5587 resultaten - Pagina 371 van 373
... 348 - 349 - 350 - 351 - 352 - 353 - 354 - 355 - 356 - 357 - 358 - 359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373
[17] Over deze drievoudigheid wil ik hier schrijven en de kinderen dezer wereld aantonen, wie God is. Niet om mij daarop te beroemen of uit hovaardij, of om enig mens te krenken. Neen, de geest zal u in alle zachtmoedigheid en vriendelijkheid onderwijzen, zoals een Vader zijne kinderen onderwijst. Het werk is niet door mijn vernuft tot stand gekomen, maar door de liefdesopenbaring des Heiligen Geestes, die in het vleselijke is doorgebroken. Uit eigen kracht kan ik niet veel en ben ook slechts een blinde, maar door Gods geest ziet mijn geest alles, hoewel ik niet standvastig genoeg ben. Maar wanneer de geest van de liefde Gods door mijn geest werkt, dan versta ik de Godheid. Niet alleen mij gaat het zo, maar alle mensen, of het nu Christenen, joden, Turken of heidenen zijn. Allen, waarin de zachtmoedigheid en de liefde leven, staan ook in het licht Gods. Zoudt ge willen zeggen: Neen? De Turken, de Joden en de heidenen hebben immers hetzelfde lichaam dat gij hebt; zij bezitten dezelfde lichaamskracht die gij gebruikt en dezelfde God, die uw God is, is ook hun God. Zegt ge: Zij kennen God echter niet en eren Hem niet. Ja, mensenkind, ge kunt u er op beroemen, dat gij Hem beter kent. Maar waar de liefde door de zachtmoedigheid wordt geopenbaard, daar openbaart zich het Goddelijk Hart. Want het hart Gods wordt in het zachte water van het aangestoken licht geboren, hetzij in de mens of buiten de mens, het wordt overal in het centrum, in het midden tussen de uiterlijke en de innerlijke geboorte geboren.Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[27] Maar let nu op. - Mozes schrijft, dat God heeft gesproken: Dat er lichten zijn aan het uitspansel des Hemels, die hun licht geven op aarde en scheiden de dag van de nacht, en maken jaar en tijden. Deze beschrijving toont ons aan, dat de eerste schrijver niet geweten heeft, wat sterren zijn, hoewel hij toch vatbaar is geweest voor de rechten van God. Hij heeft echter de Godheid bij het hart genomen en heeft uit het hart gezien, wat het hart en de kern dezer schepping was, en de geest heeft hem de siderische en uiterlijke dode geboorte verborgen gehouden, en heeft hem alleen op het geloof, naar het hart van de Godheid gedreven. Wat ook de hoofdzaak is, wat voor de mens het meest nodig is, want wanneer hij het ware geloof aangrijpt, dan dringt hij door de toorn van God, door de dood heen in het leven, en heerst met God. Daar echter de mensen in de laatste tijd veel luisteren naar de wortel van de boom, door welke de natuur aantoont, dat de tijd van het kaalworden van de boom nabij is, daar wil hun de geest hetzelfde aantonen en de Godheid zich geheel en al openbaren. Dat is het morgenrood en het aanbreken van de grote dag Gods, waarop zal teruggebracht worden en opgaan, alles, wat uit de dood tot wedergeboorte des levens is geboren.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[34] Wanneer nu de toornige vuurstraal de natuurgeesten, die in de aarde in de dood staan, met zijn grimmige schrik opwekt en beweeglik maakt, dan beginnen de geesten naar hun eigengeaarde goddelijke rechten zich te ontwikkelen, zoals zij van eeuwigheid af gedaan hebben, en stellen een lichaam samen met de eigenschappen, die aan die plaats verbonden zijn. Zoals de Salniter in de tijd der aansteking des toorns in de dood gestorven is, en terzelfder tijd in het innerlijke leven der zeven Geesten Gods kwalificerend is geweest, zo is hij ook in de tijd der wedergeboorte in de vuurstraal weer opgegaan en is niet anders nieuw geworden dan in een andere levensgestalte, welke in de greep des doods staat. Nu is de Salniter van de aarde en het water, in zijn dode wezen, niet meer in staat zich te veranderen en tot in het oneindige voort te brengen, zoals hij in zijn Hemelse verblijfplaats deed; maar wanneer de Oergeesten het lichaam vormen, dan gaat hij in de kracht van het licht op. En het leven van het licht breekt door de dood heen, en schept hem een lichaam uit de dood, dat niet gelijk is aan het water en de dode aarde, en hij krijgt ook niet hun smaak en reuk, doch de kracht van het licht dringt door en maakt zich evenredig met de kracht der aarde en neemt de dood zijn angel en de toorn zijn giftig geweld weg en dringt midden in het lichaam als een hart in het gewas.