Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 366 van 1110

...  354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379  ...
[1] Toen Rafaël ten aanschouwe van de mensen het brood, enkele vissen en ook een beker wijn genuttigd had, ging hij snel naar de vier mannen toe en zei: 'Kijk, ik ben al klaar en zal jullie nu meteen uit jullie gerechtigheids droom helpen!
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Jullie verontschuldigden jezelf daarnet met de strenge wetten van jullie tempel, die jullie niet gemaakt en ingesteld hebben; maar wie gaf jullie dan de wet die voorschrijft dat jullie handlangers, op allerlei wijzen verkleed, naar de mensen moeten zenden om hen door allerlei listen en andere verleidingen tot zonde tegen God, tegen jullie en tegen de tempel te verleiden? Wanneer iemand zich door hen liet verleiden, dan werd hij door de verleiders bij jullie aangeklaagd, en jullie zonden dan meteen de beulsknechten en gerechtsdienaren er op uit. Die brachten de schuldige bij jullie en jullie legden hem als hij ook maar enig vermogen had, onbetaalbare straffen op. Schapen, kalveren, koeien, ossen, stieren en ezels, graan, kippen, wijn en geld moest hij jullie geven als verzoening voor zijn zonden; als hij eventueel ook mooie dochters had, dan moest hij die hetzij aan de tempel offeren of daarvoor een groot losgeld betalen. Zeg zelf nu eens of dat geen zonde was, die jullie op een ten hemel schreiende manier aan de mensen begaan hebben!
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Maar de laatste tijd hebben jullie voor jezelf een nog betere schikking gemaakt! Je hebt nu helemaal geen verleiders meer nodig die rondtrekken om de mensen tot allerlei zonden te verleiden, maar jullie sturen nu dadelijk de beulsknechten en gerechtsdienaren er op uit. Die moeten de mensen die enig bezit hebben, meteen brandschatten onder voorwendsel dat de tempel er helemaal van op de hoogte is dat zij op grove wijze en erg verdoemenswaardig tegen God en de tempel gezondigd hebben en hun meteen hun hele hebben en houden afnemen, -en wie zich daartegen verzet, moet meteen gestraft worden!
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Is jullie handelwijze met de arme mensheid misschien ook in een van de Mozaïsche wetten te vinden, of is zij soms geen zonde tegen de mensheid en tegen God?
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Als jullie de een of andere aantrekkelijke vrouw kenden, dan hebben jullie haar tot echtbreuk verleid, -en als zij door jullie tot echtbreekster was gemaakt, dat weet iedereen wel wat jullie verder met haar deden.
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Kunnen jullie je bloedhandel met de onvruchtbare vrouwen uit de grensprovincies in het noorden van het joodse land verontschuldigen, en weten jullie niets van de door jullie aangestelde straatrovers, die al meermalen verkleed als Romeinse dienaren en ambtsdragers de rijk beladen karavanen hun schatten afnamen en voor zichzelf hielden, dat wil zeggen voor jullie en de tempel?
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Jullie handelwijze staat, zoals ik maar al te goed weet, ook in geen enkele wet; wel staat er geschreven, dat men ook tegenover de vreemdelingen rechtvaardig moet zijn en hen vrij langs de wegen moet laten trekken als het geen vijanden zijn. Daar jullie als joden echter zowel tegenover de inheemsen als tegenover de vreemdelingen zulke onrechtmatigheden begaan hebben, hoe willen en zullen jullie deze en nog vele andere ongerechtigheden, die jullie de arme mensheid met grote brutaliteit hebben aangedaan, ooit weer goedmaken?
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Hoe zullen diegenen die jullie op gruwelijke wijze gedood hebben, zowel geestelijk als lichamelijk, het jullie ooit vergeven en hoe zullen jullie aan de vele vreemdelingen de van hen geroofde goederen, en aan alle inheemsen de onterecht afgeperste zoenoffers voor de hun toegedichte zonden, weer teruggeven?
