Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 366 van 1112

...  354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379  ...
[14] Nikodemus begaf zich nu snel naar de Romeinen om hen op de hoogte te brengen van alles wat Ik hem gezegd had en de beide Romeinen wisten toen niet hoe gauw ze met Nikodemus naar ons toe moesten komen.
Hoofdstuk 136: De Heer spreekt met Nicodémus over de armen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] De Romeinen schikten zich daarin, maar vroegen toch of het niet passender zou zijn zich nu in een of andere herberg terug te trekken; want zo veel mensen buiten op een ongewone tijd zou te veelopzien baren in een klein plaatsje. Het zou daarom raadzamer zijn naar een grote herberg te gaan.
Hoofdstuk 137: De nieuwsgierige burgers van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Toch merkten enkele burgers dat wij daarheen waren gegaan, en daarom begaven ook zij zich daar een voor een heen om te zien wat er aan de hand was.
Hoofdstuk 137: De nieuwsgierige burgers van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Toen Nikodemus de nieuwsgierige burgers van Emmaüs op die manier verjaagd had, kwam hij terug en zei: 'Nu kunnen we ons hier wel vrijer bewegen; want deze nieuwsgierigen blijven nu de hele dag weg, en niemand zal zich, zelfs niet op een afstand, meer laten zien. Of ik echter helemaal juist gehandeld heb, door hen meer door een slimme list dan door de zuivere waarheid voor de hele dag verwijderd te hebben, wel, dat is natuurlijk een heel andere vraag! Maar ik denk bij mijzelf: als je door een middel, dat beslist niet slecht is, iets goeds kunt bereiken, dan moetje het zonder bezwaar maar aanwenden; want hoe vaak moeten verstandige en wijze ouders hun eigen kinderen niet door allerlei listen en smoesjes leiding geven, willen zij ware mensen van hen maken! Met de volkomen zuivere, naakte waarheid zou men met de kinderen niet ver komen!'
Hoofdstuk 137: De nieuwsgierige burgers van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Daarom was jouw vermeende list dan ook geen leugen, maar waarheid; want het gaat hier immers voornamelijk om het winnen van de heidenen en niet om het winnen van de joden, die van Mozes al het juiste licht hebben. Als zij het niet willen gebruiken, is het hun eigen schuld als zij in hun zelf gewilde duisternis te gronde gaan. En kijk, daarom heb je goed gesproken toen je tegen de burgers zei, dat het hier gaat om een beraadslaging van de Romeinen, en wat je deed heb je dus heel goed gedaan. Maar zojuist zijn ook de mensen uit het binnenland van OpperEgypte met z'n zeven en hier aangekomen; zeg tegen de Romeinen dat zij zich op hun ontvangst moeten voorbereiden!'
Hoofdstuk 137: De nieuwsgierige burgers van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] De Egyptenaar verontschuldigde zich weliswaar en zei, dat Mijn aanblik hen al meer dan voldoende gesterkt had.
Hoofdstuk 138: De aankomst van de zeven Opper-Egyptenaren De van diep inzicht getuigende woorden van de Egyptenaar tot de Heer. Over de juiste voeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Lazarus, die zich achter Mij bevond, kwam naar Mij toe en zei: 'O Heer, de wijsheid van deze man maakt me helemaal kleinmoedig! Wij zijn nu bij de oerbron en hoe onmetelijk veel verder is hij reeds dan wij!'
Hoofdstuk 138: De aankomst van de zeven Opper-Egyptenaren De van diep inzicht getuigende woorden van de Egyptenaar tot de Heer. Over de juiste voeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Ik zei vriendelijk: 'O, M'n beste vrienden, wie tot Mij komt zoals jullie nu gekomen zijn, begaat voor Mij eeuwig geen fout, en Ik hoef hem er dan ook beslist geen te vergeven! Maar wat jullie als mannen nu weten, houdt dat voorlopig nog voor je; want de wereld is nog niet rijp om zulke diepe waarheden te begrijpen. Als je zoiets zou vertellen, dan zou zij zich daardoor alleen maar ergeren en daardoor duisterder en slechter worden.
