Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 360 van 1110

...  348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373  ...
[12] Ik zei tegen de kinderen: 'Wees gerust Mijn kinderen, jullie zullen geholpen worden! Breng ons maar naar jullie zieke ouders! Ik zal hen helpen en wij zullen ook voor brood en goede kleding zorgen!'
Hoofdstuk 133: De bedelende kinderen uit Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Daarop wendde Ik mij tot de zieken en zei tegen hen: 'Hoe zijn jullie in deze ellendige toestand terechtgekomen? Vertel het terwille van hen die met Mij mee gekomen zijn!'
Hoofdstuk 134: De Heer bij het arme gezin - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Job heeft volgens de beschrijving veel moeten doorstaan, maar wij beslist nog meer! Want lijden moesten we al van kind af aan en blijde dagen hebben we maar weinige gekend; en nu, nu we al wat ouder geworden zijn en het van nature moeilijker gaat, zijn wij pas echt op het dieptepunt van al het aardse ongeluk beland! Als u, goede heren, ons ook maar ergens mee kunt helpen, .ontferm u dan over ons en help ons! De Heer in de hemel zal het u zeker vergelden.'
Hoofdstuk 134: De Heer bij het arme gezin - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Ik zei: 'Wij zijn immers hierheen gekomen om jullie de hulp te bieden waarnaar jullie zo hevig verlangen! Onthoud echter goed: Wie God liefheeft en wie Hij voor grote dingen bestemd heeft in het rijk van de geesten, die beproeft Hij ook sterker en zwaarder dan een ander mens, die Hij slechts voor kleine dingen bestemd heeft.
Hoofdstuk 134: De Heer bij het arme gezin - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Maar jullie aardse beproevingstijd is nu ten einde en nu zullen jullie ook op deze aarde nog eens gelukkig zijn, en jullie zeven kinderen, die nu nog zo zuiver als engelen zijn, goed opvoeden, opdat zij als mannen later niet onrein worden. En hierbij zeg Ik jullie nu ook: Sta op en wandel!'
Hoofdstuk 134: De Heer bij het arme gezin - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Ik zei tegen de jongen: ' Achter die naar voren springende rots, die op een grot lijkt en die jullie tot nu toe als woning heeft gediend, zul je drie bundels vinden; breng die hier naar binnen, dan zullen jullie je meteen goed in de kleren kunnen steken!'
Hoofdstuk 134: De Heer bij het arme gezin - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Maar Ik zei tegen hen: 'Mijn beste kinderen, eet en drink nu maar zonder zorgen en heb goede moed; want God heeft jullie zwaar beproefd, en jullie hebben zonder morren in volle overgave aan Gods wil alles gedragen wat over jullie is gekomen. God heeft jullie echter ook nu, toen jullie nood het hoogtepunt bereikte, op wonderbare wijze snel geholpen, en deze hulp zal bij jullie blijven, niet alleen tijdelijk tot aan het eind van jullie aardse leven, maar ook daarna voor eeuwig! Waarom jullie op deze aarde zo zwaar door God beproefd zijn, zal jullie pas duidelijk worden in het andere leven.'
Hoofdstuk 134: De Heer bij het arme gezin - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Alle kinderen zeiden: 'We hebben iedere dag tot God gebeden om ons te helpen en toen wij vanmorgen weer gebeden hadden, leek het alsof wij een stem hoorden die zei: 'Vandaag nog zullen jullie geholpen worden! , Dat zeiden wij tegen onze zieke ouders en die zeiden: 'Bij God is alles mogelijk; maar ons zal slechts de dood het zekerst helpen!' Wij troostten onze arme ouders zo goed wij maar konden en gingen op weg om te bedelen. En zie, beste goede vaders, we hebben niet voor niets gebeden, want de grote, heilige en lieve Vader in de hemel heeft u naar ons toegestuurd! O, we moeten nu dadelijk, voor we nog een stap terug naar onze ouders doen, de lieve Vader in de hemel danken dat Hij Zich zo genadig over ons ontfermd heeft!'
