17481 resultaten - Pagina 373 van 1166
... 361 - 362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 ...
[13] Pas dan zal Mijn rijk geheel over deze aarde verbreid zijn, en de mensen van de zon zullen met Mijn kinderen van deze vernieuwde aarde een volledig gelijkberechtigde gemeenschap vormen en opgroeien in de liefde van Mijn ware kinderen.Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] JOHANNES zei: 'Heer, Mijn enige liefde, dat heb ik goed begrepen; want U heeft het weer eens heel duidelijk gezegd, en daarom kon ik U ook heel goed volgen! Of de andere broeders het allemaal ook zo begrepen hebben, zullen zij natuurlijk zelf het beste weten! ,
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Toen zwegen de verklede mannen, en de Romeinen bespraken onder elkaar wat zij doen zouden; want de zaak met de verklede mannen scheen hun niet onverschillig te laten.
Hoofdstuk 208: Het verhaal van Lazarus over de ongelovige Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] LAZARUS zei: 'Heer, mijn huis heeft weliswaar een grote zaal, maar of die alle mensen die hier nu zijn, bevatten kan, dat weet ik niet!'
Hoofdstuk 209: Het wonder in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Heer, toen deze bekoorlijke vrouw de tempeldienaren bewerkt had, kreeg zij van alle Romeinen, en de ongeveer zeventig man en ook van alle aanwezige tollenaars volledige bijval, en die daagden de tempeldienaren uit om de gedegen toespraak van de vrouw te weerleggen; maar geen van hen kon haar enig weerwoord geven en dus behaalde de vrouw voor het volk een behoorlijke overwinning op de wijze Farizeeën en schriftgeleerden, -wat een ware balsem voor mijn hart was. Daarom heb ik de vrouw en haar man ook meteen beloofd dat zij daarvoor hun leven lang bij mij verzorgd zullen worden met alles wat zij nodig hebben, -waarover de tempeldienaren wellaatdunkend deden, maar waarover zij toch verder niets dorsten te zeggen.
Hoofdstuk 208: Het verhaal van Lazarus over de ongelovige Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Omdat ik duidelijk zag dat een paar heetgebakerde Romeinen uit de groep de onbeschaamdheid van - zeg maar - slechts twee verklede Farizeeën erg hoog opnamen, zei ik tegen hen: 'Beste mannen uit Rome, de grote keizerstad! Let toch niet op het zinloze gepraat van deze twee blinden! Als zij ook maar een beetje helder verstand zouden hebben, zouden zij zoiets zeker niet gezegd hebben. Wij met ons allen zijn toch ook Joden, en onze Heer en Meester is het ook, en wij hebben hoogachting voor jullie en zijn de wijze regering in Rome veel dank verschuldigd; want zij is onze beschutting en bescherming tegen de onderdrukking door de tempel en door de landpachter Herodes, die vaak alle perken te buiten gaat. Wij weten wat wij aan de Romeinen hebben; maar zij, die menen eigen baas te zijn, weten dat niet of willen dat niet weten, let dus maar niet op hun praatjes! Maar ik zal de Heer Zelf op mijn knieën vragen om deze blinden een proefje van Zijn macht te geven, opdat deze dwazen u niet kunnen verwijten dat u Hem alleen maar vanwege Zijn zwakte steunt!'
Hoofdstuk 208: Het verhaal van Lazarus over de ongelovige Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] IK zei: 'O, vriend en broeder! Deze mensen die door eigen kwade wil blind zijn, weten maar al te goed dat Ik erg machtig ben, en zij hebben geen groter bewijs van Mijn wijsheid, kracht en macht nodig, want zij haten Mij juist omdat zij bang voor Mij zijn vanwege Mijn wijsheid en macht. Dus daarvoor is het echt niet nodig deze blinden een nieuw bewijs van Mijn macht te geven; maar ter wille van de Romeinen zal Ik heel onverwacht toch iets doen, om de Romeinen daardoor iets tegen hen in handen te geven. - Maar omdat de zon al dicht bij de horizon staat, breken we op en gaan we naar binnen. Wie ons volgen wil, die zal ons dan wel in huis vinden, want buiten zal Ik vandaag niet meer spreken of iets doen. Laten we dus naar binnen gaan!'
