10915 resultaten - Pagina 362 van 728
... 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 ...
[16] Ik antwoordde: 'Ik heb je immers al gezegd dat zij steeds onderricht zijn door afgezanten van Mijn geest, die het licht vanuit Mijn hemelen overbrachten en de mensen al naargelang hun begripsvermogen onderwezen. Deze afgezanten hebben echter bovenal het inkeren in het innerlijk van de geest onderwezen, zodat iedereen die de waarheid in zichzelf wilde vinden, die ook kon vinden; maar dat is, zoals jullie weten, de wedergeboorte van de ziel. Dat inkeren heb Ik jullie ook vaak aanbevolen als een geschikt middel om de ziel vrij en schoon te maken van alle vlekken en smetten van haar zelfzucht en daardoor tot Mij te komen.Hoofdstuk 52: De wedergeboorte van de geest - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Nu kwamen er allerlei vragen, vooral van de leerlingen die niet tot de twaalf behoorden, die van Petrus nog allerlei opheldering verlangden, waar hier echter aan voorbijgegaan kan worden omdat het niet van wezenlijk belang is. Alleen zij nog opgemerkt dat tijdens deze gesprekken de vraag werd opgeworpen of de nog onvolmaakte zielendelen -die op momenten dat hun geestelijk gezicht geopend was, voor velen al zichtbaar waren geworden bewust waren, en of er op de lagere niveaus van de anorganische lichamen een vermogen om te voelen samenging met dat bewustzijn, wat toch wel aan te nemen was, en of dat voor bepaalde doeleinden noodzakelijk was.
Hoofdstuk 55: De weg tot innerlijke voleinding - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Ten eerste had hij gezien hoe de vorm door de ziel werd opgebouwd met als doel de steeds verdere ontwikkeling, maar niet om slechts een zo aangenaam mogelijk huis te hebben. Het was ongeveer zoals wanneer een Wandelaar zichzelf een doel stelt en nu ijverig probeert dat te bereiken, maar er daarbij steeds rekening mee houdt hoeveel kracht hij zijn lichaam op ieder stuk van de weg kan laten leveren om zijn doel te bereiken. De ziel stelt zich hier ook een doel, namelijk een bepaalde rijpheid te bereiken, die echter alleen door middel van de vorm verworven kan worden; daarom past de aangenomen vorm bij het doel en is deze gekozen al naargelang de aard van het karakter.
Hoofdstuk 56: Over het vermogen om te voelen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Iedereen die zich van zijn boeien ontdoet, krijgt een helderder blik op mensen en natuur; eerst alleen op zo'n manier, dat hij denkt dat zijn waarnemingsvermogen veel scherper is geworden; in werkelijkheid betekent het echter dat de geest zich roert, die meer vrijheid van beweging krijgt. Dan moet de mens het tot een gewoonte maken om in zichzelf te kijken, dat wil zeggen de beelden te herkennen die zijn geestelijk oog onafhankelijk van zijn lichamelijke ogen ziet en kan waarnemen; dan zal hij, wanneer hij zich in de liefde tot Mij bevindt en op die basis voortbouwt, snel de eigenschappen van de geest verkrijgen die jullie 'helderziendheid' noemen. Dat is evenwel geen magische, maar een heel natuurlijke eigenschap van de ziel, waarvoor zij zich natuurlijk net zo goed kan afsluiten als jullie in het lichaam je voor het ontwikkelen van verschillende vermogens kunnen afsluiten.
Hoofdstuk 53: Geestelijk schouwen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Toen werd er op allerlei manieren over en weer gepraat, waarbij ook naar voren werd gebracht wat Ik hen vroeger had geleerd; en ieder had een geheel eigen standpunt voor zichzelf gevormd, van waaruit hij de heiligheid Gods beschouwde. Johannes legde tenslotte breedvoerig uit, dat onder 'heiligheid' in de ware betekenis van het woord de grote, zelfverloochenende liefde van God verstaan moest worden, die evenwel door de zonde, die tegen die liefde ingaat, gekwetst kon worden, evenals een goede vader zich door zijn liefdeloze kinderen wel gekwetst voelt, maar daarom nog niet boos is; hij zal naar zo zacht mogelijke middelen zoeken om die liefdeloosheid uit te roeien, en pas naar steeds strengere middelen grijpen als de zachtere middelen niet helpen echter niet uit woede, maar enkel en alleen uit liefde en voor het juiste doel.
