Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 365 van 1490

...  353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378  ...
[7] PETRUS zei heel verontwaardigd: ' Ah, dat is toch wel het toppunt! Als deze mensen ons slechts een blik waardig gekeurd hadden, of minstens onder elkaar gevraagd hadden wie wij waren! Maar nee, nog geen blik hebben zij ons gegund, hoewel zij U kennen en reeds heel veel over U gehoord hebben! Waarlijk, zulke ontzettend domme, onverschillige mensen ben ik nog nooit tegengekomen! Als we vandaag in een kudde varkens terechtkomen, zullen deze dieren ons beslist bekijken en tegen ons knorren; maar voor deze mensen zijn wij zo totaallucht, alsof we helemaal niet bestaan. O slechte, dove, stekeblinde wereld! O Heer, laat alsjeblieft een ontzettend onweer met talloze bliksemschichten boven hun hoofden losbreken, zodat ze hun meer dan stoïcijnse kalmte verliezen! Ja, waarlijk, dit zijn echt die zwijnen die men Uw levensparels niet voor moet werpen!'
Hoofdstuk 60: De onverschilligheid van de kooplieden op geestelijk gebied - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] IK zei: 'Wind je maar niet te veel op; want je weet nog lang niet duidelijk genoeg wat er allemaal voor gasten op deze aarde rondlopen, en wat ervoor nodig is om ze stukje bij beetje in de sfeer van de kinderen Gods te brengen! Wanneer jullie echter door Mijn geest, die Ik jullie na Mijn hemelvaart zal zenden, helemaal gesterkt zullen zijn, dan zullen jullie ook dát duidelijk inzien en Mij juist eren omdat Ik zo geduldig en lankmoedig ben.
Hoofdstuk 61: Over reïncarnatie. De aarde als school voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Laten echter diegenen onder jullie die tot enig begrip in staat zijn, weten dat ook zielen van andere werelden op deze aarde geïncarneerd zijn, en ook de kinderen van de slang op deze aarde. Zij zijn al eens gestorven en sommigen al enige malen, maar zijn om zich verder te ontwikkelen weer geïncarneerd.
Hoofdstuk 61: Over reïncarnatie. De aarde als school voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Ik heb je van tevoren gezegd, dat het er met deze kooplieden zo voorstaat! Zij kennen alleen hun waar en hun geld. Wie bij hen vergeleken geen koopwaar en geen geld heeft, is in hun ogen ook zo goed als geen mens. Wat zij over iemand zoals wij, die geen geld heeft, zich nog verwaardigen te denken, is alleen, dat zij bij zichzelf rekenen en zeggen:'Kijk wat zou deze sukkel als slaaf waard kunnen zijn?' Alleen als minderwaardige koopwaar zouden wij zo nog enige waarde voor hen hebben; want er zijn er velen onder hen die heimelijk slavenhandel bedrijven, en jouw oude vriend is één van de grootsten onder hen en hij doet elk jaar zaken in Egypte, Rome, Griekenland en ook in Perzië. -Wat vind je ervan, als een jood zoiets doet?'
Hoofdstuk 60: De onverschilligheid van de kooplieden op geestelijk gebied - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Dat de menselijke ziel van deze wereld samengesteld wordt uit elementen van het mineralen-, planten en dierenrijk en zich opwerkt tot mensenziel, is jullie reeds grotendeels uitgelegd, en ook, hoe dat binnen de gevestigde orde plaatsvindt. Maar die weg gaat een mensenziel, ook al is hij nog zo onvolmaakt, niet terug, behalve dan, in uiterlijk opzicht, in het geestelijke middenrijk, teneinde haar te deemoedigen en mogelijkerwijs daardoor te verbeteren. Is er tot op een bepaalde hoogte verbetering ingetreden, die dan wegens gebrek aan grotere bekwaamheden niet verder kan gaan, dan kan zo'n ziel naar een ander hemellichaam overgaan, d.w.z. naar het geestelijke deel daarvan en als schepsel gelukkig worden, of ook, als zij het wil, nog eens in het lichaam van de mensen van deze aarde komen, via welke weg zij zich hogere bekwaamheden kan eigen maken en met behulp daarvan zelfs het kindschap van God kan bereiken.
Hoofdstuk 61: Over reïncarnatie. De aarde als school voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Dus verhuizen er ook zielen van andere werelden naar het lichaam van mensen van deze aarde, om zich daarin de talloos vele geestelijke eigenschappen eigen te maken die nodig zijn voor het bereiken van het ware kindschap van God.
Hoofdstuk 61: Over reïncarnatie. De aarde als school voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Deze dieren horen eigenlijk in de grote oceaan thuis; maar ten tijde van de grote vloed van Noach zijn zij in deze binnenzee terechtgekomen en sinds die tijd leven zij hier en zullen zij nog een paar honderd jaar hier blijven leven.
Hoofdstuk 62: De grote zeeslang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Dat zijn dus de kinderen van deze wereld; zij zijn op hun manier erg knap en aards rijk en machtig, -maar nog lang niet geschikt om het hogere, geestelijke leven op te nemen.
