Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 371 van 728

...  359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384  ...
[10] Hijzelf zou van Mij de macht hebben, zolang de inval tegen te houden, totdat de muur klaar zou zijn; echter slechts gedurende tien jaar, waarin zij alle ijver aan moesten wenden om zo spoedig mogelijk dit grote, heilige werk volgens Mijn in hem geopenbaarde wil te volbrengen, anders zou het er slecht voor hen uitzien.
Hoofdstuk 37: De prehistorie van het Chinese volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Als je deze omstandigheid nu voor ogen houdt, zul je zonder veel moeite weldra gemakkelijk inzien dat Lamech tijdens zijn regering tenminste gedurende een periode van dertig jaar noodgedwongen een toontje lager moest zingen, opdat het volk zich weer aan zijn wil onderwierp en voor hem begon te werken, zodat hij en de zijnen tenminste zorgeloos als een zwijn en als een luie os zouden kunnen zwelgen.
Hoofdstuk 38: De familie van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Dan zullen jullie zien dat zij stenen in het water slingeren; geen daarvan zal ons ooit meer bereiken. Want de rechterhand van God zal ons snel uit het zicht van de hyena's voeren en zal ons naar een groot, ver land leiden, dat dertig dagen en dertig nachten van het vaste land verwijderd is en zich bijna in het midden van het grote water bevindt en 'Ihypon' heet (dat is: 'een veilige tuin'). En dit land zal blijvend van ons zijn, zolang als volgens de wil van boven de wereld zal blijven bestaan. Wij zullen het van verre al daaraan herkennen, dat wij een hoge, door Gods liefde in vlammen gehulde, brandende berg, zullen aanschouwen.* (* De vulkaan Fujinojama, 3780 mt, op het eiland Hondo (Japan)) Er zal slechts één enkele toegang zijn en zelfs die zal ver landinwaarts tussen nog twee van die brandende, hoge bergen doorlopen; maar aan de kusten zal het voortdurend omspoeld worden door de krachtigste stormvloeden. En daarenboven zal het nog omgeven zijn door zeer hoge bergen, waarin geen tijgers noch hyena's of leeuwen, beren noch wolven of slangen wonen, maar die bergen zullen meer lijken op een tot in de hemel omhoog reikende muur, die door niemand gemakkelijk bestegen zal kunnen worden.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] De zondaren zullen net als het dier niets anders eten dan het gras van de aarde en het bittere loof van de schrale bomen; door de zonde hebben zij zich hiertoe verlaagd en zolang zij hun zonden niet zullen hebben geboet, moeten zij het niet wagen iets anders te eten, indien zij in leven willen blijven. Dit geldt in het bijzonder voor de ontuchtigen en in de eerste plaats voor die jonge vrouwen die zich uit wellust herhaaldelijk zouden willen laten beslapen; want zo'n lichaam zal door de Heer met de pest bezocht worden en zij moet uitgestoten worden tot aan de uiterste grenzen van het grote land, waar niets dan gras en bladeren groeien. Tenslotte zegt de Heer, onze grote, almachtige God, dat jullie elkander lief moeten hebben en niemand moet ooit over een ander oordelen, maar de zwakkere moet naar de sterkere gaan, zodat die hem kan steunen en hem in het leven kan bijstaan; de wijste echter moet allen dienen en een raadgever voor zijn broeders zijn.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[30] En zie, toen nu deze zeven met hun vrouwen hun korte, maar zeer oprechte gebed hadden beëindigd, stak er een kleine storm op, die van de bergen kwam en in de storm kwam een zeer grote hyena in snelle vaart naar het kleine gezelschap toegesprongen, vol grimmigheid en zo te zien in woede ontbrand, en bleef voor hen staan en bekeek hen grondig een voor een, van top tot teen, alsof zij zich het lekkerste hapje uit het in doodsangst in het nauw gedreven gezelschap wilde zoeken. En zie, juist toen allen een toevlucht in het water wilden gaan zoeken, vermande de spreker zich en zei met zeer luide stem: "Luister naar mij! Wij blijven staan waar wij staan, allerwegen omgeven door de onoverwinnelijke macht van de grote Koning en geloof maar, ook wanneer Hij ons vernietigt, dan nog zal Hij ons ook in de vernietiging bewaren; en wees niet zo bang voor deze kleine hyena, omdat wij zo gelukkig aan de moorddadige klauwen van een veel grotere ontkomen zijn en wel des te meer, omdat wij in de vlakte zijn waar geen hyena meer de macht heeft om een mens aan te vallen en te verscheuren. Want de grote, machtige Koning van voorbij de sterren heeft ons in de bergen uit de tanden van duizenden verscheurende dieren gered toen wij nog tegen Hem waren, nu wij echter voor Hem zijn, - waarom zou Hij ons dan nu willen vernietigen?
