Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 361 van 1110

...  349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374  ...
[13] De dag van vandaag zal nog een dag van grote, door jullie nooit vermoede onthullingen worden; ga daarom nu en maak alles in orde!'
Hoofdstuk 136: De Heer spreekt met Nicodémus over de armen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Maar Agricola zei verder niets anders dan: 'Beste, oude vrienden geloof datgene wat jullie vandaag gezegd wordt rotsvast; want alles zal precies in vervulling gaan en daarvan zullen jullie je maar al te gauw overtuigen, wanneer straks de wonderlijke mensen uit Opper-Egypte hier zullen arriveren.'
Hoofdstuk 137: De nieuwsgierige burgers van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Maar Agricola en nu ook de andere reeds aanwezige Romeinen zeiden: 'Het lijkt er wel op, - maar het ligt toch heel anders! Vraag nu echter nergens naar; want jullie zullen over alles nog op de juiste tijd ingelicht worden!'
Hoofdstuk 137: De nieuwsgierige burgers van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar onze Nikodemus zei tegen hen: 'Vrienden, vandaag is hier niets voor jullie te doen; want je ziet dat de hoogst geplaatste Romeinen hier een grote en belangrijke vergadering willen houden, waarbij zowel ik als nog een aantal voorname joden aanwezig mogen zijn! Trek je dus maar allemaal bescheiden terug, anders zouden jullie moeilijkheden kunnen krijgen, omdat de Romeinen iets opgemerkt hebben waardoor ze jullie voorzover ik gehoord heb -zeker niet welgezind zijn! Trek je dus maar zo snel mogelijk terug en laatje verder de hele dag niet meer zien!'
Hoofdstuk 137: De nieuwsgierige burgers van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] En Nikodemus zei: 'Degene, die dat en nog eindeloos veel meer weet, en die ook jullie vandaag nog beter zullen leren kennen! Vraag nu echter niet verder, maar ga naar buiten en ontvang degenen die komen!'
Hoofdstuk 137: De nieuwsgierige burgers van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Maar na een poosje zei Ik tegen de Egyptenaren: 'Mijn vrienden die uit het verre land hierheen gekomen zijn, wees hartelijk welkom! Jullie moeten en zullen Mij vandaag nog heel nuttige diensten bewijzen, tot verder onderricht van deze broeders en ter versterking van hun zielen. Maar jullie hebben al bijna twee dagen lang vrijwel zonder te eten gereisd en werden alleen door de geest gevoed; nu moet jullie lichaam ook een echte versterking krijgen door de vruchten van deze aarde en die zal jullie direct in brood en wijn gegeven worden!'
Hoofdstuk 138: De aankomst van de zeven Opper-Egyptenaren De van diep inzicht getuigende woorden van de Egyptenaar tot de Heer. Over de juiste voeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Daarna informeerde Nikodemus naar het gezin dat zich bij ons bevond, en Ik zei tegen Nikodemus: 'Vriend, dit gezin zou het recht hebben zich bitter over jullie, mensen van Emmaüs, te beklagen; want omdat het jullie niet ontgaan kan zijn dat er zeker al meermalen naakte en van honger huilende kinderen hier in en om de stad de mensen om brood smeekten, hadden jullie wel eens na kunnen gaan waar die kinderen vandaan kwamen, en waarom deze kinderen zo helemaal alleen ronddwaalden. Maar dat deden jullie niet en dat strekt jullie tegenover Mij niet bijzonder tot eer en lof! Jij bent er weliswaar minder schuldig aan, omdat je nu meestal in de stad woont evenals je vriend Jozef van Arimatea, maar er zijn hier nog genoeg burgers die ook niet arm zijn, en een arm gezin heel gemakkelijk kunnen verzorgen. Maar dat deden zij niet en daarom zal ook Ik niets voor hen doen, hoewel er hier velen zijn die Mijn hulp heel goed zouden kunnen gebruiken.
Hoofdstuk 136: De Heer spreekt met Nicodémus over de armen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Je kent daar buiten wel de oude vervallen schaapshut van een zekere Barabe, die in Jeruzalem woont. Wel, in die hut trof Ik dit gezin werkelijk in de grootste ellende aan! Man en vrouw zaten ziek van de jicht op de vochtige grond en konden natuurlijk niets meer verdienen; alleen de zeven kinderen bedelden naakt bij de onbarmhartige mensen in Emmaüs om brood. In de laatste twee dagen kregen ze ook geen brood meer en vandaag heeft de rijke Barabe hun bovendien nog laten weten, dat zij ook uit de oude hut moesten. Als Ik niet hier naar toe was gekomen en hen wat geholpen had, vertel me dan eens wat deze mensen, daar jullie zo hardvochtig zijn, dan had moeten beginnen. Nu zijn zij natuurlijk voor altijd uit de nood; maar de onbarmhartige mensen in Emmaüs zullen daarom niet geholpen worden. - Nu weet je wat er met dit gezin aan de hand is! ,
Hoofdstuk 136: De Heer spreekt met Nicodémus over de armen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Daarop liepen de beide Romeinen snel naar buiten en toen zij in de deuropening kwamen, stonden de zeven mensen uit Opper-Egypte al in het voorportaal van de grote herberg, en de eerste, die zoals bekend de Romeinse expeditie een aantal jaren geleden niet verder liet doordringen, ging op de hem welbekende Romeinen toe, stak zijn donkerbruine hand uit en zei (de Egyptenaar): 'Ik groet jullie nu als mijn vrienden, zoals ik jullie ook enkele jaren geleden in de binnenlanden van Opper-Egypte als vrienden heb laten gaan. Jullie hebben nog vaak aan mij gedacht en zijn ook op grond van wat jullie van mij gehoord hebben, hierheen gereisd om het wezen van een waar mens dieper te doorgronden en in jezelf te leren kennen; maar jullie hadden er geen vermoeden van dat jullie ook mij een keer in dit land zouden ontmoeten.
