Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 360 van 1166

...  348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373  ...
[11] Waarlijk, Ik zeg jullie: Zonder Mij kunnen jullie niets verdienstelijks doen voor het eeuwige leven! (Joh. 15,5) Pas wanneer jullie daarmee in je hart instemmen, zijn jullie Mijn ware leerlingen - en nog meer: Daardoor zijn jullie ook Mijn echte broeders in de geest van God! ,
Hoofdstuk 143: Ambt en eer. Alles is genade: alleen de goede wil is verdienste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Toen zeiden EEN PAAR LEERLINGEN weer: 'Die woorden zijn wel erg mooi en ook heel wijs, maar wij geven openlijk toe dat het allemaal wat hard en ook niet erg begrijpelijk klinkt. Want met de eigenlijke vrijheid van de eigen wil ziet het er dan niet zo gunstig uit! En als men iets goeds gedaan heeft, gaat dat de vrijwillige weldoener helemaal niets aan; voor die daad heeft hij geen loon te verwachten, maar alleen voor het feit dat hij zich vrijwillig als werktuig heeft laten gebruiken door de erkende goddelijke wil. Dat is erg vreemd! De mens is en blijft op die manier toch niets anders dan een werktuig van de goddelijke almacht, en is in en op zichzelf eeuwig een puur niets. Waarlijk, bij zo'n leer zouden zelfs wij, die al zoveel van U gehoord en gezien hebben, zwak in ons geloof kunnen worden!'
Hoofdstuk 143: Ambt en eer. Alles is genade: alleen de goede wil is verdienste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Mochten jullie zeggen: 'Wij hebben dit of dat goed gedaan!', dan liegen jullie ten eerste jezelf wat voor, en vervolgens God en ook jullie naasten, omdat geen mens uit zichzelf iets goeds kan doen, en wel omdat ten eerste zijn natuurlijke leven -maar ten tweede ook de leer volgens welke hij moet leven en handelen -hem slechts door God gegeven is. Als een mens dat niet inziet of begrijpt, stelt hij nog niets voor, en is er bij hem van zelfstandigheid nog lang geen sprake omdat hij nog geen onderscheid maakt tussen zijn eigen daden en dat wat God in en door hem doet, en beide zaken als één en hetzelfde voelt en ziet. De mens komt pas binnen de sfeer van de levenszelfstandigheid, als hij gewaarwordt dat zijn eigen levenswerk niets voorstelt en alleen het goddelijke werken in hem het enige goede is.
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Maar nu is het genoeg! Het ogenblik nadert waarop de tien nieuwe leerlingen ons gaan verlaten, en het is nodig hun nog speciale kracht op hun weg mee te geven, zodat zij in staat zullen zijn voor jullie ook in een ander werelddeel wegen voor te bereiden; want voor dit goede doel bezitten zij genoeg kennis van Mijn nieuwe levensleer.'
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Leg de zieken in Mijn naam je handen op, dan zal het meteen beter met hen gaan en zij zullen jullie woorden geloven! En nu hebben jullie voorlopig niets meer nodig; wanneer Ik echter zal zijn opgevaren naar waar Ik vandaan gekomen ben, zal de door Mij over jullie uitgestorte geest jullie wel in alle verdere waarheid en wijsheid binnenleiden. Zo zij het en geschiede het!'
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] En IK zei: 'Vriend, dat hangt af van de omstandigheden en de wil van Hem die Mij naar deze wereld gezonden heeft; want ook Ik, puur als mens gezien, moet Mij streng houden aan wat de Vader in de hemel Mij opdraagt! Alles wat van de Vader komt is weliswaar ook van Mij, en Ik en de Vader zijn eigenlijk één, -maar toch telt bij Mij de liefde meer dan haar licht, de wijsheid. Daarom kan ook Mijn wijsheid Mijn liefde niets voorschrijven, maar alleen omgekeerd. Je zult het echter nog wel te horen krijgen hoelang Ik hier nog zal blijven.'
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Als je dat volkomen overtuigd in jezelf zegt, zal de goddelijke kracht je ondersteunen en vervolmaken; wanneer jullie dat echter niet vol begrip in jullie zelf erkennen en in plaats daarvan slechts jezelf op het altaar der eer plaatst omdat je van je eigen kracht overtuigd bent, dan zal de kracht van God je niet ondersteunen en Hij zal je zeer moeizame levensvoltooiing aan jezelf overlaten, en dan zal weldra zichtbaar worden hoever je met je eigen kracht zult komen. En daarom zei Ik jullie dan ook, dat je zonder Mij niets verdienstelijks en doelmatigs kunt doen. {Joh. 1: 8,5) Als Ik jullie nu niets onthoud van wat absoluut noodzakelijk is voor het verkrijgen van het ware, vrije en volledig zelfstandige leven van jullie ziel, waarom ergert jullie dan Mijn zorgzame en wijze moeite voor jullie?'
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Toen zei THOMAS: 'Heer, daarmee zijn wij wel tevreden, maar één ding van U begrijpen we nog steeds niet! Kijk, bij de heidenen heeft U wat betreft het doen van tekenen Uzelf werkelijk bijna overtroffen! De heidense tempels en afgoden heeft U in een oogwenk vernietigd, en de koppigste priesters hebben zich als lammeren naar U gevoegd; waarom doet U datzelfde ook niet in Judea? De tempeldienaren zouden allang Uw leerlingen zijn als U hun tempel met hetzelfde gemak weggeblazen zou hebben als U bij de heidenen aan de Eufraat de afgoden weggeblazen heeft! Doe dat ook in Judea, en Uw leer is geborgen!'
