17481 resultaten - Pagina 369 van 1166
... 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 ...
[5] IK zei: 'Vergelijk deze heiden nu eens met de joden, die zeggen dat God hun Vader is! Zij vinden alle grote tekenen die Ik al zo vaak en zo veelvuldig zichtbaar en hoorbaar voor hen gedaan heb niet voldoende, en deze heiden herkent Mij aan Mijn woord! Daarom zeg Ik tegen jullie Joden daar beneden in de grote stad: Het hemelse licht zal bij jullie weggenomen en aan de heidenen gegeven worden!Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] En omdat Ik als zeer groot monarch deze reis* (*'deze reis' is toegevoegd) op aarde uit heel gewichtige levensmotieven heb ondernomen, kunnen jullie je wel voorstellen, dat nu ook veel legioenen van Mijn dienstbare engelen de reis samen met Mij maken en ook steeds rondom Mij zijn, op Mijn wenken wachten en Mijn bevelen op alle sterren uitvoeren.
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Allen, zelfs Mijn eerdere leerlingen waren het er helemaal mee eens dat zij dat wilden.
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] IK zei: 'Dat zal ook meteen gebeuren! Maar blijf vooral kalm, want wat jullie nu zullen zien, zal, ook al is het door Mijn wil verzacht, jullie erg aangrijpen, ondanks dat jullie dappere Romeinen zijn!'
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Toen richtte AGRICOLA zich tot de engel en zei tegen hem: 'Spreek, merkwaardig wezen! Ben je een echt wezen, of ben je alleen maar een produkt van mijn op dit moment nogal verhitte fantasie? Als je een echt wezen bent, geef daarvan dan een overtuigend bewijs, zodat ik het helemaal geloven kan!'
Hoofdstuk 189: De Romeinen zien de engelenwereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Maar jou, Mijn beste Agricola, zal Ik toch een teken geven, omdat jij Mij ook zonder teken gelooft; want de genezing van deze jonge vrouw die Ik nu Zelf heel lief heb gekregen, is voor denkers van jouw formaat te gering, want enigen uitjouw gezelschap hebben toch heimelijk bij zichzelf gedacht: 'Kijk, dat is een slimme man! Hij wachtte met het genezen net zolang tot hij duidelijk zag dat het vanzelf al beter ging met de jonge vrouw! Toen het moment kwam waarop vanzelf beterschap intrad, wat een dokter duidelijk kan zien, riep hij haar pas en zij ontwaakte, zoals zij ook zonder zijn roep zeker ontwaakt zou zijn!' Kijk, dat dachten jouw intelligente metgezellen bij zichzelf en ten dele dacht jij het ook!
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Maar daarmee maak Ik niemand een verwijt, want een zelfstandig denker is Mij altijd liever dan duizend lichtgelovige zielen voor wie het niets uitmaakt of men hun een alfa of een omega laat zien. Want wie niet denkt, leert en begrijpt ook niets, en voor hem is goud en lood uiteindelijk hetzelfde; maar de denker koopt nooit een kat in de zak. Daarom zei je ook na de genezing van deze lieve jonge vrouw bij jezelf: 'Dat teken is hem wel goed gelukt, - maar ik moet hem eerst horen spreken, dan pas zal blijken of hij werkelijk uit zijn wijsheid de kunde bezit zulke tekenen slechts door zijn wil te verwezenlijken!' Toen je Mij echter hoorde spreken, verdween je twijfel; want Mijn woorden werden voor jou en ook voor je metgezellen een borg voor de volle waarheid van het teken en voor het eigenlijke doel van Mijn aanwezigheid.
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Maar AGRICOLA zei tegen de anderen: 'Zal ik jullie eens wat zeggen? We laten hem zijn gang gaan en dan zien we wel verder! Een paar dingen zijn me bij hem nu weer speciaal opgevallen! Wie vertelde hem hoe ik heet?! Want uit een zekere voorzichtigheid heb ik hier nog niemand mijn naam gezegd. Hoe kan hij hem dan weten? Maar nog meer! Wie kon hem onze gedachten verraden?! En kijk, toch wist hij alles! Ah, neem van mij aan dat dat echt geen kleinigheid is! Nu zei hij weer dat hij niet alleen hier is, maar dat er talloze scharen machtige geesten bij hem zijn! Vrienden, als dat zo is, is hij absoluut een volmaakt god in optima forma, en hebben wij het geluk, dat nog nooit eerder voorgekomen is, om de echte Jupiter persoonlijk te zien! Wij gaan dus er allemaal mee accoord om dat te zien en te horen wat hij ons zojuist heeft voorgesteld. Wel, we willen het dus en daarom vragen wij hem om ons zijn machtige reisgezellen te laten zien, als hem dat mogelijk is!'
