Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 365 van 1110

...  353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378  ...
[10] Maar de alwetende en door jullie zo gehate profeet uit Galilea ging naar het genoemde straatarme en totaal verlaten gezin, waarvan de kinderen naakt om brood bedelden en niets kregen, hoewel deze plaats de bakoven voor vrijwel heel Jeruzalem is, en gaf de ouders door Zijn almachtige wil hun gezondheid terug. Daarna gaf Hij hun brood, wijn en fatsoenlijke, goede kleren en liet hen door die voorname Romeinen uit dat miserabele onderkomen halen.
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Daar, temidden van de genoemde voorname Romeinen, staan de ouders en hun arme kinderen en zij zijn nu goed verzorgd. En kijk, dat alles deed jullie gehate profeet!
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Maar jullie, die beweren priesters van God te zijn, hebben niets beters te doen dan dag en nacht in jullie tot een rovershol en moordkuil geworden tempel te beraadslagen, hoe jullie deze grootste weldoener van de arme mensheid kunnen doden en vernietigen!
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Zeg nu zelf eens: met welke verscheurende dieren uit bos en woestijn zijn jullie eigenlijk te vergelijken? Heus, burger Barabe is miserabel en slecht; maar jullie zijn nog vele duizenden malen slechter! Want Barabe zal de grote profeet zelfs nog dankbaar zijn dat deze de hut voor hem ontruimd heeft; maar in jullie groeit de heimelijke woede alleen nog maar meer, omdat de grote profeet jullie met je onbeduidende kracht, macht en ontferming zo oneindig ver overtreft! En daarom zal Barabe ook gematigder gestraft worden voor zijn grote onbarmhartigheid!
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Maar Salomo was in zijn laatste tijd, met al zijn twijfels toch nog veel beter dan jullie nu zijn. Zijn begeerte naar pracht en ook zijn grote zucht naar vrouwen hebben Salomo het misnoegen van de Heer bezorgd, omdat Salomo Hem negeerde, hoewel Hij hem tweemaal verschenen was, met hem gesproken had en hem waarschuwde, om nooit van Zijn wegen af te dwalen. Het gevolg daarvan was dat zijn grote rijk verdeeld werd en aan zijn zoon slechts het kleine gebied rondom Jeruzalem werd toebedeeld; en zelfs deze genade viel Salomo alleen maar ten deel vanwege zijn vader David. Maar jullie zal helemaal geen genade meer ten deel vallen, jullie zullen ondergaan in de poel van jullie ontelbaar vele zonden en jullie totale onverbeterlijkheid!'
Hoofdstuk 145: De man uit Opper-Egypte onthult de gedachten van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] De Egyptenaar zei, terwijl hij naar de twaalf adelaars wees: 'Kijk daar eens! Die wilde roofvogels zullen eerder in Hem geloven dan jullie! Heeft Hij jullie al niet meerdere malen in de tempel onderwezen, en heeft Hij in jullie bijzijn niet de grootste tekenen verricht? Waarom geloofden jullie Hem dan niet?! Hoe meer Hij onderrichtte en hoe groter de tekenen waren die Hij deed, des te toorniger en wraakzuchtiger werden jullie! Als dat nu ontegenzeggelijk bij jullie het geval is, hoe kunnen jullie dan zeggen, dat jullie dat alleen maar doen om tot de volle waarheid te komen en er zeker van te zijn dat Hij de heilbrenger voor Israël is, aan wie jullie zouden geloven? Maar ik vraag jullie, wie ter wereld zou Hem beter aan jullie bekend kunnen maken dan juist Hijzelf? Als jullie Hem niet geloven, wie wil je dan geloven en voor wie wil je je leven dan gaan beteren?'
