Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 370 van 1088

...  358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383  ...
[1] (De Heer): 'Daarmee was ook Jozef het eens en wij gingen toen rusten en reisden de volgende morgen, door Cyrenius en enkele dienaren van hem begeleid, naar de woning van onze Griek; want Cyrenius wilde zich overtuigen van Mijn wonderbaarlijke bouwwerk bij de Griek.
Hoofdstuk 224: Aankomst in Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Daarop vertrokken we en kwamen de volgende dag tamelijk vroeg weer in Nazareth aan. We hadden weliswaar diezelfde dag nog tot Nazareth kunnen komen, omdat de Griek ons met zijn goede lastdieren naar huis liet brengen; maar Ik wilde dat niet, omdat Ik daar een goede reden voor had. Webleven daarom weer in die herberg waar we op de heenreis varkensvlees hadden gegeten.
Hoofdstuk 224: Aankomst in Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Nu ging Maria snel met haar helpsters naar de keuken om meteen aan het werk te gaan voor een goed ochtendmaal. En Jozefborg intussen het vele geld veilig op .
Hoofdstuk 224: Aankomst in Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Dat ergerde Jozef en hij zei: 'Je kent me genoeg om te weten dat ik mijn plicht nog altijd trouw ben nagekomen en dat zal ik ook deze keer doen; maar het maakt me werkelijk boos dat je uit hebzucht niet thuis kunt wachten tot ik, zoals altijd, zelf naar je toe ben gekomen. Wie heeft je eigenlijk verteld dat ik met Jezus en Jacobus weg was voor een opdracht?'
Hoofdstuk 224: Aankomst in Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Jozef zei: 'Dat is het werkelijk niet waarom ik op jou of iemand anders boos ben; maar alleen omdat je me anders niet gauw bezoekt, tenzij je aan de weet bent gekomen dat ik weg ging voor een opdracht of er weer van thuis kwam. Maar voor het werk dat ik voor jullie heb gedaan zijn jullie me een aardig bedragje schuldig en in ruil voor de offerpenningen die ik jullie iedere keer moet betalen, zouden jullie mij het liefst zo gauw mogelijk niets meer schuldig zijn; daarom informeren jullie ook zo ijverig wat ik voor werk had en hoeveel ik verdiend heb. En als ik nu wellicht een hele maand lang geen werk buitens huis zal hebben, zul je zeker geen enkele keer naar mij toe komen!
Hoofdstuk 224: Aankomst in Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Daarop stond de rabbi ook onmiddellijk op en ging snel weer naar de stad terug.'
Hoofdstuk 224: Aankomst in Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik zei: 'Dat ben Ik altijd geweest! Alleen voor Nazareth en zijn duistere omgeving ben Ik stom; want waar geen geloof is, is ook geen waar verstand en geen licht. Verraad Mij dus niet! Wanneer jullie echter over een paar uur in de stad het klagen en het betaalde wenen zullen vernemen, ga dan niet onmiddellijk nieuwsgierig naar de stad zoals de andere blinde mensen, maar blijf thuis, omdat jullie nu reeds weten wat er aan de hand zal zijn! En als het nieuws hier wordt bekend gemaakt, zeg dan: Tegen Gods wil kan geen sterveling vechten! God heeft het zo bepaald en klagen, huilen en wenen heeft geen enkele zin! Maar tot het nieuws komt, kunnen we buiten werken; en na het nieuws laten we het werk liggen en begeven we ons naar Kafarnaüm. Aan het meer zullen we werk vinden tot de sabbat!'
Hoofdstuk 225: De dood van de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Spoedig daarop begaven wij ons op weg naar Kafarnaüm en vonden daar, in de jullie reeds bekende herberg aan het meer, nog diezelfde dag een goed karwei, waar we tot de sabbat aan werkten, en waarmee we honderd muntstukken verdienden. Gedurende de sabbat bleven we nog in Kafarnaüm aan het meer en we voelden ons daarbij heel goed en vrolijk. Op zondag keerden we pas weer terug en vernamen we van onze mensen thuis hoe alles zich had toegedragen. Velen hadden naar Jozef gevraagd en zich erover verwonderd, dat de anders toch zo vrome man niet aanwezig was geweest bij de begrafenis van de overste.
Hoofdstuk 225: De dood van de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Toen zei Jozef nogmaals: 'Had ik geen gelijk dat er met deze graankist kennelijk een boze geest in het spel is? Voordat we nog met die paar latten klaar waren, moet er een huis beginnen te branden, zodat we vandaag in geen geval die kist af kunnen maken! Mijn liefste Jezus, zeg eens wat jij ervan vindt!'
Hoofdstuk 225: De dood van de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Vannacht wil hij nog graag een paar mud graan van zijn heer ontvreemden, omdat het graan morgen al in de nieuwe kist gedaan zal worden, die heel goed kan worden afgesloten. Hij had echter in de gaten dat wij nog een paar uur vóór de avond klaar zouden zijn met de kist en zijn heer er dan ook onmiddellijk gebruik van zou maken. Dus ging hij naar het huis van deze buurman, die met al zijn mensen op het veld aan het werk was en stak het in brand, om te voorkomen dat wij de kist vandaag nog klaar zouden krijgen.
Hoofdstuk 225: De dood van de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Meteen gingen we aan het werk, wat Jozef graag had, omdat hij gewild had dat de kist al klaar was geweest, omdat de buurman hem ook erg nodig had. Er was echter iets merkwaardigs met die kist. Telkens als we eraan begonnen te werken, gebeurde er iets waardoor we ofwel opgehouden werden met het werk of dagenlang onderbroken werden. Jozef dacht daarom dat dat door een boze geest veroorzaakt werd, en vond dat we ons door hem nu niet langer moesten laten storen en net zo lang moesten doorwerken tot de kist eindelijk helemaal klaar was. We deden dan ook wat we konden, zodat er 's middags nog maar enkele latten aangebracht moesten worden. En zie, het huis van iemand die een klein eindje verderop woonde, raakte in brand! Vanwege het dreigende gevaar moesten we ons werk snel in de steek laten en onmiddellijk naar de brand gaan om te blussen.
Hoofdstuk 225: De dood van de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Kijk, dat en nog meer heb ik zo af en toe bij hem gemerkt en daarom ben ik er nu ook vast van overtuigd dat hij die brand zo snel heeft geblust! Wel, broeder, wat zeg jij ervan?'
Hoofdstuk 226: De brand in het huis van de buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] We gingen van de plaats van de brand weer naar huis en gingen dadelijk slapen, omdat wij deze dagen veel gewerkt hadden.
Hoofdstuk 226: De brand in het huis van de buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] De volgende dag, een maandag, maakten wij die kist snel af vóór zonsopgang en gingen na de ochtendmaaltijd meteen naar de buurman wiens huis door de brand was beschadigd. Hij verzocht ons zijn beschadigde huis weer te herstellen.
Hoofdstuk 226: De brand in het huis van de buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] De buurman zei: 'Ik zal zwijgen als het graf en ook mijn mensen zal ik nu naar het veld sturen waar ze allemaal moeten werken, dan kunnen jullie doen watje goed dunkt!'
Hoofdstuk 226: De brand in het huis van de buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383  ...