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Zie, de Heer, onze grote God, die onze allerheiligste Vader wil zijn, verlangt dat wij ten eerste elkaar liefhebben en wel eenieder zijn naaste als broeder en zuster zeven maal meer dan zichzelf. Eenieder moet streng zijn voor zichzelf en mild en zacht tegenover zijn broeders en zusters. Laat nooit iemand denken dat hij groter en meer waard is dan de zwakste onder jullie broeders; want voor God geldt er niets anders dan een rein, deemoedig hart. Laat degene aan wie de Heer ooit Zijn genade zal schenken, zoals aan mij, zichzelf als de minste beschouwen en bereid zijn, evenals ik, om allen te dienen en naar de wil van God allen voor te gaan bij het geven van het goede voorbeeld. Slechts kinderen zijn door hun oorspronkelijke zwakheid en de noodzakelijke opvoeding onvoorwaardelijke gehoorzaamheid verschuldigd aan hun ouders; en als zij in zichzelf tot de erkenning van de wil van God zullen zijn gekomen, laat dan in plaats van de gehoorzaamheid, die zij dan alleen aan God zijn verschuldigd, een grote mate van kinderlijke liefde en achting voor de ouders treden. Jullie moeten echter altijd volgens de wil van God je oor te luisteren leggen bij de wijste onder jullie en je oog op hem richten om de raadsbesluiten van God voor het algemeen welzijn alsook voor ieder individu te ervaren; maar hoed je ervoor ooit zo'n wijze op de een of andere manier meer achting, liefde en verering te geven dan een andere nog niet wijze, maar toch zeer bereidwillige, lieve broeder.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] En zie, dat vond Lamech goed; hij deed meteen wat de stem hem had bevolen. Maar toen zijn vrouwen dat hadden vernomen, ontstelden zij zo hevig, dat zij van toen af stom bleven en het daarom ook aan niemand konden mededelen. Na enige tijd verlieten zij hem heimelijk en gingen naar hun zonen in de smelterijen. Voordat zij deze echter bereikt hadden, werden zij door twee bergbewoners tot staan gebracht; zij kregen hun spraak weer terug en werden meegenomen naar de heilige hoogten van de bergen.
Hoofdstuk 38: De familie van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Adam echter zei: "O mijn lieve zoon Abel-Seth, - ja, jij bent een getrouw evenbeeld van mijn vrome Abel; jij bent, evenals hij, geheel naar mijn zin vervuld met liefde en dat verheugt mij zeer! Hij zegende uit liefde de moordenaar en jij zoekt zegen voor het bloed van mijn vijand!
Hoofdstuk 39: Begin en oorzaak van het verval van de kinderen van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Seth deed nu wat Adam hem had aangeraden. De zeven begonnen echter te huilen omdat zij weg moesten gaan. En Seth betreurde dat in zijn hart en viel neer en smeekte Mij in zijn hart, zeggend: "0 Jehova! Zie de tranen van deze kinderen branden in mijn gemoed en toch is mijn liefde slechts haat vergeleken met Uw oneindig erbarmen! Toon mij door de mond van Henoch wat ik moet doen; of laat mij net als Abel sterven, opdat ik de tranen van de te verbannen kinderen niet zal zien! 0 Jehova! Verhoor, zoals altijd ook deze keer mijn smeken! Amen."
