Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 362 van 1110

...  350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375  ...
[6] Maar nu spreken wij als heel natuurlijke mensen zo met elkaar, alsof er tussen ons geen verschil zou zijn dan alleen dat jullie Mijn leerlingen zijn en Ik jullie meester! Er is echter geen leerling die, zolang hij nog moet leren, zo volmaakt is als zijn meester; wanneer de leerling echter alles van de meester geleerd heeft, wordt hij ook zo volmaakt als zijn meester. Ik ben juist in deze wereld gekomen, opdat de mensen van Mij zullen leren om even volmaakt te worden als de Vader in de hemel.
Hoofdstuk 139: De beide Romeinen herkennen de Heer De Heer waarschuwt Hem niet voortijdig kenbaar te maken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Jullie moeten je dat echter niet zo voorstellen, alsof dat erg moeilijk te bereiken zou zijn, maar het is juist omgekeerd, - heel gemakkelijk; want Mijn juk, dat Ik jullie door Mijn geboden op je schouders leg, is zacht, en de last is gemakkelijk te dragen. Maar in de dagen van deze duistere tijd moet Gods rijk geweld worden aangedaan, en degenen die het willen bezitten, moeten het ook met geweld tot zich trekken, wat betekent, dat het nu moeilijk is om zich los te maken van alle oude en vastgeroeste gewoonten, die door de prikkels en verlokkingen van de wereld in de mens wortel hebben geschoten, dus de oude mens helemaal af te leggen als een oud, verscheurd gewaad en door Mijn leer een heel nieuwe mens aan te trekken.
Hoofdstuk 140: De bestemming van de mens Het doel van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Vergeld nooit kwaad met kwaad, maar behandel zelfs je vijanden goed, dan zul je in het gelijk worden aan God, die ook Zijn zon op gelijke wijze over goeden en kwaden laat opgaan en schijnen, een grote vooruitgang geboekt hebben! Toorn en wraak moeten uitje hart verdwijnen; daarvoor in de plaats moet erbarming, goedheid en zachtmoedigheid komen. Waar dat het geval is, is het volledig aan God gelijk zijn ook niet meer ver weg, en dat is het enige doel waar jullie allen naar moeten streven.
Hoofdstuk 140: De bestemming van de mens Het doel van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik ben het die dat tegen jullie zegt, en Ik ben voor jullie van mening dat jullie geen beter bewijs nodig hebben, als jullie in jezelf geloven dat Ik Diegene ben voor wie jullie Mij zelf houden.'
Hoofdstuk 140: De bestemming van de mens Het doel van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Daarom zeg Ik nu tegen jullie: Het is niet voldoende dat men Mij herkent en gelooft dat Ik de Heer ben, maar men moet ook doen wat Ik leer; pas door de daad zal de mens volkomen aan God gelijk worden.
Hoofdstuk 140: De bestemming van de mens Het doel van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Handelen volgens Mijn leer zal zeker niet moeilijk zijn voor degene die Mij herkend heeft en Mij meer liefheeft dan alles in de wereld; wie Mij zo liefheeft, draagt mij geestelijk ook al in zijn hart en daardoor ook de bekroning van het leven, dus de volledige godgelijkheid en het eeuwige leven in alle zaligheid.
Hoofdstuk 140: De bestemming van de mens Het doel van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Zie, nu heb Ik jullie heel in 't kort laten zien waar het om gaat bij Mij en bij jullie mensen! Wie daarnaar zal handelen zal het eeuwige leven in zich hebben! - Maar nu voor het middagmaal spreken we niet meer verder!'
Hoofdstuk 140: De bestemming van de mens Het doel van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik zei: 'Beste vriend, je vraag weerspiegelt wat er in je hart leeft en is goed, omdat ook je hart goed is; maar in je verstand is het nu pas een beetje beginnen te dagen, en de liefde van God voor jullie mensen komt je als iets onbegrijpelijk wonderbaarlijks voor, omdat je je God voorstelt als een zeer verheven en machtig keizer, die zich slechts heel zelden aan de gewone mensen laat zien en nog minder met een eenvoudig mens spreekt.
