Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 363 van 1490

...  351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376  ...
[1] IK zei: 'Van alle zonden zijn hoererij, ontucht en allerlei soorten geilheid de ergste. De mensen worden echter tot deze zonde verleid door nietsdoen, hoogmoed en trots. Want voor de hoogmoed is niets meer heilig; hij zoekt slechts alle hem ten dienste staande middelen om daardoor de hartstochten van zijn op de wereld gerichte zinnen te bevredigen.
Hoofdstuk 56: De voornaamste oorzaken van de ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Als dan door zo iemand kinderen verwekt worden, - wat komen er dan beklagenswaardige mensen op deze wereld, die met allerlei ziekten behept zijn! -Deze zonde is dus een hoofdoorzaak, waardoor alle ergste ziekten in deze wereld komen.
Hoofdstuk 56: De voornaamste oorzaken van de ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Naast deze hoofdoorzaken waaruit voor mensen die toch al reeds vanaf hun geboorte een zwakke gezondheid hebben, de meeste ziekten ontstaan, zijn er zeker ook andere waardoor de zwakke mens erg ziek kan worden, -maar Ik zeg nadrukkelijk nogmaals: Alleen degene die reeds vanaf de geboorte een zwakke gezondheid heeft, kan die ziekten krijgen! De oorzaken zal Ik jullie echter heel in 't kort tonen:
Hoofdstuk 56: De voornaamste oorzaken van de ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Tegen de traagheid van de mens bestaat nu eenmaal geen ander middel dan allerlei toegelaten kwalen, die noodzakelijkerwijs op het veronachtzamen van de goddelijke wil moeten volgen. Deze wekken de ziel, die in het lichaam van de mens vast ligt te slapen, en tonen haar de nare gevolgen van haar traagheid, en daardoor wordt zij voorzichtiger, verstandiger , ijveriger en meegaander voor de onderkende, goddelijke wil. En zodoende hebben de verschillende ziekten waarmee de mensen nu behept zijn ook hun goede kant.
Hoofdstuk 56: De voornaamste oorzaken van de ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] ALLEN zeiden: 'Heer en Meester, wij begrijpen dit nu volledig en danken U nogmaals voor deze goede uitleg! Want omdat een aankomend leraar met allerlei zieke mensen te maken krijgt, is het voor hem ook erg noodzakelijk hun door de genoemde uitleg geloof, moed en alle geduld te geven, om bij hen, als het nodig en mogelijk zou zijn, ook een verzachting van hun lijden te bewerkstelligen; want wie geduldig lijdt, lijdt duidelijk al minder dan wie heel ongeduldig lijdt. En daarom vinden wij deze les van U heel goed, want niemand heeft meer troost nodig dan iemand die in wat voor vorm dan ook lijdt, en wij vinden het ook bijzonder belangrijk om een lijdend mens geestelijk en lichamelijk te hulp te komen. -Hebben wij gelijk of niet?'
Hoofdstuk 56: De voornaamste oorzaken van de ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK zei: 'Zeker; want alleen diegene moet door de naastenliefde geholpen worden die deze nodig heeft, dat heeft waarde voor God. Daarom zeg Ik jullie er echter nog bij: Iemand die een gastmaal aanricht en daarvoor zijn rijke buren en vrienden uitnodigt, heeft daardoor weliswaar niet gezondigd, maar in de hemel zal hij daarvoor ook geen loon te verwachten hebben, omdat zijn vrienden hier hem daarvoor kunnen belonen. Nodig daarom de armen als gast uit, en het zal je in de hemel vergolden worden; want de armen kunnen het je hier niet vergelden!
Hoofdstuk 56: De voornaamste oorzaken van de ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Na deze woorden van Mij ging iedereen rusten, en allen bedankten Mij nogmaals voor de gegeven lessen.
Hoofdstuk 56: De voornaamste oorzaken van de ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] De oude leerlingen houden echter steevast vol dat deze beweging niet indirect, maar heel direct door de macht van Mijn wil is opgeroepen. Nu hebben de nieuwe leerlingen echter op hun manier gelijk en de oude leerlingen ook, en daarom hebben zij de beslissing van Mij als scheidsrechter nodig. En daarom gaan we dan ook naar hen toe en hen in recht en waarheid verenigen!'
Hoofdstuk 57: De springvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] En IK keek hen allen vriendelijk aan en zei: 'Jullie vechten om de waarde van een plukje schapewol! De nieuwe leerlingen hebben gelijk, maar de oude leerlingen ook; want in algemene zin hebben de nieuwe leerlingen gelijk, en nu in dit speciale geval de oude leerlingen. Want deze beweging van de zee die jullie nu zo erg vreemd voorkomt, ontstaat niet door een indirecte kracht, maar direct door Mijn wil.
Hoofdstuk 57: De springvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Slechts door Mijn wil bracht Ik over een oppervlak van tweehonderd akkers de zee zodanig tot rust, dat deze er spiegelglad bij lag, terwijl buiten deze spiegel de zee nog erger te keer ging dan eerst. Toen de nieuwe leerlingen dat zagen, vielen zij voor Mij neer en wilden Mij gaan aanbidden.