Hoofdstuk 39: Begin en oorzaak van het verval van de kinderen van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En toen Adam dat van Seth, Enos en de vrome Henoch vernomen had, was hij zeer verheugd, omdat hij zag hoe ver Mijn liefde boven de liefde van alle mensen verheven is. En hij verwonderde zich niet weinig toen hij daardoor gewaar werd dat Mijn liefde zelfs in de diepte van de vloek naar het gladde addergebroed afgedaald was, en hij sprak, daarover ten diepste geroerd, de volgende korte rede uit. Deze toespraak was daarna nog lang beroemd en is tot aan de zondvloed bewaard gebleven, zij werd echter niet opgetekend, maar verspreidde zich van mond tot mond. Deze rede luidde als volgt:
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Hoewel de Heer altijd meer geeft dan voor de mens nodig is om in leven te blijven, moeten jullie echter desondanks toch niet onmatig zijn in allerlei genietingen, maar volgens de wil van God vanwege je gezondheid matigheid betrachten bij alles wat jullie doen en nuttigen. Want zo spreekt de Heer: 'Gezegend zij een juiste maat en een gerechtvaardigd doel; maar vervloekt zij de onmatigheid en verdoemd de doelloze wegen, want daarop zullen slechts de hoererij en de ontucht gaan en daar de nacht van het verderf en de eeuwige dood vinden!' Verzamel daarom de overvloed van de zegen en richt overal voorraadhuizen op, maar niet van steen naar het voorbeeld van Hanoch, maar van hout. Sla daartoe vier glad afgewerkte stammen zo in de grond, dat ze keurig in een vierkant twee manshoogten boven de grond uitsteken. Leg dan hierop overdwars ook vier bomen volgens de jullie reeds bekende bouwwijze. Maak dan daarover een raamwerk voor het dak en dek dat af met riet en gras. Maak dan ook tussen de vier uit de grond stekende houten pijlers uit riet gevlochten wanden, maar laat in iedere wand een opening, vier maal zo groot als een hoofd van een man en maak aan de morgenzijde ook een deur, maar niet afgesloten, opdat iedereen naar behoefte vrije toegang heeft. Sla nu tot op de helft binnenin zo'n voorraadhuis enkele kleine palen in de grond, die ongeveer een halve manslengte boven de grond uitsteken. Bevestig daarop dunnere balkjes; leg daar dan eveneens rietmatten op om daarop dan de overmaat van de zegen voor jullie broeders en ook voor jezelf te leggen. Verzamel in de andere helft droog geworden, lang gras en leg dat tot op kniehoogte op de grond als rustplaats, opdat jullie daarop 's nachts slapen en je moe geworden ledematen uitrusten en je ingewanden zich verkwikken.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[36] (Want alles wat Ik jullie hier geef, is voor Mijn kinderen waar en getrouw; want Ik geef het niet aan de wereld, maar aan Mijn zwakke kinderen. Daarom moeten zij Mijn liefde en wijsheid en Mijn woorden en Mijn genade niet met de maatstaf van de wereld meten. Want Ik wil niet schitteren voor de wereld, maar slechts door jullie geliefd zijn. Want Ik heb genoeg zonnen om voor de ogen van de wereld iets te laten schitteren. Maar als jullie met je wereldse geleerdheid aanmerkingen hebben op Mijn geschrift wat denken jullie dat Ik dan eens met je wereldse onzin zal doen? - Leer het daarom van Mij; pas als jullie door Mij onderwezen zijn, zullen jullie zien en erkennen wiens voorschriften hoger staan, - de Mijne of die van de wereld. Want de wereld heeft het woord in de zin, Ik echter heb de zin in het woord, - daarom dwaalt degene die niet naar Mij op zoek is, op een ontzettende manier!)
