Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 367 van 1166

...  355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380  ...
[4] Toen zeiden degenen die de hele dag gewerkt hadden: 'Heer, waarom geeft u degenen die maar een uur gewerkt hebben hetzelfde als ons, die toch de hele dag moeite en hitte hebben doorstaan?' Toen zei de heer: 'Wat gaat het jullie aan als ik goed en barmhartig ben? Ben ik soms onrechtvaardig als ik uit goede wil ook de laatsten hetzelfde geef als jullie? Waren wij het dan niet over een stuiver eens geworden? Jullie hebben zelf niet meer gevraagd! En als ik jullie nu geef watje gevraagd hebt, wat willen jullie dan nog meer van mij? Ben ik dan niet heer over mijn eigen vermogen, waarmee ik kan doen wat mij goeddunkt?!' Daar hadden de eerste arbeiders geen antwoord op, en zij waren tevreden met hun dagloon.
Hoofdstuk 176: Over de werkers in de wijngaard. Doel, wezen en werking van de openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] De kleine profeten, die slechts een halve dienst moeten verrichten, namelijk het instandhouden van de eens gegeven grote openbaring, zijn degenen die in Mijn naam na jullie zullen komen, die ook wel zelfbepaalde kleine openbaringen ontvangen en daarmee voorspellingen doen, maar de kracht en macht die Ik jullie geven zal, niet zullen bezitten. Zij zullen ook hetzelfde loon ontvangen, omdat hun geloof sterker moet zijn; want omdat zij niet zien wat jullie nu allemaal zien en meemaken, zal hun meer uit vrije wil voortkomende geloof hun ook als een grotere levensverdienste aangerekend worden. Wanneer zij dus hetzelfde loon zullen krijgen als jullie, bedenk dan dat zij het moeilijker hadden om te geloven wat nu tot heil van alle schepselen gebeurt, omdat zij niet zoals jullie getuigen van dat alles zijn geweest.
Hoofdstuk 176: Over de werkers in de wijngaard. Doel, wezen en werking van de openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Datzelfde is dan ook met jullie allen het geval. Jullie zijn nu door Mijn daden natuurlijk meer gedwongen te geloven dat Ik de Christus ben en dat Mijn woorden Gods woorden zijn, dan degenen die slechts mondeling het evangelie van jullie zullen horen. Maar daarentegen zal er bij jullie nog genoeg twijfel over Mij opkomen, waardoor jullie gelegenheid zullen hebben jezelf in je geloof te versterken. Want wanneer de herder verslagen zal zijn, zullen de schapen vluchten en helemaal verstrooid raken; maar op het juiste moment zal Ik hen wel weer verzamelen en hun geloof versterken. Dus valt niemand die de verantwoordelijkheid draagt van een ware openbaring, onder het gericht. Want ten eerste komt zo iemand altijd van boven en kan een openbaring hem niet extra dwingen, omdat zijn ziel reeds een voorproef gehad heeft van het lichamelijke leven op een andere aarde en daarom beslist veel gedegener en vaster is dan een ziel die zich pas op deze aarde tot een geheel heeft gevormd; en ten tweede worden aan de ziel van zo'n profeet ook grotere geloofsproeven opgelegd dan aan een ziel van deze aarde, die vaak maar al te lichtgelovig is. Een ziel van deze aarde heeft genoeg aan het woord en heeft nauwelijks een teken nodig. Maar zielen die van boven komen, hebben meer nodig, want zij geloven niet zo snel en hebben ook duidelijker en grotere bewijzen nodig voor zij van geloof vervuld worden en daardoor tot daden overgaan.
Hoofdstuk 177: De profeten als dragers van de openbaring. Lichtgelovigheid en onvoorwaardelijk geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ja, als Ik nu bijvoorbeeld naar Perzië zou gaan, of naar Indië of Athene of naar Rome, en daar zulke tekenen zou doen als Ik hier al bij jullie heb gedaan, dan zou daar geen mens ooit iets anders durven doen dan wat Ik had voorgeschreven. Zulke puur aardse zielen zouden daar duidelijk in hoge mate hun vrijheid kwijt zijn, en met het beproeven van hun vrije wil zou het dan voor lange tijd helemaal gedaan zijn. Maar Mijn tekenen schaden jullie niet in het minst, omdat jullie absoluut niet lichtgelovig zijn; want voor men jullie zover heeft dat je vast en zeker gelooft, moet men jullie ook al veel hebben laten zien, en zelfs dan zitten jullie nog vol met allerlei twijfels en vragen nu eens dit en dan weer dat. Wie dat echter bij Mij doet, heeft geen gedwongen geloof, maar een vrij geloof; want hij eist volledig in te zien en te begrijpen wat hij gelooft, en wat hij niet inziet en begrijpt, gelooft hij ook niet.
