10915 resultaten - Pagina 372 van 728
... 360 - 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 ...
[29] Vlug brak de machtige vinger van God een rib van mijn tweede ik, greep in diens binnenste, haalde een worm uit zijn binnenste en sloot tenslotte weer de plaats waar de machtige vinger van de Heer zich een weg had gebaand om de zichzelf beminnende begeerte weg te nemen. Daarna zag mijn tweede ik er echter niet zo bekoorlijk meer uit als tevoren; zijn vorm was aan de mijne gelijk en ik ondervond niet meer de aantrekking ervan, maar wij beiden werden door de eeuwige Liefde aangetrokken. Toen zag ik de geest in een sluimering geraken en in deze sluimering loste hij zich op en ging in mijn gehele lichaam over en wij werden volkomen één.Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[37] En zie, toen verliet de Liefde mij. Ik echter at en dronk en sterkte me - tot ongehoorzaamheid! 0 kinderen, luister, ik gehoorzaamde de eeuwige Liefde niet!
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Deze Naëhme nu werd de vrouw van haar broer, die bij haar zeven zonen verwekte, welke er zeer lomp en vormeloos uitzagen en die veel overeenkomst hadden met jullie zogenaamde trollen. De oorzaak daarvan was, dat Naëhme zich naar de wil van haar vader, vanwege zijn heerszucht, te dikwijls voor ontuchtige doeleinden moest laten gebruiken; want daardoor werd al het manvolk weer aan Lamech onderdanig. Aller ogen waren nu op Naëhme en aller oren op de hebzuchtige bevelen van Lamech gericht; want Naëhme bleef tot in haar tachtigste jaar een voorwerp van menselijke bewondering, binnen welke periode de bevolking weer zeer gegroeid was en Lamech op al zijn wenken diende. Toen Lamech nu zag hoe machtig hij weer was geworden, werd hij ook steeds strenger en harder en voerde op gruwelijke wijze zelfs de reeds eerder vermelde doodstraf in voor degenen die weerspannig waren. (28 aug. 1840)
Hoofdstuk 38: De familie van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Bedenk daarom wat dat betekent! De toorn van God kan verzacht worden indien de Liefde tussenbeide komt; maar indien de Liefde zelf een vloek over jou laat komen, wie zal jou dan wel beschermen tegen de eeuwige woede van de Godheid en wie zal de middelaar tussen de toorn van God en jou zijn? Ik zeg je; niets anders dan het gericht en de verdoemenis! Want jij bent een werk van God vanuit Mij. Waar is echter het wezen dat Gods heerlijkheid aan zou kunnen raken? Want of een werk zal ontstaan volgens de wil van de vrije macht van de eeuwige heiligheid van God - want daarom werd aan jou een vrije wil gegeven, opdat jij de wil van de eeuwige macht van God in je zou kunnen herkennen -, of, als je dat echter niet wilt, is er niets aan jou gelegen en dan zul je de oneindige macht van God leren kennen wanneer zij je zal verbannen in de eeuwig brandende nietigheid.
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Daar het echter nu gezegd werd vanuit de geest van de liefde volgens Jehova's heilige raadsbesluit, moest het gezegd worden ter verheerlijking van de meest heilige naam. Door onze kortzichtigheid begrepen wij het immers niet; maar er is er Eén, die het begrijpt en deze Ene is de eeuwige liefde van de Heer; uit Haar is alles wat bestaat voortgekomen en dus ook onze liefde tot Haar. En zo voel ik dat iemand, indien hij zijn liefde keer op keer alle delen van zijn wezen zou laten doorstromen ter eeuwige liefde uit God en in God, dergelijke woorden van wijsheid zou begrijpen; want de liefde is de wortel van alle wijsheid en er is geen andere wijsheid dan slechts in de liefde tot de liefde in God.