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Ik heb nu gesproken; wat kunnen jullie mij nu antwoorden, als ik er nog bij zeg dat jullie en je voorgangers alleen maar zo overijverig getracht hebben de profeten te vervolgen en te doden, omdat zij jullie je gruwelen voorhielden en het volk waarschuwden voor jullie valse en leugenachtige leringen en voorschriften, en dat jullie zelf om precies dezelfde reden nu ook de allergrootste profeet uit Galilea trachten te vernietigen, omdat Hij evenals ik en deze vreemdeling uit Opper-Egypte tegen jullie getuigt? Spreek nu en verontschuldig je tegenover mij; want ook ik ben een bode van God de Heer van eeuwigheid!'
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Rafaël zei: 'Je hebt heel goed en juist gesproken en ik kan niets tegen je woorden inbrengen; maar, wij volmaakte mensen, bezitten de voor jullie fatale gave, ook jullie meest innerlijke gedachten te zien, en die stemden niet overeen met je woorden!'
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Rafaël zei: 'Ja, ja, zo zou het moeten zijn; maar bij jullie is dat nog nooit zo geweest en ook ditmaal was het niet zo! Als jouw woord de hardop uitgesproken vertolking is van je innerlijke gedachten, dan is het waarheid; maar als je met de mond iets belijdt, maar in je hart volkomen het tegendeel denkt, dan is je woord geen waarheid meer, maar een leugen, die je wel aan mensen van jouw soort als een waarheid kunt opdringen, maar niet aan mensen zoals wij, - want wij hebben het vermogen om ook de gedachten van de mensen te zien en te horen, en dan helpt een leugen niet!
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Als jullie in Hem zouden geloven, dan konden jullie ook vergeving van jullie zonden ontvangen; maar wanneer jullie niet in Hem geloven en Zijn leer niet aannemen en daar ook niet naar handelen, dan blijft jullie zonde -in jullie en daarmee ook de eeuwige dood. Hij alleen is de Heer , zoals alle profeten over Hem gezegd hebben, en daarom kan Hij ook ieder die tot Hem komt de zonden vergeven; maar als een meester tovenaar , waarvoor jullie Hem aanzien, zal Hij jullie vele zonden niet kwijtschelden en vergeven!
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Dat wij echter geen tovenaars zijn, zoals jullie geloven, zal ik je meteen laten zien. Kijk eens naar me of ik iets anders aan heb dan alleen maar dit heellicht geplooide gewaad! Nu vraag ik jullie: wat willen jullie dat ik enkel door mijn wil te voorschijn zal roepen? Maar kies iets goeds, waarachtigs en dus verstandigs!'
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] We zijn er nu door de wonderman uit Opper-Egypte en nu ook door jouw harde woorden, geëerde, verheven jongeman, voor het eerst achtergekomen en er ook van overtuigd, dat er werkelijk een hoger leven in de mens aanwezig moet zijn. Welnu dan, de mens die hiervan volkomen overtuigd is, kan natuurlijk gemakkelijk praten en handelen; maar wij hebben vandaag voor het eerst dingen beleefd die ons zeiden, dat Mozes en ook alle andere profeten geen waanbeelden van een verhitte menselijke fantasie, maar echte waarheden zijn waarvan we voorheen geen vermoeden hadden. En daarom zien we ook nu ook pas in, dat wij volgens de zuivere wet van Mozes vreselijk tegen de mensheid gezondigd hebben. Maar dat kunnen we nu onmogelijk weer goedmaken, en het is ook totaal onmogelijk om, nu we zelf tot inzicht zijn gekomen, de hele tempel en alle Farizeeën in het hele joodse land ons inzicht als een levende waarheid mee te delen.
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Je hebt wel op dat punt iets waars gezegd, dat jullie, als er in de Hoge Raad over het vervolgen van de grote profeet gesproken wordt, niet meer deel zullen nemen aan het beraad, en ook, dat jullie al het aangerichte kwaad nooit meer kunnen goedmaken, maar toch hetgeen nog wel goed te maken is, ook willen goedmaken; maar dat willen jullie allemaal alleen maar doen, omdat je ons, en ook de profeet, aanziet voor aartstovenaars en niet voor echte boden van God. Voor ons als aartstovenaars zijn jullie heel erg bang en daarom willen jullie je niet tegen ons keren. Ik zeg jullie echter dat we geen tovenaars zijn, maar werkelijke boden van God; de grote profeet uit Galilea is echter eigenlijk geen profeet, maar Hij is wat de profeten over Hem hebben geprofeteerd!
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379  ...