehuld, zijn gezicht bedekt met een zweetdoek. Hij was rechtop gaan zitten en zat in het graf als iemand die uit een diepe slaap ontwaakt en zijn gedachten nog niet goed kan verzamelen.
Hoofdstuk 36: De opwekking van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Ik hief hem echter op, drukte hem aan Mijn borst en zei: 'Lazarus, je hebt door Mij de dood overwonnen - zorg dat je dat ook zonder Mijn hulp kunt; want een mens is pas werkelijk vrij van alle banden van de dood, wanneer hij uit zichzelf Mijn kracht naar zich toe trekt en dan als overwinnaar en heerser uit zijn graf treedt, waar zijn ziel in sluimerde! -Maar ga nu naar binnen en sterk je, opdat je lichaam nieuwe krachten verzamelt voor het aardse leven!'
Hoofdstuk 37: De bekering van veeljoden - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)