Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 363 van 1088

...  351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376  ...
[23] Toen zond God profeten naar hen toe, en zij vervolgden die te vuur en te zwaard door hen voor het volk steeds voor valse profeten te verklaren en ieder die de leer van de profeten aannam en ernaar leefde, verklaarden ze voor wetsovertreders en godslasteraars.
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[24] Honderd jaar later pas werden de door hun toenmalige priesters vervolgde profeten erkend als ware profeten en werden er gedenktekens voor hen opgericht, die jullie vandaag de dag nog, alleen maar uit schijnbare eerbied, jaarlijks witkalken; maar aan het woord van de profeten geloven jullie nu evenmin als de toenmalige priesters er in die tijd aan hebben geloofd. En zoals zij de oude profeten hebben vervolgd, zo vervolgen jullie nu de naar jullie gezonden profeten, verklaren hen voor valse profeten, verstoten en doden hen!
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Maar opdat niemand zich ooit zal kunnen verontschuldigen door te beweren dat hij niet heeft geweten waarin de ware hemel dan wel bestaat, zal Ik jullie omwille van het volk in beelden tonen, waarin de ware hemel overal in de hele oneindigheid en hier op deze aarde, in en boven alle sterren, overal op dezelfde manier bestaat. Luister dus naar Mij!'
Hoofdstuk 194: De Farizeeën vragen naar het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer) : 'Het hemelrijk of Godsrijk is als een koning die voor zijn zoon een bruiloft aanrichtte. Hij stuurde zijn knechten en dienaren erop uit om vele voorname gasten uit te nodigen voor het koninklijke bruiloftsfeest. Maar de genodigden zeiden bij zichzelf 'Waarom zouden we naar een koninklijk bruiloftsmaal gaan? Thuis hebben we het beter en zijn dan niemand dank verschuldigd! ' En daarom wilde niemand van de genodigden naar het koninklijke bruiloftsfeest komen.
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Toen de koning het bericht ontving dat de als eersten uitgenodigde gasten niet wilden komen, stuurde hij er nogmaals andere knechten op uit, terwijl hij hun van te voren zei: 'Zeg de gasten: zie, mijn bruiloftsfeest heb ik voorbereid! Mijn ossen en mestvee zijn geslacht en alles is klaar; kom daarom allen naar het bruiloftsfeest!'
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] De knechten vertrokken en brachten dat getrouw over aan de gasten die ze moesten uitnodigen. Maar de genodigden gingen er wederom niet op in, maar versmaadden het. De een ging naar zijn akker, de ander ging aan een ander werk en weer anderen grepen de knechten beet, bespotten hen en doodden er zelfs enkele .
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Daarop sprak de koning nogmaals tot zijn knechten: 'Het bruiloftsmaal is weliswaar goed toebereid, maar de genodigde gasten waren het niet waard; ga daarom nu naar alle gewone straten en stegen en nodig ieder die je tegenkomt uit voor de bruiloft!'
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Daarop zei het tweetal: 'Waar zijn dan degenen die jou, als je waarachtig de erfgenaam bent, trachten te doden? Wij zijn niet hier naartoe gekomen om je gevangen te nemen en te doden, maar wij zijn gekomen om ernstig te onderzoeken of jij welovereenkomstig de volle waarheid degene bent die ons werd beloofd, Wij moeten op de drempel van de oude kerkdeur de wacht houden, opdat in deze .wonderzuchtige tijd, waarin de Essenen en ook andere magiërs hun goede oogst binnenhalen, niet ook hier een valse Christus binnensluipt en het blinde en lichtgelovige volk met zijn valse leer en wonderdaden betovert en verleidt. En wie derhalve onze vuurproef niet doorstaat, is een indringer en een bedrieger, en wij hebben het recht hem beet te pakken en naar buiten te gooien.