Hoofdstuk 139: De beide Romeinen herkennen de Heer De Heer waarschuwt Hem niet voortijdig kenbaar te maken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Mijn leer is een waar evangelie, omdat zij aan de mensen verkondigt en hun de wegen toont, hoe zij de gelijkheid aan God kunnen bereiken. Wie derhalve Mijn woord hoort, het gelooft, in zichzelf bewaart en ernaar leeft, die zal daardoor aan God gelijk worden, het eeuwige leven in zich hebben en eeuwig uiterst gelukkig zijn.'
Hoofdstuk 139: De beide Romeinen herkennen de Heer De Heer waarschuwt Hem niet voortijdig kenbaar te maken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Jullie moeten je dat echter niet zo voorstellen, alsof dat erg moeilijk te bereiken zou zijn, maar het is juist omgekeerd, - heel gemakkelijk; want Mijn juk, dat Ik jullie door Mijn geboden op je schouders leg, is zacht, en de last is gemakkelijk te dragen. Maar in de dagen van deze duistere tijd moet Gods rijk geweld worden aangedaan, en degenen die het willen bezitten, moeten het ook met geweld tot zich trekken, wat betekent, dat het nu moeilijk is om zich los te maken van alle oude en vastgeroeste gewoonten, die door de prikkels en verlokkingen van de wereld in de mens wortel hebben geschoten, dus de oude mens helemaal af te leggen als een oud, verscheurd gewaad en door Mijn leer een heel nieuwe mens aan te trekken.
Hoofdstuk 140: De bestemming van de mens Het doel van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Mijn leer is op zich heel kort en gemakkelijk te vatten; want zij verlangt van de mens alleen dat hij in één ware God gelooft en Hem als de goede Vader en Schepper boven alles liefheeft en zijn naaste als zichzelf, dat wil zeggen, hem zo behandelt als hij redelijkerwijs kan wensen dat zijn naaste hem ook zal behandelen. Wel, zoveel eigenliefde heeft toch zeker ieder mens, dat hij niet zal wensen dat zijn naaste hem iets kwaads zal aandoen, - en daarom moet hij dat ook zelf zijn naaste niet aandoen!
Hoofdstuk 140: De bestemming van de mens Het doel van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Maar zoals reeds gezegd, juist nu in deze tijd is dit allemaal niet zo gemakkelijk als men zou denken. Het zal iedereen een bepaalde en onvermijdelijke inspanning kosten! Maar wie moedig strijdt, zal ook zeker zijn van de overwinning en het loon van de overwinnaar zal echt niet achterwege blijven; wie zich echter als een moedeloze lafaard zal laten kennen, zal ook het loon van een lafaard ontvangen. Dan zal daar ook gelden: Als je gestreden had, zou je ook overwonnen hebben; omdat je de strijd echter schuwde, kun je ook geen aanspraak maken op het loon van een overwinnaar en moet je het aan jezelf wijten, dat je als een lafaard zonder loon het levensveld moet verlaten.
Hoofdstuk 140: De bestemming van de mens Het doel van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Zie, nu heb Ik jullie heel in 't kort laten zien waar het om gaat bij Mij en bij jullie mensen! Wie daarnaar zal handelen zal het eeuwige leven in zich hebben! - Maar nu voor het middagmaal spreken we niet meer verder!'
Hoofdstuk 140: De bestemming van de mens Het doel van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Agrippa zei: 'O Heer, eindeloos wijze Meester van eeuwigheid, hoe groot moet Uw liefde voor ons mensen, Uw schepselen zijn, dat U Zich zo diep wilde vernederen om in de gedaante van ons mensen uit Uw hemelen tot ons wormen in het vuil van deze aarde neer te dalen, om ons de wegen te leren en te wijzen waarop wij moeten gaan om het eeuwige leven te bereiken?!'
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik zei: 'Beste vriend, je vraag weerspiegelt wat er in je hart leeft en is goed, omdat ook je hart goed is; maar in je verstand is het nu pas een beetje beginnen te dagen, en de liefde van God voor jullie mensen komt je als iets onbegrijpelijk wonderbaarlijks voor, omdat je je God voorstelt als een zeer verheven en machtig keizer, die zich slechts heel zelden aan de gewone mensen laat zien en nog minder met een eenvoudig mens spreekt.
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379  ...