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Maar wanneer vast staat dat alle wezens werken van God zijn, dan zijn zij ook werken van Zijn liefde die hun bestaan is, en werken van de hoogste, goddelijke wijsheid, die hun de overeenkomstige vorm geeft en hen ook in stand houdt. Als er echter zonder Gods liefde en wijsheid nooit enig schepsel zou bestaan, waarom vind je het dan zo wonderlijk dat God jullie mensen zo buitengewoon liefheeft?
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Jullie zijn immers zelf alleen puur liefde uit God en in God, en jullie bestaan is immers in zichzelf door de wil van Gods liefde alleen maar belichaamde liefde van God! En als dat onweerlegbaar zo is, hoe kan het voor jullie dan zo wonderlijk zijn dat Gods liefde voor jullie zo groot is, dat Hij Zelf in de gedaante van een mens naar jullie is toegekomen en jullie nu de wegen leert kennen naar het vrije, als het ware uit jullie zelf voortkomende aan God gelijke zelfstandige leven? Zijn jullie dan niet Gods werken?Ja, dat zijn jullie zeker!
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Ik ben Zelf van gans er harte deemoedig en zachtmoedig, en Mijn geduld kent geen grenzen; maar jullie zullen bij Mij nog nooit hebben meegemaakt dat Ik Mij ooit Zelf ten overstaan van de mensen veracht heb. Wie zichzelf niet terecht ziet als een werk van God, kan zijn naaste en ook God niet naar waarheid achten, maar alleen om een totaal verkeerde reden.
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Zo verkeerd het dus is wanneer een mens zichzelf overschat en al gauw en gemakkelijk een vervolger en onderdrukker van zijn medemensen wordt en daarbij de liefde, die het goddelijke levenselement is, kwijt raakt, zo verkeerd is het echter ook, wanneer een mens zichzelf onderschat. De oorzaak daarvan heb Ik jullie laten zien, en laten we dus maar mooi gelijk blijven en goede moed hebben; want als jullie je nu ten opzichte van Mij, omdat je Mij herkend hebt, te eerbiedig en kleinmoedig zouden gaan gedragen, dan zouden jullie het immers helemaal niet meerverdragen door Mij te worden onderwezen.
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Zie Mij daarom als een volmaakt mens, die volledig vervuld is van Gods geest en daarom nu jullie Meester en Leraar is, dan zullen jullie het best met Mij overweg kunnen en daar zullen jullie het meest aan hebben! -Hebben jullie dat allemaal goed begrepen?'
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Ik zei: 'Mozes heeft wel gezegd: 'De sabbat is een dag des Heren, dan zult gij geen zwaar knechtenwerk doen en met een zuiver hart tot God uw Heer bidden!' Maar Ik zeg nu, dat van nu af aan beslist elke dag een dag des Heren is, waarop de ware mens volgens Mijn leer het goede moet doen! Wie echter volgens Mijn leer het goede doet, viert het ware sabbatfeest en bidt waarachtig zonder onderbreking tot God, en Ik zal Mijn welgevallen aan hem hebben.
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Zie nu eens! Ik alleen ben de Heer van eeuwigheid, - hoe ben Ik dan nu temidden van jullie? Kijk, Ik noem jullie kinderen, vrienden en broeders, en wat jullie voor Mij zijn, daartoe is ieder mens bestemd en daarbij is niemand meer of minder dan de ander! Want ieder mens is Mijn voleindigde werk, dat zich als zodanig ook moet leren kennen en naar waarde schatten, maar zich niet helemaal moet miskennen en minder achten dan wat voor gedrocht dan ook; want wie zichzelf, een duidelijk te herkennen werk van Mij, veracht, veracht noodzakelijkerwijs immers ook Mij, de Meester. En waarvoor zou dat goed zijn?
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375  ...