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Toen de tafels nu op deze manier vol waren, kwam de koning de grote eetzaal binnen om de gasten te zien. Daar zag hij iemand die in de verste verte niet voor een bruiloft gekleed was, terwijl toch alle anderen, toen ze werden uitgenodigd, snel naar huis waren gegaan om zich vlug zo goed mogelijk mooi te maken voor de bruiloft.
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar de knechten zeiden: 'O machtige koning, hij is een van degenen die het eerst zijn uitgenodigd en niet wilden komen. Toen we nu voor de derde keer mensen gingen uitnodigen, troffen we hem ook op straat aan, nodigden hem nogmaals uit en raadden hem aan om zich ook mooi te kleden voor de bruiloft. Maar hij zei: ' Ach waarom! Ik ga vanwege de bruiloft niet alle mogelijke moeite doen, ik ga erheen zoals ik ben.' En zoals wij hem op straat aantroffen, ging hij dan ook met de andere gasten mee naar de bruiloft en wij hielden hem ook niet tegen, omdat wij van U daar geen recht toe hadden.'
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Toen de koning dat van de knechten hoorde, ging hij naar degene toe die geen bruiloftskleed aanhad en hij zei tegen hem: 'Hoe kon je nu hier naartoe komen zonder een bruiloftskleed aangetrokken te hebben? Zie, de tafels zijn nu vol bezet met arme mensen, van wie een deel slecht en maar een heel klein deel goed is; maar allen hebben zich zo mooi gekleed dat mijn oog nu echt behagen in hen schept! Jij was de eerste keer al uitgenodigd en wilde geen gehoor geven aan de uitnodiging; en nu bij de derde, algemene uitnodiging heb je je er toch toe laten bewegen om binnen te komen, maar wel zonder je ook maar enigszins mooi voor de bruiloft te kleden, terwijl je toch vermogend genoeg bent om een bruiloftskleed te bezitten. Waarom heb je me dan deze schande aangedaan?
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Deze boze koppigheid ergerde de koning zozeer, dat hij tegen zijn dienaren zei: 'Omdat deze man zo verstokt is en mijn grote minzaamheid en vriendelijkheid slechts met boosheid, toorn en verachting beloont, moeten jullie zijn handen en voeten (liefdewil en wijsheid) vastbinden en hem in de uiterste duisternis (puur werelds verstand) naar buiten (in de materie) werpen! Gehuil en geklapper van tanden (wereldse twisten over recht, waarheid en leven) zullen daar zijn.
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Ik zeg jullie echter hiermee dat God door Zijn gewekte knechten ook velen van jullie heeft uitgenodigd en geroepen voor het ware rijk Gods, maar uitverkoren zijn slechts weinigen; want de eerste keer wilden ze helemaal geen gevolg geven aan de uitnodiging, daarna verzetten zij zich er tegen -zoals dat nu het geval is -, en toen voor de derde keer ook alle heidenen voor de bruiloft uitgenodigd werden en zij zich mooi maakten en naar de bruiloft kwamen, kwam er van degenen die het eerst uitgenodigd waren slechts één in een kleed dat niet geschikt was voor het bruiloftsfeest, en deze ene is het beeld van jullie starheid van geest, die jullie in de diepste duisternis en nood van de wereld zal werpen. En daarom zullen er zich onder degenen die van het begin geroepen zijn, slechts weinigen bevinden die uitverkoren zijn en zo zal het ware rijk Gods van jullie afgenomen en aan de heidenen gegeven worden; maar jullie zullen in je diepe wereldse duisternis zoeken, twisten en strijden en zullen het nu verloren en van jullie geweken rijk Gods niet meer vinden tot aan het einde van de wereld.
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] En het rijk Gods in de mens is daarin gelegen dat hij zich aan de geboden van God houdt, en van nu af aan gelooft aan Hem die in Mij naar jullie is gezonden.
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Enkelen gingen naar buiten naar leerlingen van het Romeinse recht en ook naar juridische adviseurs van Herodes en ze beloofden hun een grote beloning als ze in staat bleken om Mij op Mijn woorden te vangen.
Hoofdstuk 196: De vraag naar de belastingpenning - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376  ...