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Maar Seth en Enos gingen daar tegenin en zeiden: "Beste Henoch, weet jij dan niet wat Adam ons dikwijls geleerd heeft?! De vaderen hebben slechts met de zegen van de Heer in de lichamen van hun kinderen woningen voor onze jongere broeders verwekt; maar omdat wij verwekkers van de lichamen zijn en niet eveneens van de liefde, die een levende geest vanuit de liefde van God is, zijn wij in de liefde immers niets anders dan louter broeders en zusters onder elkaar en zijn zodoende veel meer kinderen van een en dezelfde meest heilige Vader in de hemelen van de hoogte, die een eeuwige woonplaats is van de heiligheid van God, die een ware Vader van ons allen is. Predik daarom maar verder vanuit jouw liefde en wees ervan verzekerd: wij zullen met de genade van God de tong van de broeder en die van het kind goed onderscheiden; want indien iemand de liefde predikt, spreekt hij als een broeder uit het hart van de eeuwige liefde en zijn woord zal zijn als een opgaande zon, waarvan het licht met haar warmte de nevelen uit de donkere voren van de aarde verjaagt. Degene echter die slechts zou prediken vanuit de aan hem verleende wijsheid, diens leer zou als het licht van de middagzon zijn, waarvan het licht niet meer verwarmt, maar slechts geweldig en onverdraaglijk brandt en men voor de uiterst felle stralen graag zou willen vluchten naar de diepste schaduw uit vrees voor zulke brandende stralen!
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] En Henoch antwoordde: "Lieve vaderen, als dat zo is, terwijl mijn gevoel vanuit God het mij ook zegt dat het zo is, dan hebben jullie geheel juist gesproken; maar één ding heb je vergeten en dat is van groot belang en luidt als volgt: ieder kan ter ere van God spreken en handelen zoals hijzelf wenst; maar in Zijn naam prediken mag slechts diegene die het van boven gegeven werd. Mij is het echter door jullie gegeven, maar nog niet van boven; daarom predik ik alleen voor jullie. Maar als het mij ook van boven gegeven wordt, pas dan kan en mag ik voor alle broeders over de grote kracht van de naam van de eeuwige Liefde preken. Maar wat de betamelijkheid van het prijzen van de grote Naam betreft, weten jullie lieve vaderen immers toch al welke prijs en welke lof de Heer het aangenaamste is en jullie weten ook, dat woorden of gebaren of gedachten of zekere ceremoniële gebruiken zo goed als niets voorstellen en dat alleen liefde en gehoorzaamheid het meest welgevallige offer is dat wij mensen in staat zijn Hem te brengen! - Hij, die ons aller God en Vader is, weet precies wat Hij met ons wil; laat daarom altijd Zijn heilige wil geschieden! Amen."
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[27] Daarom geloof, opdat jullie eens tot liefde en daardoor tot leven zullen mogen komen, en bemin Mij in jullie geest en laat al het werk van je handen en je wil getuigen van het leven in jullie en laat je tong je zeggen dat jullie kinderen van God zijn. Ik zal de mensen oordelen naar hun geloof; Mijn kinderen echter zal Ik in Mijn liefde leiden en het licht van Mijn wijsheid zal voor jullie worden tot een eeuwig lichtbaken van het meest zalige leven in Mij, jullie liefdevolle, heiligste Vader, nu en in alle eeuwigheden der eeuwigheden! Amen.'
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Niet ver van de zuil van Adam stond er een die bijna even verheven was. De montere baren durfden hun flikkerende koppen nauwelijks te verheffen tot die verheven zuil en draaiden vol eerbied zacht schommelend om deze verheven zuil heen, alsof zij wilden zeggen: 'Kijk, sterfelijk mens, zie de naam van de Hoogste, die heilig en liefdevol 'Jehova' heet! Nooit mag deze naam door zondige tongen ijdel uitgesproken worden; want de naam van de heilige Vader is heilig, zeer heilig, de meest heilige! 0 mensen, 0 kinderen', riepen de ronddraaiende golven, 'bedenk, O bedenk, aan wie deze naam behoort! Bedenk dan in je hart, dat het God, ja een God is aan wie deze naam toebehoort!'
