Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 360 van 1490

...  348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373  ...
[1] Omdat Ik dit zei in een school te Kapérnaum (Joh. 6,59), waren er natuurlijk behalve de vele leerlingen die Ik nu had en het grote aantal mensen dat Mij uit Jeruzalem was gevolgd, ook nog veeljoden aanwezig, en daarom deed deze les, die ook Mijn eerste leerlingen niet begrepen, veel stof opwaaien en gaf aanleiding tot vele twistgesprekken.
Hoofdstuk 45: Het oordeel van het volk over de woorden van de Heer (Ev.Joh. 6,59-64) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Weer ANDEREN zeiden: 'ja, wat moeten we er dan anders onder verstaan? Als hij een wijze is en het volk wil leren - bovendien nog in een openbare school -, dan moet hij toch zo tegen de mensen spreken dat zij hem kunnen begrijpen; want wij mensen zijn nu eenmaal mensen en geen geesten, en iemand die echt wijs is, moet goed weten en duidelijk inzien met wat voor toehoorders hij te maken heeft. Maar dit waren zulke onzinnig harde woorden dat werkelijk geen enkele man met enig menselijk verstand begaafd, daarnaar kon luisteren! (Joh.6,60) Het heeft ons alleen maar verwonderd dat er zoveel zijn die hem zolang hebben kunnen aanhoren. Als hij deze les in het Indisch had uitgesproken, dan zouden wij er evenveel nut van gehad hebben!'
Hoofdstuk 45: Het oordeel van het volk over de woorden van de Heer (Ev.Joh. 6,59-64) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Daarop verlieten velen de school, en alleen nog de vele leerlingen bleven, evenals natuurlijk ook de twaalf gekozen apostelen; want die wachtten nog op een nadere uitleg. Maar onder elkaar mopperden ZIJ ook en zeiden: 'Het is toch vreemd van Hem! Vandaag had Hij door een duidelijke en aan het menselijk verstand aangepaste les duizenden tot vaste aanhangers van Zijn leer kunnen maken; maar op deze manier heeft Hij Zichzelf voor lange tijd geschaad! Want wie zal Hem van nu af aan verder nog kunnen aanhoren en verdragen?!'
Hoofdstuk 45: Het oordeel van het volk over de woorden van de Heer (Ev.Joh. 6,59-64) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ook de JOODSE GRIEKEN zeiden onder elkaar: 'Er ligt een geweldige afstand en een groot verschil tussen de lessen in Bethanië en deze hier! De joden die nu weggegaan zijn, hebben de huidige stand van zaken heel goed beoordeeld. Maar misschien zal Hij Zich daarover later toch nog eens duidelijker uitspreken, -nu zijn ze allemaal weg die Hem op de berg koning hebben willen maken, en daarom zal Hem nu minder in de weg staan om openlijk met ons te spreken.'