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[40] Er zijn veel en velerlei ertsen, al naarmate de Salniter in de natuurHemel in zijn opstijgen in het licht der liefde de eerste is geweest. Iedere oergeest heeft de aard en de eigenschappen van alle Oergeesten in zich; want hij wordt steeds met de anderen in verbinding gebracht, waardoor het leven en de onpeilbare geboorte Gods ontstaat, maar naar één kracht is hij de eerste, en dat is zijn eigen lichaam, waarvan hij de naam draagt. Nu heeft iedere oergeest de eigenschap van de hele natuur en zijn samenstel is in de tijd van de aansteking des toorns mede in de dood belichaamd geworden en uit iedere geestelijke substantie zijn aarde, stenen, erts en water ontstaan. Daarom vindt gij ook in de aarde erts, steen, water en aarde in verschillende hoedanigheden, kwaliteiten, en daarom is de aarde van zo verschillende hoedanigheid, al naarmate in de tijd der wansteking, een van de kwaliteiten in iedere oergeest primair is geweest. De natuur heeft de mens wel zoveel geopenbaard, dat hij weet, hoe hij van de vreemde geboorte van iedere oergeest, de vreemde materie zo afsmelten kan, dat van iedere oergeest datgene, wat in hem primair is, ook nummer één blijft. Daarvan hebt gij aan zilver en goud een voorbeeld; gij kunt het niet eerder tot zuiver zilver en goud maken, aleer het zeven maal in het vuur gesmolten is. Wanneer dat geschiedt, dan behoudt het in het midden van het hart der natuur, hetgeen het water is, zijn eigen kwaliteit en kleur. Eerst moet de wrange hoedanigheid, welke de Salniter in de harde dood gevangen houdt, afgesmolten worden, dat is het grove stenige puin. Hierna de zure dood van het water, daarvan wordt een giftige salpeterzuur afgescheiden, hetgeen in de opgang van de vuurstraal zich in de dood bevindt.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[48] In deze beweging wordt het weder vet en weelderig, het neemt toe en breidt zich uit en de grootste diepte wordt zeer vreugdevol geboren uit het hart van de geest, alsof het een Engelachtige triomftocht wilde aanvangen, en zich in Goddelijke kracht en vorm, volgens het recht van de Godheid, eindeloos vertonen. En daardoor verkrijgt het lichaam zijn grootste sterkte en kracht en het lichaam kleurt zich in de hoogste glans en houdt zijn zuivere schoonheid in ere. En als het nu vlug gemaakt wordt, dan heeft het zijn echte kracht en kleur, er ontbreekt niets aan; alleen dit, dat de geest zich met zijn lichaam niet tot het licht opheffen kan, het moet een dode steen blijven. Of hij nu al veel krachtiger is dan andere stenen, nochtans blijft het lichaam in de dood.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] Wanneer er een andere God is buiten deze, wie zal u dan uit deze God, waarin gij ondergegaan zijt, weer levend maken? Hoe zal u die andere God, waaruit gij niet geschapen zijt en in wien gij nooit geleefd hebt, uw lichaam en geest weer te samen vormen? Als gij nu van een andere materie zijt dan God zelf, hoe zult u dan Zijn kind zijn? Of hoe zal de mens en koning Christus Gods lichamelijke Zoon zijn, die uit Zijn hart geboren is? Als dus zijn Godheid een ander wezen is dan zijn lichaam, dan zoudt gij tweeërlei Godheid in hem zien; zijn lichaam zou dan zijn van de God dezer wereld en zijn hart zou dan zijn van een onbekende God. Och, doe uw geestesogen open, gij mensenkind, ik zal u hier de echte, waarachtige, eigenlijke poort van de Godheid laten zien, zoals maar een God haar hebben wil.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[6] Wanneer gij de diepte, de sterren, de elementen en de aarde beschouwt met uw ogen, dan begrijpt gij niet of de Godheid wel daar en daarbinnen is; gij ziet en begrijpt echter niet uw ogen ten eerste de dood, en daarna de toorn van God en het helse vuur. Wanneer gij echter uw gedachten ontwikkelt en denkt, waar God zal zijn, dan grijpt gij de siderische geboorte aan, waar liefde en toorn elkaar bewaken. Wanneer gij echter een geloof schept aan den God, die in heiligheid in dit bestuur regeert, dan breekt gij de Hemel en grijpt gij God bij liet heilig hart. Als dat nu geschiedt, dan zijt gij gelijk aan de gehele Godheid, die zelf Hemel, aarde, sterren en elementen is, en ge hebt dan ook een bestuur in u, en ge zijt ook zulk een wezen, zoals de gehele Godheid op de plaats van deze aarde is.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[18] Ik kan dit op geen andere wijze beschrijven, want ik moet zo schrijven, alsof de openbaring Gods een aanvang zou genomen hebben of neemt, waaruit alles zo geworden is. Ik schrijf hier echter waarachtige en waardevolle woorden, die alleen door de geest verstaan worden. Let nu op de poort Gods. Het licht, dat nu uit het vuur geboren wordt en in het water gaat schijnen en de gehele geboorte vervult, veelicht en verzacht, dat is het waarachtige hart van God, of Gods Zoon; want hij wordt zo steeds uit den Vader geboren; hij is van een ander voorkomen als de hoedanigheden en openbaringen van den vader. Maar de schepping van God kan het licht niet vatten of begrijpen en het in zijn scheppen gebruiken. Hoewel het licht vrij voor hem staat, kan geen enkel schepsel het begrijpen, en toch vervult en verlicht het de ganse schepping, als de eniggeboren Zoon van den Vader. (Joh. 1, 14.)
