Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 374 van 1037

...  362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387  ...
[7] Wat is nu zo'n alles vernielende vuurzuil? Alweer niets anders dan ons 'elektron' ofwel de daadwerkelijke uiting van de in hun rust al te zeer gestoorde ethergeesten. Deze op de hoogste wijze actief geworden ethergeesten trekken vervolgens ook weldra hun gelijken uit de wijde omgeving naar zich toe, zowel van boven als vanuit alle richtingen in de wijde omtrek, die hun in zekere zin te hulp snellen, en zo richten ze gewoonlijk in een bepaalde streek op aarde een zo erge verwoesting aan, dat hun sporen vele jaren daarna, ja af en toe wel gedurende vele eeuwen nog goed waar te nemen en op te merken zijn.
Hoofdstuk 144: Weersverschijnselen en hun oorzaak - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (Rafaël:) 'Eerst hebben we gezien hoe er vonken uit de rug van onze kat sprongen en zichtbaar werden nadat we hem in de richting van zijn kop hadden geaaid. Waren dat soms ook beledigde ethergeesten, die zich wellicht aan de haren op de rug van de kat gehecht hadden? Ja, zeg ik jullie, zo is het! Het haar van een kat is heel glad en heeft geen oneffenheden, maar het is evenals iedere andere materie omgeven door lucht en dus ook door de daarin rustende en zeker aanwezige ethergeesten, en wel naar de kop toe in meerdere mate, omdat de haren daar, speciaal op de rug, dichter worden dan in de richting van de staart.
Hoofdstuk 145: Elektrische verschijnselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Als men nu van de kop naar de staart over het dier strijkt, dan verdeelt men de bij de kop steeds rijkelijker aanwezige geesten over de streek die daar minder rijk van voorzien is. Daarom vindt er dan eigenlijk meer een gelijkmaken dan een beledigen van die geesten plaats, en daardoor blijft hun activiteit achterwege of wordt in ieder geval niet zichtbaar; door het strijken of wrijven naar de kop toe vermeerdert men de hoeveelheid geesten, beledigt ze daardoor tot op zekere hoogte, en dan maken ze hun aanwezigheid weldra kenbaar door hun activiteit.
Hoofdstuk 145: Elektrische verschijnselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Alleen waarheid en licht moet een mens levend en helder in zichzelf bevatten, als hij zich een weg wil banen naar het leven van de goddelijke geest in zichzelf; want iedere schaduw in de ziel kan haar op dwaalwegen brengen, waarop zij vervolgens moeilijk haar weg zal vinden.
Hoofdstuk 146: De vraag naar het wezen van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar ik zie in jou nog een vraag, en die houdtin dat jij, die als hoofdman gedreven wordt door dorst naar kennis, nog graag van mij zou willen horen of het ijs op rivieren, meren, vijvers en ook op de zeeën eveneens door die bepaalde geesten voortgebracht wordt.
Hoofdstuk 147: Sneeuw en ijs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Maar deze keer liet Rafaël hen bijna een uur lang in die helderziende toestand, zodat ze ook de draaiing van de aarde duidelijker konden waarnemen, evenals de naar de evenaar toe steeds toenemende activiteit van de ether-, lucht en alle zuiverder geesten en de grovere natuurgeesten, die zij in de vorm van heel kleine, min of meer zwak oplichtende wormpjes waarnamen. Dat zij ook alle andere dingen, zaken en voorwerpen in alle windstreken van de aarde goed konden onderscheiden, spreekt vanzelf
Hoofdstuk 148: Aanmanende woorden van Agricola over het vertrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Nu zei Lazarus: 'Vrienden! Degene die in Zijn grote liefde en erbarmen voor het ene heeft gezorgd, heeft ook zeer rijkelijk voor het andere gezorgd! Jullie zullen onderweg naar jullie eigen land hier en daar nog veel arme en noodlijdende mensen tegenkomen; aan hen kunnen jullie in de juiste mate barmhartigheid bewijzen. En jullie hoeven van nu af aan tot aan het tijdstip van jullie vertrek nergens meer voor te zorgen!'
Hoofdstuk 148: Aanmanende woorden van Agricola over het vertrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Wanneer Ik weer uit het graf zal opstaan, zal Ik ook naar jullie in Rome komen en jullie zelf overtuigen van hetgeen Ik nu tegen jullie gezegd heb.'
Hoofdstuk 149: De Heer maakt Zijn aardse toekomst bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] We hebben nu van de verschillende verschijnselen op aarde, die jullie gezien en beleefd hebben, nog eens gezien waardoor ze worden voortgebracht en tot stand gebracht, wat de oorzaak ervan is en wat ze op zichzelf naar waarheid eigenlijk zijn. Maar om jullie verstand nog meer op te helderen willen we deze kwestie nog verder vervolgen en uitzoeken, want het voornaamste grondbeginsel in de leer van de Heer aan alle mensen van deze aarde en ook voor alle geesten en hemelen luidt, voor eeuwig geldend: alleen de zuiverste waarheid in alle dingen kan en zal jullie vrij en levend maken! Maar dergelijke verschijnselen manifesteren zich op deze aarde noodzakelijkerwijs in allerlei vormen en gedaanten en dus ook met allerlei effecten en uitwerkingen en brengen de blinde mensen tot allerlei verkeerde gissingen ten aanzien van de oorzaak en dus ook tot allerlei bijgeloof Daarom is het dan ook zeker een goede zaak dat de mens behalve het kennen en aannemen van de goddelijke wil ook de verschijnselen, die hij op aarde vaak tegenkomt, vanuit het standpunt van de waarheid en niet vanuit duistere menselijke bedenksels kan beoordelen en herkennen.'
