Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 363 van 1037

...  351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376  ...
[13] En Ik zei: 'Kort na zonsopgang, aangezien Ik Mij daarna tot de avond naar een plaats zal begeven, van waaruit we vanavond pas weer terug zullen keren; welke plaats wij zullen bezoeken, krijgen jullie later wel te horen!'
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Toen Lazarus dat hoorde, ging hij weg om alles te regelen; maar Ik ging met de paar leerlingen direct naar buiten, en Lazarus kwam Mij spoedig achterna.
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Toen wij ons helemaal bovenop de heuvel bevonden, zagen wij in de lucht een grote vlucht kraanvogels uit het noordwesten komen, en Lazarus meende dat het een zeldzaam verschijnsel was om deze vogels zo vroeg in de morgen te zien voorttrekken; want gewoonlijk trekken ze pas rond de middag voorbij, maar meestal in de namiddag. Dat had volgens hem iets heel bijzonders te betekenen; want deze vogels hebben een heel scherp instinct en voelen al dagen van tevoren wanneer er onraad voor hen dreigt in de natuur waar ze zich vanwege hun levensonderhoud ophouden; dan maken ze zich gereed voor de reis en wanneer hun leider een teken geeft vliegen ze allemaal tegelijk op en trekken naar een andere, veilige plaats.
Hoofdstuk 101: De vlucht kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Maar opdat ieder van jullie, die hier met weinigen aanwezig zijn, van tevoren zonder dat de anderen daarbij zijn ook daarover enige aanwijzingen hebben, wil Ik jullie die geven nog voordat de anderen ons zullen vinden; luister dus naar Mij!'
Hoofdstuk 101: De vlucht kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Deze dieren stellen dus de mensen voor, die er voortdurend op gericht zijn om naar zuivere kennis te streven en hun ziel met de levende schone visjes (het levende woord uit God) en schone wormen (zuivere ervaringskennis vanuit de natuur) te verzadigen.
Hoofdstuk 102: De geestelijke overeenstemmingen van de kraanvogeltrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Ik had dat nog maar net tegen de weinigen gezegd, of daar kwam de hele schare al uit het stadje naar buiten toe, kreeg ons weldra in het oog en kwam naar ons toe.
Hoofdstuk 103: De Romeinen komen bij de Heer aan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (De Heer:) 'Er was een man, die 's nachts onderweg erge honger begon te krijgen. Tegen middernacht kwam hij in een dorp. Daar was een huis, dat op een herberg leek, maar iedereen in het huis sliep al. Maar de reiziger begon op de huisdeur en ook op de ramen te kloppen, en omdat hij langdurig klopte werd de heer van de herberg wakker, kwam naar het raam en vroeg met wrevelige stem aan de late reiziger wat er aan de hand was, dat hij op een zo laat nachtelijk uur zo onbeschaamd op deuren en ramen klopte.
Hoofdstuk 104: De gelijkenis van de hongerige reiziger. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Toen de vlucht kraanvogels boven onze hoofden vloog, minstens vierhonderd manslengten hoog, hield hij stil, de rij werd opgeheven, en de honderdzeven kraanvogels begonnen in cirkels te vliegen en daalden steeds lager en lager en dat zolang, tot ze nauwelijks zeven manslengten boven ons rondcirkelden en ons met hun nu niet zo welluidende gezang in zekere zin eer betuigden. Dit duurde een paar minuten en daarna daalden de vogels heuvelafwaarts naar de vlakte beneden, waar zich een tamelijk grote vijver bevond, waar Lazarus voor zijn huis de vissen kweekte, die weliswaar slechts van de gewone soort waren. In deze vijver dronken de vogels water, zoveel als ze nodig hadden voor hun verdere vlucht. Toen ze daar kennelijk allemaal van voorzien waren, gaven de zeven oudste het goed herkenbare teken om op te breken en verhieven alle vogels zich in één klap in de lucht, maar maakten vóór hun definitieve vertrek nogmaals enkele cirkels om de heuvel heen, waar wij ons bevonden. Daarop vlogen ze in cirkels snel tot hun oorspronkelijke hoogte, vormden daar direct weer de vroegere opstelling en trokken toen naar het noordoosten; pas op tamelijk grote afstand wijzigden ze hun noordoostelijke vliegrichting in een zuidoostelijke en raakten buiten ons gezichtsveld.
Hoofdstuk 101: De vlucht kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[25] En zoals Ik jullie hier nu in een korte schets van de natuur en de vlucht van de kraanvogels een overeenkomstig geestelijk en hemels beeld heb getoond, zo bestaat er ook een overeenstemmend beeld van alles wat deze aarde jullie te zien, te horen, te ruiken, te proeven en te voelen biedt! Maar niet het lichaam, noch jullie angstige ziel, maar alleen de levende en eeuwige geest uit God in het hart van jullie ziel kan jullie daarvoor de sleutel geven; streef daarom naar de wedergeboorte van jullie geest in jullie ziel, dan zal de hele schepping met al haar talloos vele verschijnselen als een groot opengeslagen boek voor jullie zijn, waarin jullie de grondslag van de goddelijke liefde, wijsheid en macht heel goed zullen kunnen zien en heel duidelijk kunnen begrijpen! Hebben jullie dit nu goed begrepen?'