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[29] Zover het geestesoog ook maar kon reiken, kon het echter niets dan drommen en drommen waarnemen en zien hoe zich deze horden draken elkaar in hun gruwelijke ijver vermorzelden om daarop weer verenigd te worden tot grotere draken. Dan kropen zij, zich draaiend en krommend over de anderen, recht op de met slijk overdekte zuil van Mahalaleël af, omstrengelden die tot onderaan de top en wilden haar daardoor helemaal de goddelijke vorm ontnemen, waardoor de heilige wil van de eeuwige, heilige Vader bekend gemaakt zou worden aan de vreedzame baren van de grote wateren van het leven in de eindeloze zeeën van de heilige liefde in het hart van de eeuwige, heilige Vader.
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] Zie, wij hebben niets wat wij aan de Heer zouden kunnen geven, dat wij niet tevoren van Hem ontvangen hebben; en welke vreugde zouden wij Hem verschaffen, ook al zouden wij in staat zijn Hem de hele aarde, ja de gehele wereld te geven?! Hij zou tegen ons zeggen: 'Kinderen, daar heb Ik nimmer behoefte aan; want als Ik plezier zou hebben in werelden, dan kon Ik er op ieder ogenblik talloze miljarden voor Mijzelf scheppen en Ik zou er voor de eeuwigheid der eeuwigheden voldoende ruimte voor hebben. Maar Ik heb geen vreugde aan jullie offers, die uit materie voor Mij gemaakt zijn, wat een huis des doods is; Ik verheug Mij alleen over een boetvaardig, berouwvol hart, dat Mij liefheeft. Dat is hetgeen geheel van jullie is als een vrij geschenk van Mij; dat hebben jullie volledig in eigendom. Als je wilt kun je het aan Mij teruggeven en Ik zal daar intrekken met Mijn genade, en jullie zullen dan eeuwig met de genade in Mijn eeuwige liefde leven en alle dingen zullen zo helder worden als een druppel water. Als jullie echter zelf in je hart gaan wonen en dan de deur voor Mij vergrendelen, zodat Ik niet binnen kan komen wanneer Ik dat wil, dan zullen jullie al spoedig het levensbrood dat in je is, verteerd hebben; en omdat Ik als enige Gever van het levensbrood met Mijn leven gevende gave niet meer binnengelaten word, zal ook weldra de eeuwige dood het onvermijdelijke gevolg van de eigenliefde en de zelfzucht in je worden!
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[80] Toen scheurde de hemel zich in het midden in tweeën en uit de lichtende scheur daalde een engel in snelle vlucht neer naar de lieveling van Lamech en zei tegen hem: 'Maak nu, Noach, de ark van de genade in orde, zoals de Heer je allang getrouw heeft opgedragen en breng jezelf met alles wat de Heer je heeft bevolen in veiligheid; want kijk, reeds brandt de van vervloekingen zware aarde op talloze punten, aangestoken door de richtende toorn van de eeuwige God! Het weeklagende bloed heeft echter, zoals je ziet, de genade van de hemel geweldig ontroerd; daarom heeft de heilige Vader besloten de aarde van de vloek schoon te wassen en haar daardoor te bemesten voor een beter geslacht dat spoedig voort zal komen uit jou, Noach, de enige die Hem nog trouw is gebleven!'
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Als God echter ons, Zijn kinderen, in al Zijn talloze wonderbaarlijke werken de eeuwige ordening toont waarin het leven of de kracht altijd ver aan datgene vooraf moet gaan wat juist daardoor en tenslotte daarvoor ontstaat, hoe zou het ons dan zo hogelijk kunnen verwonderen dat Adam in staat was ons een hoger inzicht in de lange geschiedenis van zijn geest te geven en ons daardoor toonde dat en hoe ook wij daarin vervlochten zijn en waren, en al onze nakomelingen tot aan het einde van alle tijden meer of minder zullen zijn. Hij toonde ons daarenboven nog, hoe heilig en groot en toch zo liefdevol, vol genade en barmhartigheid God, ons aller Vader, is en hoe oneindig lankmoedig en toegevend.