Hoofdstuk 177: De profeten als dragers van de openbaring. Lichtgelovigheid en onvoorwaardelijk geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Want Ik zeg jullie dat het heel belangrijk is dat je je ervan vergewist met wat voor soort mensen je als leraar te maken hebt, en met welke wijnstokken in Mijn wijngaard; want hetzelfde woord kan de beste, maar ook de slechtste gevolgen hebben, als men het wel of niet overeenkomstig het karakter van de toehoorder gebruikt.
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Jullie waren er reeds vaak getuige van hoe Ik dat bij de Grieken en Romeinen deed; doen jullie ook hetzelfde, dan zullen jullie hen des te gemakkelijker winnen omdat jullie Mij en Mijn werken als voorbeeld hebben, waarop je je altijd met succes kunt beroepen! Als het nodig is zullen jullie ook zelf tekenen kunnen doen; maar wees er zuinig mee en doe pas een teken wanneer jullie daar in de geest toe gedwongen worden! Een teken veroorzaakt weliswaar iets goeds, maar een waar, levend woord is duizendmaal beter, omdat door het woord aan het mensenhart geen dwang wordt opgelegd.
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Kijk, zo oordeelt dan het verstand van de mensen, en dat zelfs terecht! Want als de leer ook na het geven van tekenen voor het menselijk verstand niet te begrijpen is, dan gaat zij heel snel met alle tekenen ten onder, en de mensen verliezen dan ieder geloof en vallen in hun oude, trage, wilde leven terug, tot de een of andere slimme magiër hen overvalt en hen met valse tekenen gemakkelijk en snel aan zijn kant brengt.
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Daaruit blijkt, dat jullie zielen sterker zijn dan de zielen van de eigenlijke kinderen van deze wereld. Zulke mensen als jullie nu, zullen er op deze aarde altijd zijn, en Ik zal hen opwekken en ook, net als jullie, uit Mij het innerlijke woord van de geest geven, en zij zullen de eigenlijke kinderen van deze aarde onderwijzen, waardoor hun wil helemaal vrij blijft. De leraren mogen zich daarom echter niet inbeelden dat zij als leraar en wijze hoger bij Mij staan aangeschreven dan de kinderen van deze aarde; want Ik zeg steeds, en dat zal altijd gelden: Laat deze kleinen tot Mij komen en belet hen niet! Want wie niet wordt als deze kinderen, zal in Mijn rijk niet binnengaan, want hun behoort het en het is ter wille van hen gemaakt. Wie echter een wijze is en derhalve een leraar en daarbij van ganser harte deemoedig en zachtmoedig, die zal eens ook daar zijn, waar Ik als een ware Vader van eeuwigheid tot eeuwigheid temidden van Mijn kinderen zal zijn!'
Hoofdstuk 177: De profeten als dragers van de openbaring. Lichtgelovigheid en onvoorwaardelijk geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'Ongetwijfeld, want anders zou jij de tekenen die Ik je al meermalen heb laten zien, niet zo rustig en gelijkmoedig hebben ondergaan, alsof het iets heel natuurlijks was. Alles heeft je alleen maar op het moment dat het gebeurde verrast, -enkele ogenblikken later maakte je je er al niet meer druk over; want je dacht bij jezelf een mens kan onmogelijk iets dergelijks als het vliegen van de vogels door de lucht tot stand brengen. Maar omdat Ik nu eenmaal volledig God was, was het ook volkomen natuurlijk dat Mij alles net zo mogelijk moet zijn als het vliegen door de lucht voor een vogel, en daarom is dat beslist net zo'n wonder als alle andere door Mij geschapen dingen. De maan, de zon, de sterren en deze aarde en alles wat daarin, daarop en daarboven is en leeft en beweegt, zijn blijvende wonderen van Mijn wijsheid en macht, en de huidige wonderen zijn er slechts voorbijgaande getuigen van dat Ik exact Dezelfde ben die reeds van eeuwigheid de oneindigheid met talloze, blijvende wonderen heeft gevuld. Jij dacht dat wanneer Ik als God wonderen doe, dat niets wonderbaarlijks is, maar dat het eigenlijk wonderbaarlijke aan Mij Mijn onbegrijpelijke liefde voor jullie, Mijn schepselen, is en Mijn zo immens grote vriendelijkheid en onzelfzuchtige goedheid, zachtmoedigheid, geduld en grote deemoed voor de mensen, die Ik met één zucht in het puurste niets zou kunnen laten verdwijnen.