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[33] Zo ziet gij, hoe geen enkele kracht de eerste is, en ook niet de tweede, derde, vierde, de laatste; maar hoe de laatste zowel de eerste als de eerste de laatste doet geboren worden; en de middelste vindt haar oorsprong zowel uit de eerste, tweede, derde, enz. Ook ziet gij, dat de natuur niet van de krachten Gods kan worden onderscheiden, maar dat alles een lichaam is. De Godheid, dat is de heilige kracht van Gods hart, wordt in de natuur geboren. Zo ontstaat ook de Heilige Geest, die steeds uitgaat vanuit het hart des lichts door alle krachten van den Vader heen, en alles maakt en alles vorm geeft. Deze openbaring onderscheidt men in drie aanzichten, waarvan ieder een afzonderlik geheel vormt, hoewel toch geen van de drie van de ander is los te maken.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[42] Nu moet gij niet vragen: waar is die zelfde Hemel? Zij is in uw eigen hart, laat haar vrij, de sleutel hiervoor wordt u hier getoond. Zo bevinden zich dan een God en drie verschillende godheden in elkander en de een kan de andere niet vatten of vasthouden, of de oorsprong van de ander doorgronden; echter doet de Vader den Zoon geboren worden, en de Zoon is het hart, de liefde en het licht des Vaders en is ook de oorsprong van alle vreugden en de bron van alle leven. De Heilige Geest is de geest des levens, de vormer en schepper aller dingen en de uitvoerder van Gods wil. Hij heeft uit en in het lichaam van God alle Engelen en schepselen geschapen en hij onderhoudt en vormt nog dagelijks alles; hij is de scherpzinnigheid en de levende geest Gods. Zoals de Vader uit zijn krachten het woord spreekt, zo vormt de geest het.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[46] Zulk werk doen ook de heilige Engelen, en in de drieheid bevindt zich een zacht, lief lik en zoet water, waaruit de geest zich door middel van de klank steeds verheft. De ene kracht brengt de andere zo in beweging, dat het lijkt, alsof er lieflijke gezangen of snarenspel oprijzen. En naar de wijze van opstijgen van de geesten op de verschillende plaatsen,, naar die wijze wordt ook de toon gevormd, maar zeer zacht, voor de lichamen der Engelen onbegrijpelijk, maar voor de dierlijke geboorte van de Engelen zeer wel begrijpelijk. En zoals de godheid zich op elke plaats vertoont, zo vertonen zich ook de Engelen, want de Engelen zijn uit dit wezen geschapen en hebben de vorsten der Oergeesten gods onder zich, zoals zij zich in de geboorte Gods bevinden. Zoals zich daarom het wezen Gods in de geboorte vertoont, zo vertonen zich ook de Engelen. Diezelfde kracht, die in alle tijden de eerste wordt en uit het hart van God in den Heiligen Geest jubelt, doet de krachtvorst der Engelen zijn lofgezang aanheffen en jubelen met zijn Heer; eerst de ene en al spoedig de andere, want de geboorte van God is als een rad.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[47] Wanneer echter het hart van God zich in al zijn helderheid vertoont, dan rijst de gehele schare van heilige Engelen van alle drie de Koninkrijken op. En in dit oprijzen van het hart van God, is Jezus Christus koning en de eerste, Die de koninklijke reidans leidt met alle heilige mensenzielen tot aan de jongste dag. Dan worden de heilige mensen, volmaakte Engelen, en de goddelozen volmaakte duivelen, en wel voor eeuwig. Spiegelt u hieraan, gij wijze wereld, hoe gij aan uw wijsheid komt. Nu zult gij zeggen: Gij zoekt een veel diepere wijsheid dan wij; gij wilt in de verborgenheden Gods doordringen, hetgeen aan geen mens is toegestaan. Wij zoeken slechts de menselijke wijsheid en gij wilt aan God gelijk zijn, geheel en al weten hoe God is in alle dingen, zowel in de Hemel als in de hel, in duivelen, Engelen en mensen. Daarom is het niet slecht om spitsvondige, scherpe list te zoeken, want zij brengt eer, macht en rijkdom.