Hoofdstuk 209: Het wonder in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Daarop zei EEN FARIZEEËR heel verlegen: 'Het is allemaal erg bijzonder, en ik heb nog nooit gehoord dat mensen ooit zoiets deden! Maar wij hebben wel meer magiërs gezien die ook onbegrijpelijke dingen tot stand gebracht hebben, -hetzij met natuurlijke middelen, of ook met behulp van dienstbare geesten, dat kunnen wij niet beoordelen, en dus kan deze man ook geheimen bezitten die hij zich eventueel door zijn grote talent heeft eigen gemaakt, en die hij aan niemand openbaart. Voor men dan zo'n man als god kan aannemen, moet men wel veel en eigenlijk wel helemaal alles onderzoeken, en daaruit pas opmaken wie men nu precies voor zich heeft. Ik bestrijd de mogelijkheid niet dat hij de ware Messias kan zijn, maar om dat zonder een behoorlijk onderzoek aan te nemen, is altijd een bedenkelijke zaak.
Hoofdstuk 210: De twijfel van de Farizeeën over de Heer als Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Dat jullie nu deze ware godmens niet als Degene die Hij ongetwijfeld is, willen aanvaarden, komt noch door jullie jehova noch door Mozes, maar alleen door de angst dat daardoor jullie aanzien en grote inkomsten zouden kunnen verminderen. jullie zijn in je gewetenloosheid maar al te blij datje elk vonkje van geloof in een God kwijt bent! Nu moeten jullie opeens heel serieus weer aan een God gaan denken, -wat voor jullie gevoelloze geweten wel heel erg lastig zou zijn! En daar denken jullie dus beslist niet aan! Maar één ding kan jullie niet onverschillig laten, en dat is zonder meer, dat er nu zo veel mensen in deze waarachtige godmens geloven, daardoor wijs en verstandig worden en zich dan toch van jullie af zullen keren. En dan zou ik ook tegen jullie willen zeggen: Hinc ergo illae lacrimae? (Vandaar dus die tranen! D.w.z.: Dat is dus de reden) Naar mijn mening heb ik jullie nu alleen maar openlijk de volle waarheid gezegd; maar desondanks kunnen jullie doen wat je wilt!'
Hoofdstuk 210: De twijfel van de Farizeeën over de Heer als Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Maar EEN VAN DE MEEST ONGELOVIGEN van hen zei: 'Ik geloof, dat die heiden mij geen enkele verstandige vraag kan stellen die ik niet zou kunnen beantwoorden. Ik neem de weddenschap aan; maar er moeten ook scheidsrechters bij zijn, die vast zullen stellen of mijn antwoorden goed en juist zijn.'
Hoofdstuk 211: Een weddenschap tussen Agricola en een Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] DE ROMEIN zei: 'Goed, stellen jullie er maar een samen! Er zijn hier nu een paar honderd mensen, - die zullen toch wel kunnen beoordelen of jouw antwoorden waar, goed en ter zake kundig zijn? Ik heb mijn scheidsrechter al.'
Hoofdstuk 211: Een weddenschap tussen Agricola en een Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] DE ROMEIN zei 'O, jullie hebben het niet met iemand te doen die op winst uit is! Als jullie slechts één van mijn tien vragen goed beantwoorden, hebben jullie de weddenschap gewonnen! Maar ik vraag jullie wat ik wil. Als jullie vervolgens mij vragen willen stellen - zoals wij dat afgesproken hebben -, dan zal ook ik jullie niet voorschrijven waarover je mij moet vragen. En daarom nu naar de derde vraag!
Hoofdstuk 212: Agricola verklaart voorspellingen uit Jesaja - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Toen keek DE FARIZEEËR de Romein helemaal perplex aan en zei na een poosje: 'Vriend, zeg me toch, waar en wanneer je je onze Schrift zo goed hebt eigen gemaakt! Je kent alle profeten zo goed alsof je een schriftgeleerde uit de tempel bent! Ik ken dit hoofdstuk wel heel goed, maar het heeft een puur geestelijke betekenis en heeft naar mijn mening helemaal niets te maken met onze tegenwoordige tijd. Het zijn heel gebruikelijke, geestelijke, lofprijzingen van een profeet, die helemaal niet geschikt zijn voor een gewoon mens. Het is een soort psalm op God de Heer.'
Hoofdstuk 212: Agricola verklaart voorspellingen uit Jesaja - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] DE ROMEIN zei: 'Dan zul je niets verliezen! Of ik echter deze zaak zelf net zo min begrijp als jij, is een andere vraag, en dat zal later nog wel blijken. Nu ben jij aan de beurt om wat te zeggen!'
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] DE FARIZEEËR vervolgde: ' ja, m'n vriend, over dit erg mystieke punt uit het boek Mozes valt ook weer niet zoveel te zeggen en uit te leggen! Want deze zaak is, als we die met ons eigen verstand beoordelen, over het geheel genomen een volkomen tegennatuurlijke onzin. We hebben daarover geen andere historische gegevens en dat betekent dus: of de onzin geloven zoals die gegeven is, en daarbij de in die tijd zeer grillige almacht van God als grote helpster denken - of de hele oude kraam overboord gooien!
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)