Hoofdstuk 45: Het oordeel van het volk over de woorden van de Heer (Ev.Joh. 6,59-64) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Omdat Ik bij Mijzelf wel wist dat ook veelleerlingen zich daarover ergerden en onder elkaar mopperden, zei IK tegen hen: 'Hoe kunnen jullie je daarover nu ergeren?! (Joh. 6,61) Zei Ik dan niet tegen een van Mijn leerlingen, dat deze mensen nog lang niet rijp zijn voor de innerlijke opname van het rijk van God?! Ik heb ze nu echter allemaal behoorlijk geschokt - wat hen nog erg bezig zal houden en rijper zal maken voor de toekomst. Want Ik moet de mensen toch eerst voor Mij voorbereiden, zodat zij daarna de diepere geheimen van het rijk van God des te gemakkelijker zullen kunnen begrijpen. Ik vraag jullie nu alleen watje wel zou zeggen als je Mij, als de Mensenzoon die Ik nu voor jullie ben, weer zou zien opstijgen naar waar Hij eerder van eeuwigheid was?'(Joh.6, 62)
Hoofdstuk 45: Het oordeel van het volk over de woorden van de Heer (Ev.Joh. 6,59-64) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Toen zeiden DE LEERLINGEN: 'Ja,ja, dat geloven wij wel en het zal ook beslist zo gebeuren; want Uw tekenen zijn daarvoor wonderbaarlijk genoeg. Maar dat men voor het verkrijgen van het eeuwige leven, Heer en Meester, Uw vlees moet eten en Uw bloed moet drinken, dat is toch, op de manier waarop U dat brengt vanzelfsprekend volkomen onuitvoerbaar! Wij allen vinden het heus heel belangrijk om de dood te ontlopen ook al betreft dat alleen maar het huidige zieleleven omdat het lichaam toch al aarde en stof is dat moeilijk ooit weer levend gemaakt kan worden -; maar als dat alleen maar mogelijk is ten koste van het vlees en bloed van Uw lichaam, dat toch maar voor heel weinig mensen voldoende zou zijn, zien wij ook af van het eeuwige leven van de ziel en dan willen wij als eerlijke mensen ons leven voor eeuwig hier op aarde afsluiten. Mocht U echter daarmee iets anders bedoelen, dan zou U er waarlijk goed aan doen als u ons dat wat meer verduidelijkte. Mocht U binnenkort weer opstijgen naar die plaats waarvandaan U volgens Uw zeggen bent gekomen, waar en hoe zal men dan over Uw vlees en bloed kunnen beschikken? Dus, aan deze huidige les hebben wij zonder nadere uitleg absoluut niets!'
Hoofdstuk 45: Het oordeel van het volk over de woorden van de Heer (Ev.Joh. 6,59-64) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'Ik heb jullie al vaak gezegd dat op deze wereld alles zijn tijd en zijn maat heeft. Ten tijde van de oogst zal geen verstandig huisvader het onkruid samen met de tarwe verzamelen, maar alleen de zuivere tarwe aren, en al het onkruid, dat ook tussen de tarwe woekerde, zal hij door zijn knechten in bossen laten verzamelen, om het dan te verbranden ter bemesting van de akker.
Hoofdstuk 46: Een beproeving voor de leerlingen van de Heer (Ev.Joh. 6,65-70) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Toen zeiden DE LEERLINGEN, behalve de joodse Grieken en de twaalf: 'Ja, in dat geval heeft het geen zin dat wij met Hem rondtrekken! Het harde en ongelooflijke begrijpen wij niet -en daarom kunnen wij het ook niet geloven. Hem volledig zuiver liefhebben is ook niet zo makkelijk, omdat Hij Zich tegenover ons nu echt op een wijze gedraagt die ons weinig voor Hem kan innemen. Daarom doen we er goed aan weer op Mozes terug te vallen, want hij is voor ons duidelijker en begrijpelijker. God liefhebben betekent toch alleen maar Zijn geboden houden, en daarom hopen wij eens ook zonder het geloof aan deze raadselachtige lessen zalig te worden.'
Hoofdstuk 46: Een beproeving voor de leerlingen van de Heer (Ev.Joh. 6,65-70) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Toen zei IK tegen hen op een vriendelijk vragende toon: 'Willen jullie soms ook weggaan? (Joh.6, 67) Wat Mij betreft zijn jullie net zo vrij als ieder mens op deze aarde.'
Hoofdstuk 46: Een beproeving voor de leerlingen van de Heer (Ev.Joh. 6,65-70) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Toen zei SIMON PETRUS: 'Heer, waar moeten we dan heen? Slechts U alleen heeft immers levenswoorden, ook al zijn wij niet in staat ze meteen ten volle te begrijpen. (Joh.6,68) Op het juiste moment zult U deze wel weer nader voor ons toelichten, wanneer wij waardiger zijn voor Uw hogere licht dan nu. En bovendien hebben wij immers meteen vanaf het begin geloofd en erkend dat U Christus en de levende Zoon van God bent, en dus kunnen wij U, o Heer, immers onmogelijk meer verlaten! (Joh. 6,69) Heer, verstoot ons alstublieft niet en heb geduld met de zwakheden van ons, die nog steeds groot zijn!'