Hoofdstuk 54: Over de heiligheid van God - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Daaruit volgt echter dat er reeds op de allerlaagste niveaus een zelfbewustzijn aanwezig is, ook al is dat nog zo gering, omdat er anders geen geestelijke ontwikkeling mogelijk is. Maar op de laagste niveaus is geen lichamelijk vermogen om te voelen aanwezig. Dat is pas een gevolg van een meer ontwikkeld zielenleven en begint bij de grens van die wezens, bij welke een circulatie van sappen bestaat.
Hoofdstuk 56: Over het vermogen om te voelen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Die circulatie heeft echter steeds een activator nodig in de vorm van zenuwen, die bij planten nog heel grof zijn, maar bij dieren steeds fijner worden. Steeds hebben die zenuwen met elkaar gemeen, dat ze activerende overbrengers zijn van uiterlijke en innerlijke prikkels, en dat ze zich door passende organen tegen beschadigende prikkels beschermen en zich bij nuttige prikkels aan de invloed ervan overgeven. Daarom opent en sluit een bloem haar kelk, en daarom vlucht een dier of stelt het zich open voor een weldadige invloed.
Hoofdstuk 56: Over het vermogen om te voelen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Mij lijkt het daarom zonder twijfel, dat alles wat geschapen is pas het vermogen om te voelen krijgt, wanneer de activiteit van de ziel ver genoeg uitgegroeid is om tegelijkertijd het verlangen naar verdere ontwikkeling tot bewustzijn te brengen. En dat verlangen is de aandrijvende liefde, die de Heer als zacht aansporend middel aan ieder wezen heeft meegegeven, en waardoor het doel van de transformatie van het heelal bereikt wordt -zonder dwang, maar enkel uit het eigen, vrije besluit om de wegen van vervolmaking ook te willen bewandelen. Die drijvende kracht is echter de geest uit God, die pas in de mens levend kan worden, de vorm in zich opneemt en dan voor God staat als overwinnaar die de uiterlijke vorm heeft doorbroken en als het ware in zichzelf heeft doen verdwijnen.'
Hoofdstuk 56: Over het vermogen om te voelen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Vandaag werd het verlangen in mij echter zo sterk, dat ik tot iedere prijs jullie geheim wilde doorgronden, en ik trof dus voorbereidingen om bij jullie te kunnen binnendringen. Voor dat raam, waar jullie mij grepen, staat een boom, waarvan de takken erg breed zijn. Ik nam een paar sterke stokken mee en legde die vanaf de takken op het raamkozijn, en zo kon ik heel goed via die brug hier komen en jullie gesprek afluisteren. Alleen door de grote aandacht waarmee jullie met elkaar praatten, kwam het dat jullie mij niet eerder ontdekt hebben, en wat jullie zeiden greep mij zo, dat ik helemaal vergat dat ik een indringer was en het liefst onmiddellijk naar binnen was gesprongen, om bij jullie te zijn. Doordat ik mijzelf zo vergat lette ik helemaal niet meer op mijn lichte brug en stootte onverhoeds tegen de stokken, die toen naar beneden vielen. Bij mijn poging dat te verhinderen zou ik bijna zelf naar beneden gestort zijn, als jullie niet snel te hulp waren geschoten.
Hoofdstuk 57: De Heer en Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[17] Toen de Efraïmiet dat had gezegd, kwam Ik de zaal binnen en riep hem toe: 'Zalig zijn zij die geloven en niet zien! Wees dus welkom bij Mij, als de laatste van al diegenen die enkel door Mijn woord tot Mij komen, en blijf voortaan bij Mij, opdat jouw geloof bekroond wordt! Jij heet Efraïm en zult van nu af aan voor Mij een zuil worden, die een goede steun vormt voor het opbouwen van Mijn rijk. En jullie anderen moeten een voorbeeld aan hem nemen, opdat jullie leren wat het wil zeggen vanuit het hart te leven en alleen de wil en de gevoelens daarvan te volgen!'