Hoofdstuk 144: Weersverschijnselen en hun oorzaak - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Zeer zeker! Door te geringe activiteit en door hun drang naar rust worden ze nog nauwer tegen elkaar gedrukt, geperst in zekere zin, zonder daarbij tot enige actieve beweging te komen; zodoende worden ze zwaar in vereniging met de luchtgeesten, drukken op de geesten van het water , die daardoor eveneens volledig passief worden, en die volledige passiviteit is nu datgene wat zich aan jou als ijs op het water vertoont. Hoe minder activiteit de jullie nu voldoende getoonde geesten dus in zichzelf ontwikkelen, des te kouder wordt het dan' ook in de streken, waar aan de geesten te weinig gelegenheid tot verhoogde activiteit geboden wordt. Daarom bevriezen in de winter snel voort stromende rivieren en beken dan ook veel moeilijker dan rustig stilstaande wateren, omdat die bepaalde geesten daarin noodgedwongen veel actiever zijn dan in de stilstaand water.
Hoofdstuk 147: Sneeuw en ijs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Daar waren allen tevreden mee en ze begonnen zich met Mij naar buiten te begeven, de reeds bekende heuvel op.
Hoofdstuk 149: De Heer maakt Zijn aardse toekomst bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen wij ons op de heuvel bevonden, op enkele leerlingen na, die nog in slaap gedompeld waren, kwam de Romein Marcus naar Mij toe en zei: 'Heer, zult U dit dorp vandaag ook verlaten? En als U het verlaat, wilt U mij dan niet vertellen waar U heen zult gaan, zodat wij Romeinen het zouden weten en U in de geest des te gemakkelijker en zekerder zouden kunnen volgen?'
Hoofdstuk 150: De weg tot eenwording met de Geest en tot wedergeboorte (27.4.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar nu moet Ik naar een andere, nog braak liggende akker gaan en ook die goed bebouwen en in orde maken. En zo zal Ik ook na het ochtendmaal met Mijn leerlingen vanhier vertrekken; maar waar Ik precies heen ga zeg Ik nu nog niet, zodat niet iemand bij gelegenheid zijn mond voorbij praat en Ik dan gemakkelijker voortijdig door Mijn vijanden nu eens hier en dan weer daar gevolgd zou kunnen worden; dat zou Mij bij Mijn werk alleen maar storen, omdat Ik daarbij steeds volkomen zinloos met Mijn tegenstanders zou moeten strijden. En zo is het dus heel goed dat Ik als enige weet waarheen Ik Mij wil en zal wenden; voor ieder ander is het echter voldoende om pas achteraf te horen waar Ik was en wat Ik daar gedaan heb.
Hoofdstuk 150: De weg tot eenwording met de Geest en tot wedergeboorte (27.4.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ik zei: 'Dat zou Ik wel kunnen, als het voor jullie zieleheil beslist noodzakelijk zou zijn; maar dat is het niet. Daarom is het voorlopig voldoende dat jullie over zijn wezen naar waarheid van hemzelf datgene weten wat hij jullie gezegd heeft toen jullie hem daarnaar vroegen. Als jullie hem niet geloven, die jullie vannacht toch zoveel bewijzen van zijn waarachtigheid heeft gegeven, dan zouden jullie tenslotte ook over hetgeen Ik jullie over hem zou vertellen, de schouders ophalen en bij jezelf zeggen: ' Ach, hoe is dat nou mogelijk?!' Houd je daarom aan Mijn leer, geloof in Mij en handel ernaar, dan zullen jullie ook weldra achter het bestaansmysterie van Mijn Rafaël komen!
Hoofdstuk 150: De weg tot eenwording met de Geest en tot wedergeboorte (27.4.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Ga maar eens naar de steden van Egypte en lees daar met alle vlijt gedurende je hele leven hier op aarde al die bijna ontelbaar vele boeken en geschriften door, dan zullen jullie als uitzonderlijke veelweters weer in jullie vaderland terugkeren; maar daardoor zal jullie innerlijke geest nog lang niet één worden in jullie, en na het doorlezen van vele duizenden boeken en geschriften zullen jullie van het wezen van God, van jullie geest en van het voortleven van de ziel evenveel weten als jullie tot nu toe geweten hebben. Hier hebben jullie in een paar uur meer geleerd en overeenkomstig de volle waarheid ervaren, dan alle wijzen van de hele wereld jullie hadden kunnen vertellen en tonen.
Hoofdstuk 150: De weg tot eenwording met de Geest en tot wedergeboorte (27.4.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  362 - 363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387  ...