Hoofdstuk 46: Een beproeving voor de leerlingen van de Heer (Ev.Joh. 6,65-70) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: ' Zo is het goed en juist, en zo blijve het ook! Maar omdat wij nog hier in deze openbare school in Kapérnaum zijn, kan Ik het niet nalaten jullie nog iets te onthullen. Jullie weten dat Ik vorig jaar in deze streek uit vele leerlingen jullie twaalf heb verkozen, -en zie, toch bevindt er zich onder jullie een duivel!' (Joh.6,70)
Hoofdstuk 46: Een beproeving voor de leerlingen van de Heer (Ev.Joh. 6,65-70) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Ik vermeld hier het karakter van deze leerling om begrijpelijker te maken waarom Ik hem dit keer een duivel noemde; want ongemerkt was hij degene die het meeste bezwaar had tegen de toespraak die Ik in de school hield en waaraan zich zo velen ergerden, zodat zij zich van Mij afkeerden; want bij zichzelf had hij al allerlei besluiten genomen waarin zij een rol speelden en daarom ergerde hij zich ook heimelijk het meest. ja, hij merkte zelfs zachtjes tegen Nathanaël op dat Ik Mij in het huis van Petrus heel scherp uitgelaten had over het kwaad van de ergernis, maar nu Zelf zo velen groen van ergernis liet worden, en hoe dat nu samen kon gaan met Mijn leer.
Hoofdstuk 47: Judas Iskariot (Ev.Joh. 6,71) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Nathanaël liet Judas wel zien dat zijn rechtvaardiging van de diefstal zich niet liet rijmen met zijn zeer economische streven en dat de geoorloofde diefstal iedere spaarzaamheid, hoe terecht ook, teniet deed. Maar dan verborg hij zich weer achter zijn spitsvondigheden, en daarom was er met hem niets aan te vangen. Alleen wanneer Ik hem een terechtwijzing gaf, liet hij een tijdje zijn ideeën varen en gaf zich heimelijk over aan betere beschouwingen. Daarom gaf Ik hem in de school ook nog deze zet, die hij best begreep, terwijl de andere leerlingen slechts een vermoeden hadden maar toch niet bepaald met de vinger naar hem konden wijzen, want dat wilde Ik ook niet, hoewel Ik wist wat hij nog allemaal zou doen; want voor hem moest ook zijn maat vol worden, en hij moest er tenslotte in zichzelf helemaal van overtuigd zijn dat zijn hele aardse handelwijze door en door slecht was en een afschrikwekkend voorbeeld voor alle mensen, want anders zou er voor zijn zielook aan gene zijde geen verbetering mogelijk geweest zijn.
Hoofdstuk 47: Judas Iskariot (Ev.Joh. 6,71) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Bij mij waren er enigen die zich daar erg over opwonden en ook zeiden dat zij heel veel van U verwacht hadden maar nu op een zeer onaangename wijze teleurgesteld waren, en zij zeiden ook dat U op deze manier ondanks Uw zeer wonderbare tekenen, bij de mensen erg weinig begrip voor Uw leer zou ontmoeten. Ik liet hen praten en gaf er geen antwoord op. Daarna betaalden zij hun rekening, scheepten zich in en voeren weg.
Hoofdstuk 48: In de herberg van de waard van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Ik vond het echter heel prettig te horen dat het deze dikdoenerige geleerden door U, o Heer, eens boven hun verstand ging, want reeds gisternacht, toen U zich na de maaltijd ter ruste had begeven, werd er veel in het voordeel en veel in het nadeel van Uw broodvermeerdering en Uw mogelijk wonderbare komst over zee te berde gebracht. De een wist het nog beter dan de ander. Maar ik dacht bij mijzelf: 'Wacht maar, jullie wijze joden! De Heer zal op het juiste moment heus grenzen aan jullie wijsheid stellen die je met dat bijzonder heldere verstand van je niet kunt overschrijden!' En vandaag is mijn geheime wens al volledig in vervulling gegaan!
Hoofdstuk 48: In de herberg van de waard van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373  ...