Hoofdstuk 57: De Heer en Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Daarmee naderde nu de tijd dat Mijn lichaam geofferd moest worden, en de ziel werd bekropen door treurigheid en een voorsmaak van het grote lijden dat Mij te wachten stond. Tegelijkertijd werd ze echter doorstroomd van het bewustzijn van de grote taak die vervuld moest worden, en ze voegde zich naar de wil van de Vader. De leerlingen zagen die strijd en vroegen Mij bezorgd wat er met Mij aan de hand was. Maar ik wees hen allen terug en zei dat hen binnenkort alles duidelijk zou worden.
Hoofdstuk 58: Het afscheid van Efraïm. Vertrek naar Bethanië - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Die soldaten staan echter allemaal op het niveau van het puur uiterlijke waarnemen van de natuur, dat hun het recht van de sterkste leert -ze bekommeren zich nog niet om de ontwikkeling van hun ziel -en bootsten dus ook die strijd in de natuur na, en voelen voorlopig ook helemaal geen leegte in zichzelf. Ja, ze kunnen daarbij zelfs heel goede mensen zijn, zelfs goedmoedig, zolang ze geen ingebeelde vijand voor zich hebben in de gedaante van een andere oorlogszuchtige soldaat uit een ander land, waar ze als een verbitterde vijand tegenover staan, zodra de trompet tot de strijd oproept.
Hoofdstuk 59: Over het toelaten van oorlog - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Die opvoeding moet Ik echter laten gebeuren, omdat het herkennen van de innerlijke kern alleen mogelijk is door het doordringen van de harde uiterlijke schillen, en de menselijke geest niet op een andere manier te wekken is dan door ervaring.
Hoofdstuk 59: Over het toelaten van oorlog - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Daarop zei Efraïmiet onverschrokken: 'Vrienden, ik ben van oudsher altijd meteen naar de bron gegaan, en heb nooit langdurig de aftakkingen van een rivier afgezocht, wanneer het erom ging tot de kern van iets door te dringen! Ik vermoedde dat er beslist iets bijzonders achter jullie schuilgaat, en ook is het al sinds lang mijn wens om de Heiland te leren kennen en van Hemzelf de woorden te horen, die ik alleen via omwegen kon bemachtigen. Is het dan niet heel begrijpelijk dat ik met al mijn krachten probeer zo snel mogelijk bij Hem te komen, vooral nu mijn hart zo geweldig naar Hem verlangt?! Zou jij tegen je kind kunnen zeggen dat het uit je buurt moet blijven, wanneer het jou wil omarmen? Ik weet echter heel goed uit de Schrift en door veel andere dingen die nu zijn gebeurd, wie ik in Jezus van Nazareth voor mij heb. En het was eigenlijk ook mijn innerlijke gevoel om hier iets over Hem te weten te komen, wat mij hierheen dreef, en daarom is hetgeen je zei ook waar, dat de geest en niet mijn nieuwsgierigheid mij dreef.
Hoofdstuk 57: De Heer en Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Ik vroeg hun derhalve allemaal dichter bij Mij te komen zitten, om niet al te luid te hoeven spreken en de aandacht van degenen die voorbij trokken niet op ons te vestigen, en Ik zei het volgende: 'Het is steeds noodzakelijk dat jullie bij het beschouwen van alle dingen die zich in het menselijke leven aan jullie blik vertonen, nooit naar de buitenkant oordelen, maar steeds naar de innerlijke, wezenlijke kern. Materiële, uiterlijke dingen en geestelijke, innerlijke, dat wil zeggen overeenstemmende dingen kunnen schijnbaar in grote tegenspraak met elkaar zijn, omdat ze dikwijls polair tegenover elkaar staan, ja, zich als volledig tegenovergestelde begrippen zo móeten verhouden, ondanks dat het ene zonder het andere niet kan bestaan. Als die tegenstellingen voor jullie blik heel schril naar voren komen, dan menen jullie onverklaarbare tegenstrijdigheden te ontdekken, die dat echter voor het oog van de geest absoluut niet zijn. Zo is het bijvoorbeeld hier:
Hoofdstuk 59: Over het toelaten van oorlog - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)