Hoofdstuk 57: De springvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: 'O, een stormwind zou hunjuist goed van pas komen, want ze hebben een schip dat tegen de storm bestand is en dat hen heel snel aan de veilige oever zou brengen. Maar deze windstille springvloed brengt hen helemaal tot vertwijfeling; want zij komen daarin zelfs als zij zo hard mogelijk roeien niet verder, omdat iedere golf het schip weer naar zijn eerdere plaats terugwerpt en het hun daarbij net zo vergaat als een wandelaar die over losse stenen een berg wil beklimmen. Bij iedere stap glijden de stenen weg en de wandelaar glijdt weer naar de plaats terug waar hij eerst stond. Daarom is deze soort golfbeweging voor Mijn achtervolgers al zonder meer de beste en meest bruikbare. - Maar laten we er over ophouden en gaan zien hoe het met ons ochtendmaal staat!'
Hoofdstuk 57: De springvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK zei: 'O, over een kleinigheid! De twintig nieuwe leerlingen vroegen sommige van Mijn oude leerlingen die thuis gebleven zijn, naar de reden van deze hoge zee, en de oude leerlingen zeiden dat deze windstille hoge zee vast alleen door Mij om onbekende redenen, op wonderbaarlijke wijze veroorzaakt moest zijn. De nieuwe leerlingen willen dat echter niet helemaal accepteren en zeggen: 'Wij weten wel dat alles wat er gebeurt en ontstaat alleen van God de Heer afhangt; maar desondanks heeft Hij in de natuur door Zijn orde, gerechtigheid en wijsheid voor geheime krachten gezorgd die volgens Zijn wil werken. Weliswaar brengt Hij door Zijn wil de krachten eerst op gang; maar daarna werken de krachten direct en God door hen alleen indirect. Dat alles wat gewicht heeft naar beneden valt, heeft God oorspronkelijk zo ingesteld; maar nu drijft de op die wijze ingestelde kracht het eigen lichaamsgewicht vanzelf naar beneden. Zo heeft God oorspronkelijk het water zwaar en vloeibaar gemaakt. En juist deze door Hem gegeven eigenschap is nu ook de geheime kracht van het water die het van de hoogte onweerstaanbaar naar de diepte laat stromen, zonder dat God daarbij steeds hoeft in te grijpen om het water en de beken, rivieren en stromen verder te stuwen. En zo zal het nu ook bij deze windstille zeebeweging zijn; alleen is deze juist door de algehele windstilte opvallender dan wanneer die door een sterke, machtige orkaan zou zijn opgezweept. ' Daarom vroegen zij juist de reeds veel ervarener leerlingen door welke geheime kracht God nu deze beweging opgeroepen kon hebben.
Hoofdstuk 57: De springvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] Maar IK zei tegen hen: 'Houdt daar direct mee op! Want Ik ben niet in deze wereld gekomen om Mij door de mensen te laten eren en aanbidden, maar alleen om hun de wegen van de waarheid en het leven te tonen en allen te helpen die nood lijden, het moeilijk hebben en met allerlei kwade lasten beladen zijn.
Hoofdstuk 57: De springvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Tijdens de maaltijd werd er weinig gesproken, maar na de maaltijd des te meer; want er kwamen al gauw veel gasten uit de stad, voor een deel om naar de woeste zee te kijken, maar voor een deel ook om daar een goed visontbijt te gebruiken; want onze waard had namelijk in dit opzicht een goede naam in de hele stad. Het was haast niet te vermijden dat deze gasten met ons in aanraking kwamen, waarbij er velen naar Mij vroegen; want zij zagen ettelijke van Mijn leerlingen die zij goed kenden, en maakten daaruit op dat ook Ik niet zo ver weg zou zijn.
Hoofdstuk 58: Petrus en de rijke inwoner van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] PETRUS antwoordde wat geprikkeld: 'Vriend, als je over onze Meester een deugdelijk oordeel wilt vellen, dan moet je Hem net als ik beter kennen! Ik ben nu meer dan een jaar voortdurend bij Hem en weet daarom ook veel meer dan jij ook maar kunt weten. Ik ben ook niet op mijn achterhoofd gevallen, ik ken de Schrift en kan daardoor ook veel heel grondig beoordelen; maar ik heb uit Zijn mond nog nooit een woord gehoord waaruit niet de diepste, goddelijke wijsheid zonneklaar is gebleken. Zelfs de toespraak van gisteren was vol innerlijk leven en goddelijke geest. Dat deze slechts door heel weinigen begrepen werd, ligt werkelijk niet aan Hem! Wanneer Hij Zich duidelijk openbaart en eindelijk verklaart wie Hij nu precies is, en niemand dat van Hem gelooft, hoe kan zulk verstokt ongeloof dan Zijn toespraak van gisteren begrijpen?!
Hoofdstuk 58: Petrus en de rijke inwoner van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376  ...