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Om ou, als denkende Romein, daarvan nog meer te overtuigen, moet je die steen pakken en zo hard mogelijk naar mijn hoofd werpen, en dat zal me helemaal niets doen! Als ik echter bij jou hetzelfde zou doen, zou je ogenblikkelijk lichamelijk dood zijn. Probeer het maar, en overtuig je zelf dat het zo is en niet anders!'
Hoofdstuk 189: De Romeinen zien de engelenwereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Daarop nam DE ENGEL de steen uit de hand van de Romein en zei: 'Kijk, dit is de steen die jij daarnet door mij heen hebt gegooid, en die je nu probeerde te vernietigen! Je ziet, dat ik de steen net als jij in mijn hand kan houden, en zeker heel wat steviger dan jij hem daarnet vasthield. Probeer hem uit mijn hand te halen, dan zul je je van mijn kracht kunnen overtuigen!'
Hoofdstuk 189: De Romeinen zien de engelenwereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] DE ENGEL zei: 'Dat zul je direct zien! Kijk, je hebt daarnet geprobeerd om de steen te breken, maar de steen bood uiterst hardnekkig tegenstand! Maar nu zal ik je laten zien, hoe ik de steen in mijn hand direct volledig verpulveren zal! Kijk, nu is de steen nog heel, en kijk, nu zijn er honderden stukjes! En kijk die nu eens! Waar zijn ze nu? Er is niets meer van over! Ik heb ze helemaal in hun oersubstantie opgelost!
Hoofdstuk 189: De Romeinen zien de engelenwereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Als ik als geest dat met het grootste gemak kan, is dan mijn zuiver geestelijke bestaan niet oneindig volmaakter dan het bestaan van alle lichamelijke mensen op deze kleine aarde?! Daarom is alleen óns bestaan een echt bestaan, en dat van jullie op deze aarde is dat slechts in zoverre het een leven volgens de wil van de Heer is, die nu eindeloos genadig bij jullie leeft en jullie waarachtig leert leven, en die alleen van eeuwigheid alles in alles is, naar Wie jullie moeten luisteren en volgens wiens woorden jullie moeten leven en werken.'
Hoofdstuk 189: De Romeinen zien de engelenwereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] IK zei: 'Rustig aan Mijn vriend! Ga maar naar hem toe, dan zal hij je de andere aarden nog wel laten zien, waarvan er ontelbare in de eindeloze ruimte zijn! Ik zegje dat deze geestje niets gezegd heeft wat niet waar is; ga dus maar naar hem toe en laat je nader inlichten over de dingen waaraan je twijfelt, en hij zal je dat allemaal heel praktisch laten zien en uitleggen!'
Hoofdstuk 190: Het verschil in levensopgave van engelen en mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Ik zal jullie dan eerst tussen de maan en deze aarde plaatsen, dan kunnen jullie zien dat deze aarde ook maar een bol is, net zoals jullie met jullie lichamelijke ogen de maan en de zon zien. Dan zal ik jullie helemaal op de maan, vervolgens op de zon en daarna pas op verschillende werelden en aarden brengen. - Zijn jullie het met mijn voorstel eens?'
Hoofdstuk 191: Over het tweede en derde gezicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Allen lagen op de grond. Alleen AGRICOLA zat op een bank en begon het volgende te zeggen: 'Dus die grote bol daar beneden is de aarde en daar boven is de maan als een kleinere bol en daar nog dieper onder de aarde onmiskenbaar de zon! O, dat is een wonderbaarlijke aanblik, en de schijnbaar lege ruimte is vol van wezens van mijn soort! Enigen zweven naar beneden naar de aarde, en anderen zweven er weer vandaan. En, O, O, daar is de maanaarde al! Zij lijkt veel op onze aarde, maar het ziet er allemaal zo doods en verlaten uit. Het zou me daar echt niet bevallen en het schijnt ook haar bewoners niet al te goed te bevallen, want ze trekken allemaal erg bedroefde gezichten en zien er erg kwijnend uit.'
Hoofdstuk 192: Een bezoek aan het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)