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] De zwakke, kleine kinderen van deze aarde geloven, zoals reeds gezegd, alles wat men hen wil laten geloven, snel en gemakkelijk, en hebben pas achteraf uitleg nodig zodra zij zich een hoop geloofsregels hebben eigen gemaakt. Daarom moet er bij hen goed op gelet worden dat hun altijd de zuivere waarheid gepredikt wordt, -en wee degene die de kleinen der aarde met allerlei valse leren en voorbeelden zou willen plagen, zoals Ik jullie dat al een keer met een kleiner voorbeeld in Galilea heb laten zien! Maar bij de kinderen van boven moet de uitleg hetzij reeds van te voren of toch minstens tegelijk met de leer gegeven worden, omdat zij anders niet gemakkelijk iets voor volle waarheid zullen aannemen.
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] De leer moet door haar licht zelf ook zonder alle andere bijzondere tekenen zuiver goddelijk blijken te zijn en ieder die daarnaar handelt het innerlijke, levende bewijs van haar volledige echtheid geven. Als jullie daar op letten zullen jullie later echte, goede leerlingen voor Mij opleiden; maar als jullie dit niet zo nauw nemen, zullen jullie zelf de poorten openzetten voor de antichrist, en dan zullen jullie zelf genoodzaakt zijn er vandoor te gaan.'
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Tijdens onze maaltijd sprak Ik weinig, maar toen de heerlijke wijn de tongen van de leerlingen losmaakte, werd het al gauw heel levendig in de herberg. Ook de waard van de herberg, die deze voor Lazarus beheerde, kwam met zijn mensen naar Mij toe en vroeg of Ik ook hem en zijn familie Mijn zegen zou willen geven, want dat zou een krachtig middel zijn tegen de vloek van de tempeldienaren.
Hoofdstuk 180: Over de juiste zegen en het juiste gebed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Vertel ons eerlijk en naar waarheid, of en wat je over die profeet hebt gehoord, en wat er eigenlijk van waar is! Heb je hem al een keer zelf gezien en gesproken, of andere geloofwaardige mensen over hem horen spreken? En als ze over hem gesproken hebben, zul je misschien ook gehoord hebben wat zij over hem zeiden? Zeg ons alles watje over deze zaak weet, en wij zullen je - zoals reeds gezegd -bijzonder erkentelijk zijn!'
Hoofdstuk 181: De aankomst van de Romeinse vreemdelingen in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Overigens moet ik heel eerlijk toegeven dat ik van geen enkele profeet ooit iets bijzonders verwacht heb; want ten eerste waren ze allemaal zo vervelend en somber als een nevelige dag laat in de herfst, ten tweede zo onbegrijpelijk als de sterrenhemel en ten derde zo donker en onvriendelijk als een onweersnacht in Egypte. Wie kan er ooit vriendschappelijk met zulke mensen omgaan? Maar dat is alleen maar mijn privé mening, die ik niemand wil opdringen; want heus ik wordt nooit een profetes, en het maakt me helemaal niet uit wat de mensen geloven, als zij maar goed en eerlijk zijn.'
Hoofdstuk 182: Het gesprek van de gids met de Romeinen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Mijn leerlingen zaten zachtjes onder elkaar over deze vreemdelingen te mompelen en kritische opmerkingen te maken, en hadden niet zoveel op met het nogal lichtvaardige meisje, maar Ik gaf hen te verstaan dat zij niet voortijdig iets moesten zeggen. En dat deden zij dan ook.
Hoofdstuk 182: Het gesprek van de gids met de Romeinen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380  ...