Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 366 van 1166

...  354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379  ...
[2] Lazarus vroeg Mij naar Mijn mening.
Hoofdstuk 172: De Heer en de Zijnen in de herberg van Lazarus op de Olijfberg (Ev.Joh. 8,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] LAZARUS zei: 'Dat is prachtig, want de helft van de Olijfberg en de herberg zijn immers ook mijn eigendom! O, daar zullen we het goed naar onze zin hebben! De herberg werd driejaar geleden nog erg druk bezocht, maar sinds mijn strubbelingen met de tempel is het bezoek sterk teruggelopen omdat de Farizeeën verklaarden dat het een zonde is voor iedere jood als hij mijn herberg op de Olijfberg bezoekt. De oorzaak schijnt simpelweg alleen daarin te liggen, dat ik ook deze bezitting van mij onder de Romeinse jurisdictie gesteld heb toen de tempeldienaren er alle moeite voor deden mij met hun praatjes mijn bezit afhandig te maken. Ik heb daardoor hun plannen gedwarsboomd, wat hen natuurlijk vreselijk ergerde. Maar omdat deze bezitting nu ook onder Romeins opperbestuur staat, verklaren de tempeldienaren haar voor absoluut onrein, en iedere Jood die de herberg bezoekt, is voor een vol jaar verontreinigd. Kijk, dat is de eigenlijke reden waarom mijn herberg op de Olijfberg nu veel minder bezocht wordt dan vroeger; alleen Romeinen en Grieken komen daar vaak. Maar desalniettemin is de herberg toch met van alles goed voorzien, en wij zullen daar niets te kort komen. juist vanuit de herberg heeft men een prachtig uitzicht over vrijwel heel Jeruzalem en de wijde omtrek, en ik ben ervan overtuigd dat het U boven heel goed zal bevallen.'
Hoofdstuk 172: De Heer en de Zijnen in de herberg van Lazarus op de Olijfberg (Ev.Joh. 8,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Maar IK zei tegen hem: 'Vriend, het doetje nu veel genoegen dat ook Ik zo flink eet en drink, maar geloof Me: Hoe goed het Mij hier ook smaakt wat er op tafel staat, toch heeft Mij het ochtendmaal van vandaag in de tempel nog beter gesmaakt, -want vandaag heb Ik veel geoogst voor Mijn rijk in de hemel. Maar morgen zal de volgende oogst voor Mijn rijk wel aanmerkelijk slechter uitvallen. Wat vandaag van Mij werd, zal van Mij blijven; maar morgen zal er niet veel nieuws bijkomen. Het zwarte gebroed daar beneden zal Mij verzoeken, - maar daarvoor aan de schandpaal gezet worden voor het volk! - Maar laten we nu eten en drinken en dan weer naar buiten gaan! Vandaag zullen jullie nog veel zien.'
Hoofdstuk 172: De Heer en de Zijnen in de herberg van Lazarus op de Olijfberg (Ev.Joh. 8,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Maar voordat het gericht over al deze goddelozen zal komen, zullen eerst nog vele, grote tekenen aan de hemel en op aarde gebeuren. Dan zal het gericht en het eind van deze stad echter nog niet komen; want er zal gewacht worden of er zich iemand zal verbeteren of bekeren. En slaat men geen acht op de tekenen, dan zal er een grote beproeving toegelaten worden, opdat de mensen zich tot God zullen bekeren. Als echter ook dat geen uitwerking zal hebben, zal Ik nog profeten sturen, die met hun luide stemmen, die klinken als oorlogsbazuinen, in alle vier de windstreken zullen proberen om degenen die echt geestelijk dood zijn, te wekken. Zij, die zich laten wekken tot het licht des levens, zullen ook tot het eeuwige leven opstaan; maar degenen, die op die bazuin roep van Mijn boden alleen zullen ontwaken in hun toorn en woede tegen Mij en Mijn woord, zullen opstaan -maar niet tot het leven, maar tot de dood door het gericht, -en naar die plaats verworpen worden, waar de eeuwige duisternis heerst in het gericht, waar veel gehuil zal zijn en tandengeknars.
Hoofdstuk 173: De beschouwingen van de Heer bij de aanblik van Jeruzalem. Het gericht over Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Dan zullen er ook grote tekenen op aarde, op zee en aan de hemel plaatsvinden, en Ik zal knechten opwekken die vanuit Mijn woord het komende gericht op velerlei wijze zullen voorspellen. Maar de hoogmoed van de mensen zal er niet naar luisteren, en zo hij er al naar luistert, zal hij hun woorden toch niet geloven, maar hen uitlachen alsof het dwazen zijn. Maar juist dat zal met de grootste zekerheid aangeven dat het grote gericht, dat alle boosdoeners door het vuur zal verteren, onherroepelijk in aantocht is.
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Maar heel velen zullen zich daar niets van aantrekken en alles toeschrijven aan de blinde krachten van de natuur, en de profeten zullen bedriegers genoemd worden, en velen zal men ter wille van Mijn naam in kerkers gooien en hen onder bedreiging met zware straffen verbieden in Mijn naam te spreken en een komend gericht aan te kondigen. Wie niet zal doen wat de grote hoer van Babel wil, zal het heel moeilijk krijgen.
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] De ware mens zal dan Mijn heerlijkheid binnengaan, en de boosdoeners zullen verteerd worden door het vuur van Mijn rechtvaardige toorn, en binnengaan in het rijk van hun kwade daden, dat gereedgemaakt is voor alle onverbeterlijke duivels. Want laat degene die uit zichzelf vrijwillig de hel kiest, daarin dan ook vervloekt zijn, zoals deze in zichzelf vervloekt is. Zoals het goede echter eeuwig goed zal blijven, zo zal ook het kwade in zichzelf eeuwig kwaad blijven en de eeuwige, gerichte ondergrond zijn die Mij eeuwig als voetbank zal moeten dienen.