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[37] Voor Ik jullie echter verder in Mijn huishouding zal leiden, wil Ik je in het kort iets over Mijn engel* (* Betreft het gedicht 'De engel'.) zeggen, - vooral tegen diegenen die vanuit wereldse motieven in bijna iedere regel wel wat op de grammatica aan te merken hadden. Daar hun hart daarbij niet speels is, moeten zij daar waar Mijn zwakke geheimschrijver van Mijn nieuwe Woord ergens een streepje teveel of te weinig gemaakt heeft tengevolge van zijn aloude gewoonte van onopmerkzaamheid, het volgens hun inzicht aanvullen, zo ook wat verkeerd gespeld is en het puntje op de i; maar wie het zou wagen, ook maar één woord te verplaatsen of een betere verklaring te zoeken of zonder noodzaak een bepaalde overbodige basis te zoeken, die zal Ik met boze ogen aanzien. Zoek niet het woord in de zin, maar de zin in het woord, als jullie tot de waarheid willen komen; want de waarheid is in de geest, maar de geest is niet in de waarheid; dat zou ook onmogelijk zo kunnen zijn, omdat de geest vrij is en voorrang heeft op iedere regel om waarheid uit zichzelf te scheppen. Daar jullie dat zelfs al van je genieën zeggen, waarom kijken jullie dan vervolgens met zeer kritisch ogen naar Mijn geest, alsof een schooljongen je het een of andere slechte proefwerk ter correctie zou hebben gegeven?! Daarom, als iemand meent dat Mijn kleding niet deugt voor deze wereld, laat die Mij maar thuis houden; maar het zal voor eenieder verdienstelijker zijn, aan Mijn geschrift een aan haar ontnomen regel toe te voegen dan wereldse kritiek, - want het is veel zaliger om te geven dan om te nemen! Begrijp dit goed! Amen.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[37] Zie, jullie zijn allen gelijk, zowel mannen als vrouwen. Echter moeten jullie vrouwen je schaamdelen alsmede je hele lichaam goed bedekken en voornamelijk je hoofd, opdat door jullie wellustige aard de man niet tot ontucht geprikkeld zal worden, zoals het vrije geslacht van de vogels door het grote, geheime begeren van de verleidelijke ogen van de slang in de dodelijke gevangenschap van haar giftige kaken gelokt wordt; want jullie vrouwen zijn de kinderen van de slang het naast en vol van haar gif. Wees daarom voor alles even ingetogen als de bijenkoningin, die het niet waagt zich aan de zon bloot te stellen, maar vol zorg dag en nacht over de cellen van haar onschuldige kinderen kruipt; jullie moeten ook zo zijn en in alles jullie mannen gehoorzamen, voorzover de allerheiligste wil Van God dat vereist. Maar als een man - waarover niet gesproken zou behoeven te worden - je tegen de meest heilige wil van God in tot iets zou willen dwingen, moet het ook aan jullie toegestaan zijn, jullie hoofden voor de man te ontbloten en hem op lieflijke wijze aan zijn van God uitgaande plichten te herinneren. En als je dit allemaal zo nauwkeurig zult uitvoeren, zal de Heer jullie met grote genade overladen en je zult eeuwig en onsterfelijk in oneindige schoonheid een ware lust voor het oog van de eeuwige, heilige Vader zijn.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En ik antwoordde: 'Hoe zou ik jou kunnen herkennen in dit duistere niets, zonder schepselen?! Kun je mij echter vernietigen en gelijk maken met hetgeen nooit was, niet is en nooit meer zal zijn, doe dat dan en ik wil je bij voorbaat danken, zodat je na mijn vernietiging niet zonder dank zult terugkeren naar jouw mij onbekende hoogten uit dit oord zonder enig wezen!'
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  359 - 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384  ...