Hoofdstuk 62: De grote zeeslang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Als het volkomen vrij en zelfstandig maken van een schepsel echter een zaak zou zijn die gemakkelijker tot stand te brengen was, dan zou het voor Mij, als Schepper van alle dingen en al het bestaande, echt niet nodig geweest zijn nu Zelf als mens op deze wereld te komen om de volmaaktst mogelijke, vrije vorming van de mens, door leer en daad te bewerkstelligen.
Hoofdstuk 63: De reden van de menswording van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Als iemand anders dat tegen jullie gezegd zou hebben, zouden jullie tegen hem gezegd hebben: 'Man, wat bazel je, wat een onzin kraam je daar uit!' Maar Ik zeg jullie dit Zelf, en daarom kunnen jullie wel geloven dat het zo is; want omwille van een kleinigheid zou Ik nooit het vlees van deze wereld en zelfs diens dood, aanvaard hebben, en ging Ik niet met jullie, Mijn schepselen, om zoals een echte vader met zijn kinderen.
Hoofdstuk 63: De reden van de menswording van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Nu zeggen jullie wel bij jezelf dat dat nu wel volkomen waar is, maar je vraagt je daarbij af waarom dat dan juist nu moet gebeuren, en hoe het dan met die hele reeds voorbijgegane, eeuwige tijd zit, waarin God net zo eindeloos volmaakt bestond als nu, -en wat er dan met de schepselen gebeurd is die deze huidige levensvervolmaking niet hebben kunnen bereiken omdat Ik nooit eerder een vleselijk lichaam zoals dat van een geschapen mens heb aangenomen.
Hoofdstuk 63: De reden van de menswording van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Dat zou onder de huidige omstandigheden voor mensen vrijwel onmogelijk zijn! Want ten eerste is zo'n slang erg sluw en weet zij alle gevaren die haar bedreigen te ontwijken, ten tweede beweegt zij zich zeer snel, zodat ook het beste zeilschip haar niet kan inhalen, en ten derde is zij bij jullie vergeleken ongelofelijk sterk. Als zij zich hoe dan ook bedreigd en in het nauw gedreven zou voelen, zou zij zich op de vijand storten en hem ogenblikkelijk platdrukken. Daarom is het niet raadzaam haar serieus te achtervolgen. In deze zee zijn maar twee van deze dieren, en als ze gestorven zullen zijn, zullen deze wateren volledig vrij zijn van deze ondieren. Maar de twee die er nu nog zijn, zijn al erg oud en behoren tot het voorwereldlijke dierentijdperk, hoewel zij pas de leeftijd van Noach hebben, dat wil zeggen vanaf zijn geboorte tot deze tijd.
Hoofdstuk 62: De grote zeeslang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] In zulke reuzendieren verzamelt zich de allerruwste levensstof van de wereldzielen, en deze wordt daarin verzacht en in zekere zin rijper gemaakt voor een hoger leven. Als het dier dan eindelijk eens doodgaat, gaat zijn verzamelde leven over in duizendmaal duizenden hogere levensvormen, waarin het reeds in kortere tijd een grotere levensrijpheid bereikt, hetzij nog in het water, of in de lucht of op de aardbodem, en dat gaat dan zo door alle levensvormen heen omhoog tot aan de mens. Maar de mensenzielen die zich via deze weg ontwikkeld hebben, staan toch op een heel lage trap en werden door de oude wijzen 'kinderen van slangen en draken , genoemd; want de oude wijzen wisten in hun eenvoud meer van de oorsprong der zielen dan de wijzen van heden.
Hoofdstuk 62: De grote zeeslang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Ja, Mijn geliefden, dat is een heel belangrijke vraag! Maar ten dele heb Ik deze met jullie, Mijn oude leerlingen, bij de oude Marcus in Caesarea Philippi al besproken, en jullie weten daar nog veel van; jullie weten echter nog niet volledig waarom uit de oneindige loop der tijden juist deze periode genomen werd om de menselijke schepselen van nu af aan voor eeuwig de volledige gelijkheid aan God te geven.
Hoofdstuk 63: De reden van de menswording van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Maar als dat God mogelijk is, waarom laat Hij het dan toe dat de mens eerst in een vrouwelijk lichaam verwekt moet worden, en vervolgens daarin van periode tot periode en van deel tot deel moet groeien en zich moet ontwikkelen? Als hij in het moederlichaam na vrij lange tijd voldoende ontwikkeld is, komt daar de moeizame geboorte, terwijl er nog heel wat aan zijn lichaamsdelen ontbreekt. Na verloop van tijd worden deze steeds meer volgroeid; de tong wordt soepeler en begint woorden te stamelen, de organen ordenen zich steeds meer, en de krachtiger en mondiger wordende ziel kan zich daar meer en meer van bedienen, en zo gaat dat van fase tot fase op en voorwaarts net zolang, tot de mens, zo ongeveer na dertig of veertig j aar, een krachtige, ervaren, verstandige man is. Alle kennis en ervaring heeft hij zich door eigen moeite en arbeid eigen moeten maken om voor zijn medemensen als nuttig medeburger waardevol en achtenswaardig te zijn. Ja, maar waarom moet dat alles met de mens gebeuren als God almachtig is en meteen zonder geboorte en opvoeding volledig wijze, sterke mensen uit de lucht of zelfs maar uit het niets kan maken?
Hoofdstuk 63: De reden van de menswording van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378  ...