Hoofdstuk 138: De aankomst van de zeven Opper-Egyptenaren De van diep inzicht getuigende woorden van de Egyptenaar tot de Heer. Over de juiste voeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik ben nu echter niet zo zeer terwille van jullie hierheen gekomen, maar veeleer terwille van iemand die jullie nog niet kennen, opdat Hij ook ons zal dopen met het vuur van de eeuwige waarheid van Zijn geest. Hij heeft reeds gisteren Zijn vele leerlingen aangekondigd dat wij zouden komen om voor Hem een waar getuigenis af te leggen. En Hij kwam ook vandaag met Zijn leerlingen hierheen, daar Hij wel wist dat wij hier naartoe zouden komen, omdat Hij ons met Zijn almachtige wil hierheen ontboden heeft. Laten we daarom deze herberg binnengaan en ons diep buigen voor Hem, wiens machteloze kinderen wij nog zijn!'
Hoofdstuk 138: De aankomst van de zeven Opper-Egyptenaren De van diep inzicht getuigende woorden van de Egyptenaar tot de Heer. Over de juiste voeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Maar Ik zei: 'Ik weet heel goed dat een van de geest vervulde ziel geen lichamelijke honger voelt; maar ondanks dat moet het lichaam zijn natuurlijke voeding krijgen, omdat het anders mettertijd geen goed werktuig meer voor de ziel zou kunnen zijn. En zo moeten nu ook jullie eerst goed gevoed worden om daardoor des te krachtiger te zijn om Mij goede diensten te verlenen terwille van jullie broeders!'
Hoofdstuk 138: De aankomst van de zeven Opper-Egyptenaren De van diep inzicht getuigende woorden van de Egyptenaar tot de Heer. Over de juiste voeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[21] Ik zei: 'Maak je daar niet bezorgd over, jullie zullen ook zover komen en nog wel verder; maar jullie moeten geduld en ijver hebben, want met een slag hakje geen boom om in het bos! Ik heb deze ware mensen, hoewel het er weinige zijn, immers niet hierheen laten komen om jullie te beschamen, maar alleen opdat jullie van hen zouden leren.jullie zullen dan ook zien wat ware mensen vem1ogen en waar jullie ook toe in staat zullen zijn, als jullie door het navolgen van Mijn leer tot ware mensen zijn geworden.
Hoofdstuk 138: De aankomst van de zeven Opper-Egyptenaren De van diep inzicht getuigende woorden van de Egyptenaar tot de Heer. Over de juiste voeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Ik zei vriendelijk: 'O, M'n beste vrienden, wie tot Mij komt zoals jullie nu gekomen zijn, begaat voor Mij eeuwig geen fout, en Ik hoef hem er dan ook beslist geen te vergeven! Maar wat jullie als mannen nu weten, houdt dat voorlopig nog voor je; want de wereld is nog niet rijp om zulke diepe waarheden te begrijpen. Als je zoiets zou vertellen, dan zou zij zich daardoor alleen maar ergeren en daardoor duisterder en slechter worden.
Hoofdstuk 139: De beide Romeinen herkennen de Heer De Heer waarschuwt Hem niet voortijdig kenbaar te maken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Wanneer jullie echter zullen horen dat Ik weer naar Mijn eeuwige hemelen ben opgevaren, zal Ik ook over jullie Mijn geest uitstorten, en dan mogen jullie alle mensen luid verkondigen wat je nu hier openlijk voor Mij hebt beleden!
Hoofdstuk 139: De beide Romeinen herkennen de Heer De Heer waarschuwt Hem niet voortijdig kenbaar te maken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Gisteren, toen die domme Farizeeën maar al te duidelijk door hun kwade woorden en gezindheid lieten blijken U te willen vervolgen, heb ik de Egyptenaren als voorbeeld van hoger begaafde en meer volmaakte mensen beschreven, omdat ik de Farizeeën uit mijn ervaringen begrijpelijk wilde maken, dat U heel goed ook zo'n volmaakt mens kunt zijn, waartegen wij mensen met onze wapens niets kunnen uitrichten. Daardoor brachten ik en mijn broeder Laius hier de zwartjassen (d.w.z. de Farizeeën) toch in ieder geval tot enig nadenken, wat zeker goed was. Maar Ik had me toch nooit kunnen voorstellen, dat we deze mensen hier bij ons in Emmaüs terug zouden zien, laat staan dat ik er aan gedacht zou hebben dat U Zelf, volgens de mededeling van onze gewaardeerde vriend Agricola - ons hele verhaal over deze volmaakte mensen woordelijk aan Uw leerlingen op de Olijfberg verteld hebt, op hetzelfde ogenblik dat ik het hier in Emmaüs aan de Farizeeën vertelde!
Hoofdstuk 139: De beide Romeinen herkennen de Heer De Heer waarschuwt Hem niet voortijdig kenbaar te maken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374  ...