Hoofdstuk 145: De verwijten en twijfel van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Maar jullie onthouden niets en denken er ook nooit dieper over na, zodat Mijn woord in jullie nooit helemaal goed wortel kan schieten; en zie, juist daarom is het geloof in Mij bij jullie nog lang niet levend, en jullie zijn dan ook juist daarom niet geschikt en in staat om tekenen te doen waardoor de mensen zouden zien dat jullie waarachtig Mijn leerlingen zijn! -Waarom onthouden jullie toch zo weinig en denken jullie er ook zo weinig over na?'
Hoofdstuk 145: De verwijten en twijfel van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] IK zei echter tegen hen: 'Vrienden en broeders! Voor jullie zal ook de tijd komen waarin je in Mijn naam tekenen zult doen; maar nu is het nog niet zover. Ik heb echter de meesten van jullie ook dezelfde kracht gegeven om alle soorten zieken te genezen, en jullie hebben ze ook genezen, en diezelfde kracht bezitten jullie nog, behalve een van jullie die zich ervoor liet betalen. Maar als jullie bij Mij zijn, is het echt niet nodig dat jullie in Mijn bijzijn tekenen doen; waar het echter nodig is, laat Ik ook jullie heel speciale tekenen doen. Wat willen jullie dan nog meer?! Ik ben nog niet opgevaren naar de plaats waar Ik vandaan gekomen ben, naar Mijn God en naar jullie God, en Ik heb de heilige geest van God nog niet over jullie uitgestort, die jullie binnen zal leiden in alle waarheid en wijsheid. Heb dus tot zolang geduld, - daarna zullen ook jullie dat doen wat Ik nu doe! - Zijn jullie daarmee niet tevreden?'
Hoofdstuk 145: De verwijten en twijfel van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] IK zei: 'Jullie zeggen watje begrijpt, en Ik zeg wat Ik van de Vader uit weet, en wat Ik dus ook heel goed begrijp! Jullie weten de reden niet waarom bepaalde dingen moeten gebeuren om bepaalde doelen met zekerheid te bereiken; Ik weet het echter maar al te duidelijk en precies waarom bepaalde dingen moeten gebeuren om bepaalde doelen met zekerheid te bereiken. Daarom is het echt niet gepast dat jullie Mij nu willen voorschrijven wat Ik moet doen! Ik heb jullie echter al bij verschillende gelegenheden duidelijk uiteengezet waarom Ik bepaalde dingen doe en waarom nu de verhouding van de mensen tot God zo slecht en duister is, en waarom het zelfs gebeuren zal dat Mijn lichaam in Jeruzalem gedood zal worden.
Hoofdstuk 145: De verwijten en twijfel van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Daar kwam weer commentaar op, -kort en goed, bij het grootste deel van Mijn leerlingen werd het geloof zelf daardoor wat wankel gemaakt, en sommigen beweerden dat Ik misschien toch niet meer was dan een groot profeet, ongeveer te vergelijken met Mozes of Elia, bij wie het ook nooit aan verbazingwekkende tekenen ontbroken had. Met dergelijke beschouwingen en vergelijkingen kwam de avond en wij gingen na het avondmaal weer rusten.
Hoofdstuk 145: De verwijten en twijfel van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] En dat was dan ook hier bij Mijn broeders het geval, waarom IK hen dus niet berispte, maar slechts zei: 'jullie hebben gemakkelijk praten! Mijn tijd is nog niet gekomen, -jullie tijd is het echter altijd! ( Joh. 7,6) De wereld kan jullie niet haten omdat jullie tot op heden nog nooit openlijk tegen haar getuigd hebben dat haar werken slecht zijn; daarom hebben jullie ook nog overal de tijd en een gevaarloze weg. Maar Mij haat de wereld allerwegen, omdat Ik openlijk getuig dat haar werken slecht zijn. ( Joh. 7,7)
Hoofdstuk 146: De ontevreden leerlingen gaan alleen naar het loofhuttenfeest in Jeruzalem. De Heer gaat hen heimelijk achterna (Ev. Joh. 7,2-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Maar als jullie allen zo feestlustig zijn, ga dan alleen naar dit feest! Ik wil echter nog niet naar dit feest gaan, want Mijn tijd is nog niet vervuld.' (Joh. 7,8)
Hoofdstuk 146: De ontevreden leerlingen gaan alleen naar het loofhuttenfeest in Jeruzalem. De Heer gaat hen heimelijk achterna (Ev. Joh. 7,2-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[26] DE WAARD zei: 'O zeker; want bij mij is nog ruimte genoeg! Uit grote liefde en achting voor jullie en ook voor mijn Meester en Heer geef ik jullie alles gratis zolang je maar bij mij wilt blijven!'
Hoofdstuk 146: De ontevreden leerlingen gaan alleen naar het loofhuttenfeest in Jeruzalem. De Heer gaat hen heimelijk achterna (Ev. Joh. 7,2-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373  ...