Hoofdstuk 43: Henoch verklaart de woorden van Adam en Kenan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[27] Maar wij hebben des te meer Zijn genade nodig; genade is echter geen geplaag noch een verzoeking, maar zij is de zuivere gezegende gave van de heilige Vader om ons zwak geworden leven hoe langer hoe meer te versterken in Zijn liefde. 0 vaderen, bekijk nu met de juiste liefde tot God, onze heilige Vader, het visioen van Kenan en jullie zullen makkelijk inzien, dat God ons daardoor in de geest niets anders heeft laten zien dan de dodelijke zwakte van onze liefde tot Hem! Laat ons daarom weer sterk worden in de liefde in en tot Hem, dan zal ons alles weer duidelijk worden, wat tot dusver duister voor ons gebleven is! Amen."
Hoofdstuk 43: Henoch verklaart de woorden van Adam en Kenan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] (N.B. Vele en veel grotere dingen zijn nu ook al aan jullie gegeven; maar er is nog niemand echt in zijn hart naar Mij toegekomen om Mij te loven en in ware liefde te prijzen en om zich bovenmatig te verheugen over die grote nu zo rijkelijk neerstromende genade. En niemand hunkert heimelijk naar de inwijding van de knecht die een werktuig van Mijn genade moet zijn voor nauwelijks meer loon dan Mij in ware liefde te dienen, zoals ieder van jullie zou moeten doen. Ik heb ten aanschouwe van de wereld voor jullie er slechts één tot dwaas gewekt, opdat jullie tot grote eer verheven zouden mogen worden voor de engelen en deze ene is Mijn zwakke, arme knecht (J.Lorber). Hij is een dwaas, die vroegtijdig van het platteland naar je toe is gekomen en hij verkeerde lange tijd onder jullie en niemand werd gewaar dat hij voor de wereld een dwaas is. Maar de dwaas zocht Mij en Ik heb Me door hem laten vinden en heb hem voor jullie ogen opgewekt, opdat hij een lastdier voor je zou worden en jullie een nieuw brood uit de hemelen zou brengen. Het is een waarachtig brood, omdat het liefde geeft en liefde eist. Maar als het lastdier zich op Sion op een drassige weg bevindt, ga dan naar hem toe en neem gretig het brood uit zijn korf; maar jullie bekommeren je weinig om zijn voeten, terwijl deze voor het merendeel ter wille van jullie tot aan de enkels in de taaie leem vastzitten! Ik zeg je echter, indien het brood en het water van het leven je goed smaakt, laat het goedmoedige lastdier dan niet in de steek! Laat degene die er toe in staat is, zijn voeten uit de drek bevrijden zonder dat de wereld het merkt; want anders zullen in de loop van de tijd, als hij bij je zal blijven, zijn voeten uit angst zo zwak worden dat hij nauwelijks in staat is het brood voor je te dragen, tenzij Ikzelf hem daarvan bevrijden zal, maar dan zal Ik hem ook leiden waarheen Ik wil. Ik zal hem dan echter nooit bij jullie laten; want Ik heb weliswaar nog veel kinderen, maar daar zijn er weinige onder die zich als dwaas zouden laten gebruiken. Want het is beter en gemakkelijker van het brood te eten wanneer het reeds toebereid is; maar het is moeilijker om zich uit liefde tegen een gering loon als lastdier voor de ploeg te laten spannen. Bedenk dat wel en loof en prijs Mij door gehoorzaam te zijn! Wie van jullie daar iets aan doet, zal nooit een stuiver verliezen en het zal hem te gelegener tijd tijdelijk en eeuwig vergoed worden; Maar de knecht zal aan degene die het zou willen doen, zeggen waarin zijn voeten vastzitten. Amen.)
Hoofdstuk 44: De verklaring van Adam over zijn zwakte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)