Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 367 van 728

...  355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380  ...
[20] Wee echter degenen die Mijn vaderlijke straffen miskennen en verkeerd uitleggen! Ik zeg nog eenmaal: wee hen! Deze zal de Vader verstoten en dan zullen zij met hun eeuwig onverbiddelijke God te maken hebben. Dat zeg Ik tegen jou als een slechte, luie knecht. Amen. Ik, Jehova, Amen.
Hoofdstuk 3: De Heer als Vader van Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Dat kunnen jullie doen krachtens het levende woord, dat Jezus Christus is, ofwel de eeuwige liefde en wijsheid in Mij, waaruit al het goede en ware vloeit. De liefde is je vanaf het allereerste begin gegeven; want zij is het werkelijke leven in jullie, alsmede de macht in Mijn schepselen, die weliswaar ook uit Mijn liefde voortkomt, maar toch niet de liefde zelf is, omdat er in haar geen vrijheid is, maar alleen de uitwerking van de liefde, die echter op zichzelf beschouwd levenloos is, - vandaar dat ook alles wat uit macht voortkomt op zichzelf beschouwd dode stof is, waarvan het leven slechts schijn is, - in werkelijkheid is het echter de dood. (22 maart 1840)
Hoofdstuk 4: De ware kerk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Voor de wereld ben Ik een heel kleine held, zonder enig aanzien. De meeste geleerden zien uit de hoogte op Mij neer en laten Mij nog maar net Mijn naam als eerlijk man behouden. Maar sommigen van hen hebben reeds geheel afscheid van Mij genomen; voor hen besta Ik dus al helemaal niet meer. Anderen laten Mij nog wel een of andere goddelijke karaktertrek behouden, maar dat slechts gedurende korte tijd; dan echter laten zij zich door de wereldse wijzen beter inlichten. Ik word dan meteen oneervol ontslagen en geld hoogstens nog als een god voor oude vrouwen. Voor enkele van Mijn dienaren en knechten die gewichtig willen zijn, dien Ik alleen nog maar als een ambtelijk stempel voor het publiek en als een soort uiterlijk goddelijk omhulsel voor hun baarlijke onzin en hun grove, duistere domheid en dwaasheid. Die enkelen laten Mij weliswaar nog in Mijn goddelijkheid verblijven; maar daarvoor moet Ik voor hun tijdelijk voordeel van Mij laten maken wat zij willen, en wat nog wel het allerergste is: Ik moet een waar onding zijn! Liefde en barmhartigheid mag Ik maar zo lang hebben als het hen uitkomt, maar daarna moet Ik onverbiddelijk worden als een steen en moet Mij tot de schandelijkste tiran laten omvormen! Ik moet van de ene rechterstoel op de andere springen en de ene verdoemenis na de andere uitspreken; Mijn liefde moet dus slechts tijdelijk, maar Mijn tirannie en het daarmee verbonden allerstrengste rechtersambt moet eeuwig duren! O, wat een ongehoord grote dwazen! Mijn onbegrensde lankmoedigheid, zachtmoedigheid, deemoed en eeuwige liefde voor Mijn schepselen past zeker niet in hun hebzuchtige kraam; maar er zal spoedig een streep door al hun rekeningen worden gehaald! Hun rekeningen liggen voor Mij en de maat van hun daden is op één ding na vol en hun loon wacht op hen.
Hoofdstuk 2: De geboden van de Heer aan de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Dit zeg Ik nu echter: dat Ik de enige, eeuwige God ben naar Mijn drievoudige aard; als Vader ben Ik dat volgens Mijn goddelijkheid, als Zoon volgens Mijn volkomen menszijn en als Geest volgens alle leven, werking en inzicht. Ik ben vanaf de eeuwigheid de liefde en de wijsheid Zelf Nog nooit heb Ik iets van iemand gekregen. Alles wat er is, is van Mij en wie iets heeft, heeft het van Mij. Hoe kan Ik dan een tiran zijn en verdoemenis uitspreken?! - 0 jullie dwazen! Ik houd van jullie; jullie verachten Mij. Ik ben jullie Vader; jullie maken Mij tot scherprechter. Waar Ik zegen, vervloeken jullie; waar Ik opbouw, vernielen jullie; wat Ik opricht, buigen jullie neer; over wat Ik zaai, leiden jullie verstikkende stromen; jullie zijn in alles tegen Mij. Zou Ik zijn, zoals jullie zeggen dat Ik ben, - waarlijk, Ik zeg je, de aarde zou allang niet meer bestaan, ja ze zou zelfs nooit geschapen zijn! Omdat Ik echter ben die Ik ben, bestaat alles nog zoals het Was en zoals het eeuwig zal zijn; en ook jullie zullen zijn zoals je wilt zijn, zonder Mijn doemvonnis, - want jullie zullen zijn wat je van jezelf gemaakt hebt. Maar van diegenen die Mij nemen zoals Ik ben en Mij liefhebben zoals Ik hen liefheb, zal Ik maken wat zij willen, zodat hun vrijheid en vreugde eeuwig volkomen zal zijn.