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Ikzelf, als oergoddelijk persoon, zal echter niemand richten, maar dat zal Mijn woord doen dat Ik tot jullie gesproken heb. Want wanneer Ik eenmaal opgevaren zal zijn naar Mijn rijk, zal Ik nooit meer in het vlees op deze aarde terugkomen, maar enkel in de geest, in het woord, en het zal zo zijn zoals het in het begin was, waarover geschreven staat: In den beginne was het woord, het woord was bij God, en God was het Woord. Het Woord is echter Vlees geworden en heeft onder de mensen gewoond. Hij, d. w .z. Ik kwam naar Mijn eigendom, en de Mijnen hebben Mij niet herkend; want de wereld en haar vlees hadden hen allen blind en doof gemaakt.
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Ik ben nu in het vlees bij jullie als een mens; maar Ik kan jullie toch niet alle kracht van Mijn geest schenken. Wanneer Ik echter later niet meer in het vlees zoals nu, maar slechts in de geest bij jullie zal zijn, zal Ik jullie ook alle kracht en macht van Mijngeest kunnen schenken, die Ik natuurlijk van eeuwigheid Zelfben. In de geest en in zijn kracht zal Ik bij jullie blijven tot aan het einde van de tijd dat deze aarde nog zal bestaan, en tot zij de laatste gerichte geest tot rijpheid gebracht zal hebben. Maar dan zal met deze aarde ook voor eeuwig de wieg van de kinderen Gods verdwijnen. Vanaf die tijd zal alles geestelijk gericht worden.
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Blijven openbaringen nog langer uit, dan verliezen de mensen totaal hun geloof in een ware God, gaan dan naar eigen goeddunken goden maken, en vervallen daardoor tot complete afgoderij. Kan men hun dat echter, puur verstandelijk gesproken, als eigen schuld aanrekenen? Naar mijn mening, die meestal heel redelijk en menselijk is, echt niet!
Hoofdstuk 175: Lazarus' twijfel aan de goddelijke leiding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] O Heer, nu bent U er Zelf. De mensen krijgen nu toch wel de allergrootste openbaring, maar het gericht zal ook niet lang op zich laten wachten. Over slechts een paar honderd jaar zullen de mensen, als hun niet nogmaals een openbaring gegeven wordt, zelfs wat Uw leer betreft geen haar beter zijn dan nu de tempeldienaren daar beneden! De bekeerde heidenen zullen weer heidenen worden, en de joden nog slechter dan zij nu zijn, en zo zal het nooit helemaal licht en goed op deze aarde worden. Daarom vind ik dat duidelijke openbaringen van Uw goddelijkheid van nu af aan niet zolang achterwege moeten blijven, omdat anders de nakomelingen, die bij deze huidige openbaring niet aanwezig kunnen zijn, zonder hun schuld weer in de oude duisternis moeten verzinken.
Hoofdstuk 175: Lazarus' twijfel aan de goddelijke leiding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] En Ik zeg jullie allen ook, dat Mijn Vader , die in Mij is, bij jullie hetzelfde zal doen, -en dan zullen ook de eersten de laatsten en de laatsten de eersten zijn.
Hoofdstuk 176: Over de werkers in de wijngaard. Doel, wezen en werking van de openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Er was eens een heer die arbeiders voor zijn wijngaard huurde. Zij kwamen 's morgens en de heer werd het met hen eens over een stuiver per dag. En om twaalf uur ging hij naar een plaats waar hij nog mensen zonder werk aantrof en zei: 'Waarom zijn jullie niet aan het werk? Ga naar mijn wijnberg, dan geef ik jullie waar je recht op hebt! ' En zij gingen daarheen en werkten. Maar tegen de avond zag de heer van de wijnberg nog een aantal werklui werkeloos staan. En hij ging erheen en zei tegen hen: 'Waarom staan jullie de hele dag niets te doen?' En zij antwoordden: 'Heer, niemand heeft ons gehuurd!' Toen zei de heer tegen hen: 'Wel, gaan jullie dan ook naar mijn wijngaard, en werk dit ene, laatste uur van de dag, dan zal ik jullie ook nog geven waar je recht op hebt!' Toen gingen zij heen en werkten nog vol ijver het laatste uur van de dag.
Hoofdstuk 176: Over de werkers in de wijngaard. Doel, wezen en werking van de openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Kijk, als je niet van boven zou zijn, zou je dat niet kunnen denken, en Ik zou om je vrije wil te ontzien, zulke tekenen zoals Ik die gedaan heb, wijselijk niet gedaan hebben! Die daar beneden zijn echter niet van boven afkomstig, maar van deze wereld, en Ik mag hen daarom niet zulke tekenen laten zien als aan jou en Mijn leerlingen. Zij mogen er alleen maar over horen spreken, maar er niet veel van zien; want als zij de grote tekenen zouden zien die Ik doe en gedaan heb, zou hen dat volledig doden. Daarom moeten zij alleen aan Mijn woorden knagen.
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Onthoudt allen goed, dat de kinderen van deze aarde niet door tekenen, maar alleen door het levende woord voor Mijn rijk gewonnen moeten worden! Want de meeste kinderen van deze aarde -als zij al niet door allerlei valse tekenen te veel bedorven zijn -zijn lichtgelovig en niet traag van begrip en kunnen daarom door de juiste woorden snel en gemakkelijk voor de waarheid gewonnen worden; maar door te opvallende tekenen zouden zij al hun eigen denken en willen volkomen kwijt raken. - Weet je nu, Lazarus, of je van boven of van beneden komt?'
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379  ...