Hoofdstuk 133: De bedelende kinderen uit Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] De zeven kinderen huilden ook van blijdschap toen zij hun ouders zo volkomen gezond voor zich zagen staan als nooit te voren en de oudste jongen zei: 'O, lieve ouders, ik heb het immers gehoord en jullie ook vaak gezegd: Als de nood het hoogst is, dan is ook Gods hulp het meest nabij voor diegenen die hulp bij Hem zochten. En juist vandaag heeft onze aardse nood het hoogste punt bereikt, -en Gods hulp is gekomen! Hem, de lieve, goede, heilige Vader in de hemel zij alle dank, alle lof en alle eer! Door het geluk dat onze lieve ouders nu weer gezond en sterk zijn geworden, is onze honger, die eerst zo groot was, nu bijna verdwenen! O, als we nu nog het hoogst nodige aan kleren zouden hebben, dan zouden we gauw weer een goed stuk brood kunnen verdienen!'
Hoofdstuk 134: De Heer bij het arme gezin - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Toen ze ons zagen wilden ze meteen weer weggaan; maar onze Agricola ging vlug naar buiten, sprak de herders aan en zei: 'Hebben jullie deze arme mensen soms eten en drinken gebracht, of wilden jullie hen op een andere manier helpen of troosten?'
Hoofdstuk 135: Agricola en de herders - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Agricola zei: 'Dat jullie doen watje werkgever je opdraagt kan ik jullie niet kwalijk nemen; maar jullie wisten toch hoe hoog de nood bij dit gezin was! Waarom hebben jullie deze arme mensen dan nooit geholpen?'
Hoofdstuk 135: Agricola en de herders - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Agricola zei: 'Dat is heel jammer voor jullie! Kijk, woordvoerder, dit gezin is nu opeens meer dan koninklijk geholpen en hun weldoeners zouden eveneens voor altijd geholpen zijn geweest! Maar omdat jullie even hard en gevoelloos waren als jullie werkgever, hoeven jullie ook van ons geen beloning te verwachten. Zeg overigens ook tegen jullie werkgever , dat ik als één van de belangrijkste, rijkste en machtigste Romeinen uit Rome, voor hem, als hij dit arme gezin beter verzorgd had, hier in plaats van een nieuwe hut een koninklijk paleis had laten bouwen en hem tevens nog tienduizend morgen land geschonken zou hebben! Laat hij nu maar in ruil voor zijn barmhartigheid het loon met jullie delen, dat jullie nu gekregen hebben. Schaam je, jullie joden, die jezelf 'kinderen van God' noemt, dat wij heidenen jullie in barmhartigheid hemelhoog overtreffen! Hoe heet die fraaie heer van jullie eigenlijk, en wat is hij?'
Hoofdstuk 135: Agricola en de herders - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Agricola zei: 'Heel goed! Zeg hem, dat dit gezin, dat zo arm was, nu dadelijk met ons meegaat, dan kunnen jullie en je mooie heer met deze hut doen wat je wilt; maar dat je daar geen geluk mee zult hebben, daar sta ik voor in! En wacht nu nog maar even, tot je het arme gezin weg ziet gaan, zodat je je mooie werkgever kunt vertellen dat de hut helemaal ontruimd is!'
Hoofdstuk 135: Agricola en de herders - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Agricola ging daarop de hut weer binnen en de herders keken elkaar verbaasd aan, en één van hen zei: 'Zie je nu wel! jullie hebben mij uitgelachen vanwege mijn droom over deze arme mensen, die ik jullie verteld heb, en jullie hadden nog kritiek toen ik een paar maal mijn karige brood met de naakte kinderen heb gedeeld, en later, toen ze weer bij mij wilden komen, hebben jullie ze bedreigd en weggejaagd. Dat komt er nu van! Ik heb altijd gezegd: Met deze mensen gebeurt nog eens een wonder, en het zou goed zijn om wat goeds voor hen te doen! Maar toen lachten jullie; en nu lach ik, omdat jullie voor jullie schitterende verstand zo'n goed loon hebben gekregen!'
Hoofdstuk 135: Agricola en de herders - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Agricola zag dat, ging snel terug en zei tegen de brutale herders: 'Als jullie het wagen ook maar een broodkruimel van deze goedhartige man af te pakken, dan laat ik jullie vandaag nog kruisigen! Onthoud dat goed! Een Romein houdt zijn woord!'
Hoofdstuk 135: Agricola en de herders - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373  ...