Hoofdstuk 2: De geboden van de Heer aan de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Zeg heel letterlijk en zonder schroom aan de ambtenaren en heren van de wereld, dat hun ambten niet hoger staan dan de ambten in Mijn rijk. Maar ieder ambt dat in strijd is met Mijn ambt zal Ik binnenkort vernietigen; wee degenen die het uitoefenen! Want Ik ben de Allerhoogste; Mijn wet is eeuwig, zoals Ik eeuwig ben en dat eeuwig zal blijven, zoals Ik eeuwig blijf. De motten die aan Mijn wet willen knagen en weer wetten uit hun uitwerpselen maken om Mijn gebod uit te roeien, over hen zal dat gebod met groot gewicht en zwaarte heen walsen en hen vernietigen, als hadden zij nooit bestaan. Ieder die tegen Mijn geboden zondigt, kan worden vergeven als hij zich verbetert, zijn fout inziet en berouwt en zich dan tot Mij wendt en in Mij blijft en Ik in hem; wie echter Mijn wet wil ondergraven, zal erdoor terneergedrukt worden en hij zal in eeuwigheid niet meer verder bestaan. Alle wereldse wetten ondergraven Mijn gebod als zij niet vanuit Mijn liefde zijn gegeven door mannen die door Mijn geest zijn onderwezen. Wee de tirannen, wee de despoten die heersen omwille van de troon, de macht en het aanzien; want er mankeert nog slechts één ding aan hun tijdspanne en dan zullen zij de macht der zwakken ondervinden! De grond is van Mij en het veld is van Mij; dit zegt de waarachtige, de eeuwige God van liefde en wijsheid en deelt dit mee aan iemand die dwaas is in de ogen der wijzen van deze wereld. Amen. Ik Jehova, Amen.
Hoofdstuk 2: De geboden van de Heer aan de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Daarom voeg Ik aan alle tot Mij gerichte liefde naar de mate van haar omvang ook tegelijk de juiste hoeveelheid licht toe, en dat is een geschenk en heet genade; hiermee stroom Ik bij ieder mens naar binnen al naar de mate van zijn liefde.
Hoofdstuk 4: De ware kerk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Zeg het aan de kinderen en zeg het tegen allen van welke godsdienst ze ook mogen zijn - roomsen, protestanten, joden, mohammedanen, brahmanen of duistere heidenen -, kortom aan allen zij het gezegd: op aarde is er slechts één ware kerk en dat is de liefde tot Mij in Mijn Zoon, die echter de Heilige Geest in jullie is en zich openbaart door Mijn levende woord, en dat woord is de Zoon en de Zoon is Mijn liefde en Hij is in Mij en Ik doordring Hem geheel en Wij zijn één en zo ben Ik in jullie, en jullie ziel, wier hart Mijn woonstede is, is de enige ware kerk op aarde. In haar alleen is eeuwig leven en zij is de enig zaligmakende.
Hoofdstuk 4: De ware kerk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] En zie, er ontstond een luid ruisen, bruisen en woeden, en de Liefde werd verontrust en kwam van alle kanten onder druk, zodat de Liefde tot in haar binnenste begon te trillen! En de Liefde bespeurde het, en het ruisen werd tot een klank, de klank werd echter in de Liefde tot het Woord en dat Woord sprak: "Er zij Licht!" En de vlam van de ontbrande Liefde werd in Haar hart ontstoken en het werd licht in alle ruimten van de oneindigheid.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] En zie, de Liefde werd ontroerd tot in haar binnenste en de eerste traan vloeide uit het oog van de eeuwige Liefde, en deze traan vloeide uit het hart van de Godheid en heette en heet en zal eeuwig heten: ERBARMING.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "Adam, je hebt nu het afschuwelijke gericht van God voor je ogen voorbij zien trekken en Eva zag en ondervond het door jou; nu echter wil Ik ook haar de ogen en oren openen en zij zal in heel de toekomst met eigen ogen zien en met open oren horen, wat de Godheid in Haar richtende gramschap deed en wat daarop de eeuwige Liefde in Haar onbegrensde erbarming deed; en dat zullen ook allen zien die uit haar zullen voortkomen gelijk aan het aantal sterren aan de hemel en de hoeveelheid gras op aarde en de hoeveelheid zand in de zee, die oneindig is.
Hoofdstuk 10: De verzoening van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[35] En zie, je moet nog dieper schouwen, hoe en waarom Ik alles zo geregeld heb! Zie, de maan heeft vlekken en vele donkere plekken en de aarde heeft koude, maar vaste polen en heeft hoge bergen en heeft diepe dalen en heeft bronnen, beken, rivieren, stromen, zeeën en kleine en grote meren; en de zon heeft vlekken, grote en kleine. Nu zie, dit alles zijn uitwerkingen van de liefde en van de genade, ofwel van de daarmee overeenkomende warmte en van het licht, hetgeen allemaal de eeuwige Liefde is en de macht van de Godheid door Haar. Kijk daarom naar de zwakken en naar de maan, hoe zij op elkaar lijken en haar wezen wordt je verklaard; overdenk al het doen en laten van de sterken en voor je ogen zal de aarde ontsluierd liggen; en van de ene pool tot aan de andere moet de onbeweeglijke rust van de geest in de liefde tot de liefde aanwezig zijn, zodat alles wat de geest omringt in een vaste ordening kan bewegen en daardoor voor het gemeenschappelijke doel van de eeuwige instandhouding bezig kan zijn. Want zie, alles hangt van rust af; zonder deze kan niets bereikt worden en wie niet is als de polen van de aarde, die dringt niet door tot in zijn binnenste, zoals de verbindingslijn tussen de polen het middelpunt van de aarde doorsnijdt. En je liefde moet koud zijn als het ijs op de polen, zodat je in staat bent alle warmte van de goddelijke liefde op te nemen. Want zie, wat warm is, is niet geschikt voor het opnemen van warmte; maar wat koud is in zijn rust, dat is in staat warmte in overvloed op te nemen en het uit te laten stromen in alle delen van het leven. Want zie, wie de warmte, die Gods liefde is, in zich opneemt en die in zich vasthoudt en haar niet verder laat stromen, is een vrek en zijn binnenste zal opgelost worden en hij zal zichzelf vernietigen als het ijs bij het vuur; wie haar echter ontvangt zoals de polen en haar meteen weer doorgeeft aan allen die dichtbij en veraf zijn, bij hem is de goddelijke liefde op de juiste plaats en hij beantwoordt aan de wil van de grote en heilige Gever.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] En zie, de erbarmende Liefde ondervond een groot welbehagen in de werken van Haar macht en kracht door de genade van Haar erbarmen en sprak verder en onderwees hen in alles en leerde hen alle dingen kennen, benoemen en toepassen. En toen zij alles begrepen, kenden en konden gebruiken, sprak de erbarmende Liefde weer tot hen: "Zie nu, jullie leerden nu alles, jullie kennen nu alles en kunnen van alles gebruik maken op één ding na, en dit laatste zal Ik je nu leren en in je de kracht leggen om op jullie gelijkenden te verwekken en voort te planten; maar jullie mogen er dan pas gebruik van maken, wanneer Ik terugkom en je bekleed aantref met het kleed van de gehoorzaamheid, deemoed, trouwen de vereiste onschuld. Wee echter over jullie, wanneer Ik je naakt aantref; Ik zal jullie dan verstoten en de dood zal het gevolg zijn!"
Hoofdstuk 7: De oertijd van aarde en maan. De schepping van Adam en Eva - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] En de eeuwige Liefde zag, dat iedere traan van Eva voor Adam, de zoon van de erbarmende Liefde, gerechtvaardigd was; en de warmte van de eeuwige Liefde maakte van deze tranen steentjes en hiervan was de naam 'Urim', als zinnebeeld van de gerechtvaardigde droefheid van Eva. En zie, één traan viel op de beschuttende doornstruik, en zie, deze traan was er een van verloren onschuld en kleurde de voorheen witte bloem van de struik; en de bloemen werden rood gekleurd ten teken van de verloren onschuld van Eva. En zie verder, hoewel de mensen nu reeds alle gewassen op aarde kennen, kennen zij echter niet hun ware betekenis in de geest en in de waarheid en zullen die niet kennen en begrijpen tot aan de wedergeboorte, als zij zich die dan eerst deelachtig hebben gemaakt, welke is de erbarming van de eeuwige Liefde door de genade van de verlossing daarin.
Hoofdstuk 9: Het gericht van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Als echter iemand niet is zoals jij nu bent en voortaan moet zijn en moet blijven, dan zal hij weliswaar de gave gedurende een bepaalde tijd behouden; maar het geschenk van de genade wordt van hem weggenomen, zodra hij niet meer is zoals jij nu bent, moet zijn en moet blijven. En zelfs de nakomelingen van Eva zullen zich boven hun hoofden verheffen en hen ontrouw worden tot in het merg van hun gebeente en zullen de honden achterna rennen en zullen zich voeden met de uitwerpselen van de slangen en hun kinderen zogen met de borsten van adders; en jouw nazaten zullen door hen worden vergiftigd en zullen zowel lichamelijk als geestelijk een bittere dood in eeuwige schande en kwellende smaad sterven.
Hoofdstuk 11: De geboorte van Kaïn en Abel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Maar hoewel het neerdalen van Mijn grote stad een onmetelijk grote genade voor al Mijn kinderen zal zijn, zal zij echter toch ook door haar sterke muren alle blinden dooddrukken en alle doven verpletteren; want ze zal zo groot zijn, dat ze het hele aardoppervlak beslaat! En wie haar niet ziet neerdalen en het ruisen in de zuivere luchtlagen der aarde niet zal bemerken, die zal op aarde geen plek meer vinden waar hij zich voor haar kan verbergen en haar gewicht ontwijken.
Hoofdstuk 12: De belofte van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380  ...