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] De Egyptenaar zei: 'Heus,jullie miserabele vlees zou voor deze dieren te slecht zijn! Maar kijk, daar beneden graast een kudde schapen aan de voet van deze heuvel! Die zijn het eigendom van een zekere Barabe, een uitermate rijke burger van Jeruzalem, die een heel arm gezin, dat zelfs vroeger bij hem in dienst was, daar in die reeds vervallen schaapskooi volledig te gronde heeft laten gaan. Hij gaf hun wel voor korte tijd het recht om in die slechte hut te wonen; maar omdat hun ziekte te lang duurde en de laatste tijd zo erg werd, dat hij niet kon aannemen dat daar ooit een eind aan zou komen, ging de zaak hem te lang duren en werd hem te bezwaarlijk. Onder het voorwendsel dat die hut vanwege de uitbreiding van zijn kudden verbouwd en opgeknapt moest worden, gaf hij bevel dat de arme mensen dezelfde dag nog, meer dood dan levend, de toch al ellendige hut moesten verlaten. O, wat een edele en barmhartige zoon van Abraham, Isaak en Jacob!
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Kijk naar de reuzenadelaars! Zij moeten, omdat jullie voor hen als voedsel - zoals ik al gezegd heb - veel te miserabel en slecht zouden zijn, hun buik vullen met de kudde van die o, zo goedhartige Barabe, en om te maken dat zij gemakkelijker de kudde aan kunnen, zullen zij door evenveel wolven en beren geholpen worden! Ik wil het, en zo geschiede het!'
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] De Egyptenaar vroeg hun echter: 'Wel, hoe bevallen jullie bijvoorbeeld de tekenen die ik nu gedaan heb?'
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Maar hij (de Egyptenaar) zei: 'O, ellendige huichelaars! Voor mij zijn jullie nu wel bang, omdat je dit van mij hebt gezien en ondervonden; maar je probeert Hem te vangen en te doden, door wiens almachtige wil, die ik ken, ik dat allemaal heb gedaan! O jullie ellendige, blinde dwazen! Wie is er dan belangrijker: de Heer of de knecht, de Meester of de zwakke leerling? Als je voor mij al zo erg beeft, hoe zullen jullie dan voor Zijn aangezicht bestaan?'
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] De Egyptenaar zei: 'Wat jullie nu ter verontschuldiging naar voren gebracht hebben, weet ik maar al te goed; maar ik weet ook dat juist jullie het zijn en waren, die strikt aan de kant van jullie hogepriester stonden en die de eigenlijke kern vormden van de felste vijandigheid tegen de grootste profeet die de aarde ooit heeft gedragen, - en dat is boosaardig en slecht van jullie.
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Als jullie dat nu goed bedenken en daarbij een blik werpen op jullie totaal verkeerde levenswijze, dan moeten jullie toch wel inzien hoe zeer jullie altijd in woord en daad in strijd met de goddelijke wil handelen, en dan moeten jullie ook wel zien dat jullie, juist omdat je altijd tegen de goddelijke wil bent ingegaan, nu ook de grote Meester uit Galilea zo haten en vervolgen! Die toont jullie maar al te duidelijk, dat al jullie werken tegen de wil van God ingaan en dus volkomen uit den boze zijn! -Hebben jullie mij goed begrepen?'
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Toen kwam Rafaël naar voren en zei: 'Dan zullen jullie heel veel goed te maken hebben wat je de arme mensheid aan kwaads hebt aangedaan! Anders is er voor jullie geen vergeving van je zonden mogelijk; want als de mensen jullie niet vergeven watje hun schuldig bent, dan kan God jullie ook niet vergeven!'
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Rafaël zei: 'Wacht nu even, -de mensen van Nikodemus brengen juist wat te eten; als we daarmee klaar zijn, zal ik jullie wel een paar bewijzen leveren, die jullie zullen laten zien hoe je met de arme mensheid gehandeld hebt! - Maar nu enig geduld!'
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Rafaël zei: 'Heb nog even geduld tot wij het brood, de wijn en de vissen genuttigd hebben, dan zal ik jullie wel antwoorden!'
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378  ...