Hoofdstuk 102: De geestelijke overeenstemmingen van de kraanvogeltrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] T oen de Romeinen het eerst op de heuvel naar Mij toe kwamen, begroetten ze Mij heel liefdevol en Agricola zei: 'O Heer en Meester, wat zijn we toch blij, dat we U teruggevonden hebben en dat wij nu zien dat U ons met Uw heilige persoonlijkheid niet hebt verlaten! Daar waren wij allemaal al bang voor geworden aangezien wij U niet in het huis aantroffen en daarna op de gedachte kwamen dat U met de weinige leerlingen misschien al direct voor de hele dag ergens heen was gegaan. Uw achtergebleven leerlingen deelden zelfs onze mening omdat U gisteren om zeer wijze redenen niemand uitsluitsel wilde geven over wat U vandaag wellicht zou ondernemen. Na vele vragen en ten einde raad deelde die heerlijke Rafaël ons mee dat U niet ver weg, en wel hier, was. T oen vertrokken wij dan ook ijlings, haastten ons hierheen en vonden U ook, tot onze troost. En nu zijn wij buitengewoon blij dat wij U, ons alles, gelukkig weer in ons midden hebben!'
Hoofdstuk 103: De Romeinen komen bij de Heer aan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Agricola zei: 'Heer en Meester, begrepen hebben wij dit beeld wel, maar zoals ik het begrepen heb, bevat het niet veel vertroostends, zoals wij dat wel uit Uw vele andere lessen en woorden ontvangen hebben. Het is wel waar dat voor het bereiken van een groot geluk ook van tevoren grote offers en inspanningen nodig zijn; maar als men naar mijn mening een volkomen ernstige en vaste wil heeft om volledig volgens Uw leer te leven -wat ik voorzover ik kan beoordelen niet als bijzonder moeilijk en buitengewoon inspannend beschouw, aangezien U immers Zelf gezegd hebt dat Uw Juk zacht en Uw last licht is -dan moet ik nu eerlijk bekennen dat ik uit deze woorden, volgens welke men het rijk Gods in deze dagen en ook in een toekomstige, woeste tijd slechts met geweld en inspanning tot zich kan trekken, het troostende van het zachte juk en de lichte last niet kan ontdekken.
Hoofdstuk 104: De gelijkenis van de hongerige reiziger. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Kijk, jullie zelf doen het rijk Gods een werkelijk groot geweld aan; maar omdat jullie het je in volle ernst eigen willen maken, schuwen jullie ook geen moeite en geen offer, en Mijn juk komt jullie dan ook heel zacht voor en Mijn aan jullie opgelegde last heellicht en gering. Bedenk alleen maar eens dat jullie uit liefde voor Mij die vele jongeren met je meenemen naar Rome en ze daar in Mijn naam ook uitstekend zullen verzorgen! Maar behalve hen nemen jullie ook nog dat arme gezin uit Emmaüs, het gezin van Helias en verscheidene bekeerde tempeldienaren met hun vrouwen en kinderen ook met jullie mee en zullen ook voor hen zorgen, -en kijk, dat is een heel groot geweld, dat jullie als heidenen het ware rijk Gods aandoen om het volkomen tot je te trekken, en jullie zullen het een nog groter geweld aandoen, omdat jullie volle geloof in Mij, jullie liefde voor Mij en jullie vaste en geheel en al goede wil jullie zal noodzaken nog meer te doen dan jullie tot nu toe gedaan hebben! En toch zal dat allemaal slechts een zacht juk en een lichte last voor jullie zijn, omdat jullie het zelf zo graag en in volle ernst willen.
Hoofdstuk 105: Wat 'het hemelrijk geweld aan doen' betekent - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Maar als je nu bijvoorbeeld naar onze tempeldienaren kijkt en daarnaast naar heel veel wereldse mensen, vraag jezelf dan eens af of voor hen datgene wat jullie nu heel gemakkelijk doen om het rijk Gods te winnen, niet zo'n enorme geweldsinspanning voor hun wil zou zijn dat je er als het ware de bergen op aarde wel mee zou kunnen verzetten! En wanneer zij, die het zouden kunnen, het rijk Gods niet een dergelijk geweld zullen aandoen zoals jullie dat al met veel vreugde hebben gedaan, zullen zij het ook werkelijk niet verkrijgen!
Hoofdstuk 105: Wat 'het hemelrijk geweld aan doen' betekent - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Maar hier betekent de vlucht van die tortelduiven niets anders dan dat de duiven 's morgens gewoonlijk met meerdere tegelijk naar deze vijver vliegen om daar water te drinken, zodat ze dan meer kracht krijgen om rond te vliegen; want zonder water zou geen vogel uiteindelijk meer kunnen vliegen.
Hoofdstuk 106: Over het leven aan gene zijde (24.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Maar waarom iedere vogel water nodig heeft om te vliegen, kunnen jullie nu nog lang niet begrijpen; maar de mensen in de komende tijden zullen geleidelijk aan ook achter zulke geheimen komen. Kijk, nu hebben deze vogels hun dorst gelest en verheffen zich en vliegen meestal weer naar waar ze vandaan zijn gekomen! Laat ze maar vliegen!'
Hoofdstuk 106: Over het leven aan gene zijde (24.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376  ...