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[48] Antwoord. Als gij mij op deze ladder, door middel waarvan ik tot in de diepte van God opstijg, naklimt, dan zult gij zeer gestegen zijn. Ik ben niet door mijn verstand of door vooropgezette wil tot deze gevoelens, deze arbeid en erkenning gekomen; ik heb ook deze wetenschap niet gezocht, ik heb er ook niets van geweten. Ik heb alleen gezocht naar het hart van God om mij voor de akeligheid van de duivel te kunnen verbergen. Toen ik dat bereikt had, toen is mij deze zware taak opgelegd, de wereld te openbaren en te verkondigen, dat de dag des Heren aanstaande is. En aangezien gij zo slecht luistert naar de wortel van de boom, moet ik u openbaren, wat de gehele boom is, en u mededelen dat het morgenrood reeds zichtbaar is van de dag, tot welke Gods raad al lange tijd geleden heeft besloten. Amen.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[54] Het licht van God en de geest van God kunnen de scherpe openbaring van God niet begrijpen, daarom zijn het ook twee afzonderlijke aanzichten van God. Daarom kon Lucifer met zijn strenge, koude en harde vuurgeboorte, het hart en de heilige geest van God niet meer beroeren, noch proeven, noch voelen, maar werd met zijn vuurgeest uitgesmeten in de buitenste natuur, waarin hij het toornvuur had aangestoken. Diezelfde natuur is weliswaar het lichaam van God, in welke zich de Godheid openbaart, maar de duivels kunnen de zachte geboorte van God, welke in het licht opgaat, niet begrijpen. Want hun lichaam is niet in het lichaam bestorven, en leeft in de buitenste en strenge geboorte Gods, waar het licht nooit meer ontstoken wordt. Hun vet in het zoete water is opgebrand, en uit dat zelfde water is een zure stank ontstaan, waarin het licht Gods niet meer kan ontstoken worden en het godslicht kan daar ook niet meer binnengaan. Want de Oergeesten in de duivelen zijn in de verharde toorn opgesloten, hun lichamen zijn een harde dood en hun geesten zijn een grimmige angel van de toorn Gods, en hun Oergeesten openbaren zich voortdurend in de innerlijke scherpte, naar het recht der scherpe Godheid. Zij kunnen zich niet anders openbaren, ook kunnen zij niet afsterven of vergaan; zij blijven in de allerangstigste geboorte en er is in hen niets dan louter grimmigheid, toorn en boosheid, omdat de aangestoken vuurbron van eeuwigheid tot eeuwigheid opstijgt. Zij kunnen ook in der eeuwigheid niet meer de zoete en lichte geboorte Gods beroeren, noch zien noch begrijpen.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[3] Op de vierde dag is het licht opgegaan en heeft zijn zetel in het huis van de dood gekozen, maar de dood kan het niet begrijpen. Zo min als de strenge geboorte Gods, die zich in de binnenste kern bevindt, waaruit het leven ontstaat, de zachtmoedigheid, en het licht der zachtmoedigheid alsmede de geest in de zachtmoedigheid begrijpen kan, evenmin kan ook de dode duisternis dezer wereld het licht van de natuur begrijpen, ook de duivel niet. Maar het licht schijnt door de dood heen en heeft zich zijn koninklijke zetel gemaakt midden in het huis van de dood en van de toorn Gods en doet een nieuw Godslichaam geboren worden uit het huis van de toorn, dat eeuwig in de liefde Gods bestaat, hetgeen voor de oude aangestokenen in de uiterste geboorte, onbegrijpelijk is. Nu zult gij vragen: Hoe moet ik dat verstaan? Ik kan het u wel niet in uw hart schrijven, want niet iedereen is daar bevattelijk voor, hoe de geest zich bevindt in het huis van de toorn en toch niet in verbinding staat met het licht Gods, maar ik zal het in aardse gelijkenissen aantonen, in de hoop, dat gij de diepe zin ervan zult kunnen begrijpen. Zie naar een boom; die heeft van buiten een harde grove bast, die dor en verdroogd, maar niet geheel dood, doch slechts machteloos is, en er bestaat een groot onderscheid tussen haar en het lichaam dat onder de schil groeit. Het inwendige heeft zijn levende kracht en breekt door de verharde schors heen en doet vele mooie jonge lichamen uit zijn oude lichaam geboren worden.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang