Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 368 van 1112

...  356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381  ...
[4] Kijk, ik, die nu met jullie spreek, heet Agricola, ik kom uit Rome en ben een van de voornaamste dienaren van de keizer en bezit alle volmachten! Ik kan in naam van de keizer al het mogelijke bevelen en over alles beschikken, en wat ik in naam van de keizer gebied, moet gebeuren. Degenen die zich om ons heen bevinden, zijn mijn begeleiders en ook invloedrijke dienaren van de keizer. Mijn beide vrienden hier, Agrippa en Laius, kennen jullie al. Daar achter die rotsen zien jullie een paar honderd jonge mensen van beiderlei kunne; die horen bij Mijn lijfwacht, en de andere mannen dienen eveneens voor mijn bescherming. Daar vooraan zien jullie drie wijzen uit Indië, wier grote gevolg in de nabijheid van de stad is ondergebracht; ook zij horen nu bij mij. Hier is een jongeman die, met zijn wil meer kan dan alle machten van de aarde. En hier vlak naast ons staan nu die wonderlijk machtige mensen uit Opper-Egypte, over wier kracht de beide Romeinen jullie gistermiddag heel vreemde dingen hebben verteld; zij kwamen om de beide Romeinen hier te bezoeken.
Hoofdstuk 144: Farizeeën bezoeken Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] De man uit Opper-Egypte zei met een ernstig gezicht: 'Wat zouden jullie dan met de profeet doen als hij zich door jullie zou laten vangen?'
Hoofdstuk 144: Farizeeën bezoeken Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] De Farizeeër zei: 'Wij zouden hem direct aan het gerecht overleveren, streng laten onderzoeken en tegen hem getuigen, en hem bewijzen aan welke misdaad tegen ons hij zich heeft schuldig gemaakt. Als hij zich te ernstig tegen ons en tegen de tempel misdragen heeft en hij de wet heeft overtreden, - waarvan wij merendeels al volkomen overtuigd zijn -, dan moet hij volgens de wet zonder meer ter dood veroordeeld worden.'
Hoofdstuk 144: Farizeeën bezoeken Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Daarop maakte de Egyptenaar met zijn rechterhand slechts één beweging en de reuzenadelaars schoten pijlsnel naar beneden en omringden de tempeldienaren. Die schrokken geweldig en vroegen de Egyptenaar dan ook om de dieren, die zich heel wild en woest gedroegen, te bevelen hun geen kwaad te doen! ' .
Hoofdstuk 145: De man uit Opper-Egypte onthult de gedachten van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Toen de Egyptenaar dat gezegd had, verhieven de reuzenadelaars zich plotseling, stortten omlaag op de daar grazende schapen en elke vogel hief er één in zijn klauwen omhoog en vloog daarmee naar de bergen. Tegelijkertijd ontdekte men beneden op de weide ook al een aantal wolven en beren, waardoor de hele grote kudde volledig vernietigd en gretig verslonden werd, - bij welke gelegenheid de herders natuurlijk zo snel ze konden op de vlucht sloegen.
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Geen van hen durfde deze wonderman meer een antwoord te geven; want zij hadden, zich bewust van hun slechtheid, een te grote angst en vrees voor hem!
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Met benepen stem zeiden de Farizeeën: 'Ja, ja, buitengewoon machtige man, je hebt volkomen gelijk; maar uiteindelijk kunnen wij er toch niets aan doen dat de tempel zich zo vijandig opstelt tegen de profeet uit Galilea! De tempel met zijn instellingen is werelds gezien nog altijd een machtige stroom; wij bevinden ons midden in die stroom en kunnen daar onmogelijk tegenin zwemmen! Maar als de machtige profeet de tempel al niet kan of wil veranderen, wat zullen wij als onmachtige leden er dan tegen kunnen doen?! Ja, als wij jouw onbegrijpelijke macht zouden hebben, dan zouden we de hoge priesterraad al gauw tot andere gedachten gebracht hebben; maar alleen met woorden is dat onmogelijk. Wij kunnen ons er in het vervolg hoogstens van onthouden om mee te stemmen tegen de grote profeet, ook kunnen we de tempel verlaten, dat wil zeggen, we kunnen ons met onze middelen in een meer privé leven terugtrekken, - maar veranderen kunnen we de tempel niet, wat jij met je werkelijk grote wijsheid heel goed zult beseffen. Maar jij, en nog meer de grote profeet, zouden de tempel en zijn dienaren met die tekenen wel kunnen veranderen; maar wij alleen kunnen dat niet.'
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Ik zeg jullie echter volgens Gods eeuwige wijsheid in Mij: De grote Meester, die vervuld is van Gods geest en van al Zijn kracht en macht, wil de mensen niet door pure tekenen, maar veeleer door Zijn zuivere, wijze leer op de weg van het licht en van het leven brengen, omdat tekenen de mensen wel dwingen om aan Hem en Zijn woord te geloven, - maar zij schenken niemand een innerlijk vrije, levendige overtuiging van de grote waarheid. Zolang de mens deze waarheid, die hij zich kan verschaffen door nauwgezet volgens de leer te leven, echter niet heeft, zolang is hij wat zijn ziel betreft ook nog als een dode te beschouwen. Want het pure, blinde en opgelegde geloof geeft de mens geen innerlijk waarachtig leven, maar alleen het geloof dat vol licht is en levend is geworden door ernaar te handelen, en dat wordt nooit bereikt door uiterlijke wonderen, maar alleen door het levende woord van de eeuwige waarheid uit God, door die mens die het als waarheid aanneemt en er naar leeft.
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Daarom wil Hij ook de tempel niet dwingen en laat hem vrij begaan; als de tempel echter zo doorgaat, zal hij met zijn hele aanhang overgelaten worden aan het gericht en ten onder gaan. Onthoud dat goed en knoop het inje oren! Want God, die is, was en eeuwig zijn zal, laat niet met Zich spotten, omdat Hij Zelf in Zijn hoogste goddelijke ernst, de mensen bestemd heeft voor een ware, eeuwige zaligheid.
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Maar de laatste tijd hebben jullie voor jezelf een nog betere schikking gemaakt! Je hebt nu helemaal geen verleiders meer nodig die rondtrekken om de mensen tot allerlei zonden te verleiden, maar jullie sturen nu dadelijk de beulsknechten en gerechtsdienaren er op uit. Die moeten de mensen die enig bezit hebben, meteen brandschatten onder voorwendsel dat de tempel er helemaal van op de hoogte is dat zij op grove wijze en erg verdoemenswaardig tegen God en de tempel gezondigd hebben en hun meteen hun hele hebben en houden afnemen, -en wie zich daartegen verzet, moet meteen gestraft worden!
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Voor een mens echter dat vermogen verwerft of kan verwerven, moet hij zich door het nauwgezet opvolgen van Gods wil, die hem door Mozes en door de profeten is geopenbaard, deze wil van God zo eigen maken, dat hij daarna vrij vanuit zichzelf niet anders kan handelen dan de wil van God het hem in zijn hart aangeeft, -wat voor degene die God erkend heeft en Hem boven alles liefheeft, niet zo moeilijk is, omdat de liefde tot God hem daartoe steeds meer kracht schenkt naarmate de liefde tot God in zijn hart toeneemt, en in die liefde ook de liefde tot de naaste.
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Jullie verontschuldigden jezelf daarnet met de strenge wetten van jullie tempel, die jullie niet gemaakt en ingesteld hebben; maar wie gaf jullie dan de wet die voorschrijft dat jullie handlangers, op allerlei wijzen verkleed, naar de mensen moeten zenden om hen door allerlei listen en andere verleidingen tot zonde tegen God, tegen jullie en tegen de tempel te verleiden? Wanneer iemand zich door hen liet verleiden, dan werd hij door de verleiders bij jullie aangeklaagd, en jullie zonden dan meteen de beulsknechten en gerechtsdienaren er op uit. Die brachten de schuldige bij jullie en jullie legden hem als hij ook maar enig vermogen had, onbetaalbare straffen op. Schapen, kalveren, koeien, ossen, stieren en ezels, graan, kippen, wijn en geld moest hij jullie geven als verzoening voor zijn zonden; als hij eventueel ook mooie dochters had, dan moest hij die hetzij aan de tempel offeren of daarvoor een groot losgeld betalen. Zeg zelf nu eens of dat geen zonde was, die jullie op een ten hemel schreiende manier aan de mensen begaan hebben!
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Als een mens zich op deze wijze met God verenigd heeft, is hij ook reeds vervuld van Gods geest; want de liefde tot God en het vervullen van Zijn heilige wil is immers al de volledig werkzame geest van God in de mens, omdat diens nieuwe wil niet meer de zwakke en onmachtige wil van het menselijke vlees is, maar de almachtige zuivere wil van God.
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Voor degene die deze wil volledig in zich heeft, moet dan immers ook alles mogelijk zijn wat hij wil; want wat hij dan wil, wil ook God in hem, -en voor God is toch zeker alles mogelijk!
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Omdat ik echter, evenals nog enkele andere hier aanwezige mensen, ook zo van de geest en de wil van God vervuld ben, moet alles gebeuren wat Gods wil in mij wil, en niets kan zich tegen mij verzetten. Als ik deze hele aarde zou willen vernietigen en volledig zou willen verwoesten, dan zou dat, als ik het ernstig zou willen, net zo zeker lukken als het mij nu lukken zal, die gindse aan dat tamelijk verafgelegen gebergte naar voren stekende grote rots ogenblikkelijk te vernietigen.
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381  ...