Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 375 van 728

...  363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388  ...
[19] Ook Seth en de overigen deden dat, omdat buiten Henoch en Asmahaël niemand een dergelijk gedrag van de tijger begreep; want Henoch begreep het uit Mij, zijn leerling echter uit Henoch, vandaar dat hij dan ook zonder enige angst rustig op de nek van de geweldig brullende tijger zat.
Hoofdstuk 67: Het bezoek van de vaderen aan de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Gaat dan niet de kracht van de Heer zondermeer boven alles uit?! Zijn wij echter in de liefde van de Heer, dan zullen wij ook in de macht en de sterkte van de Heer zijn! En zo zal de zwakste in de Heer in alles sterker zijn dan degene die vanuit zichzelf de krachtigste is, en alle elementen zullen zich dan ook naar zijn wil schikken!
Hoofdstuk 68: Adams woorden tot de zijnen en de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Met betrekking tot God is zowel het ene als het andere een volkomen niets, - zoals ook wij allen tezamen niets zijn tegenover Hem. Hoe echter kon of wilde het niets iets aandoen aan het niets, dat ten opzichte van God iets belangrijks zou kunnen voorstellen,
Hoofdstuk 69: Seths troostende woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Zoals evenwel God voor ons alleen in de liefde God is en ons aller liefdevolle, heilige Vader, zo kunnen ook wij slechts in de liefde Zijn kinderen worden. De vereniging van God met Zijn liefde is echter gelijk aan de gehoorzaamheid. Als wij nu in ons lichtzinnige verstand de bewust waargenomen dringende verzoeken van de geest gehoorzamen en zodoende het licht met de liefde verenigen, dan worden wij daardoor kinderen van de liefde vol wijsheid, vol van het eeuwige leven en God welgevallig.
Hoofdstuk 69: Seths troostende woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] En zo begon Henoch nu de wezenlijke woorden te spreken: "Het is waar, de akker is gemest en de voren zijn in de grond getrokken; maar het zaad ontbreekt nog in de groeven. Vanwaar zullen wij echter het zaad nemen om het ter ontkieming in de voren te leggen, opdat daaruit een levende vrucht zal gedijen?
Hoofdstuk 70: Henoch predikt over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Aangezien ons echter het zien door innerlijk voelen net zo goed is gegeven als onze ogen en onze voeten en wij door middel van dit zien de liefde in ons waarnemen, hebben wij immers ook evenals de voeten van ons lichaam de vrije wil, waardoor wij dit doel van alle leven krachtdadig nastreven en ons gehele wezen naar de liefde toe kunnen brengen om dat wezen dan geheel door haar te laten omvatten, opdat dat door en door levend wordt.
Hoofdstuk 70: Henoch predikt over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Jullie vaderen hebben weliswaar veel gesproken over gehoorzaamheid en hebben daardoor de harten van deze kinderen zeer goed losgewoeld; ik zeg echter, wie liefheeft, kan het goed zonder de gehoorzaamheid stellen. Is de gehoorzaamheid dan niet de geestelijke weg naar de liefde, die het doel van al het leven is?! Maar heeft iemand op deze weg het doel bereikt, zeg me, waarom zou hij daarna die weg nog bewandelen?!
Hoofdstuk 70: Henoch predikt over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Maar in je korte afschepen schijnt nu juist niet de hoogste graad van naastenliefde opgesloten te liggen; wanneer echter de naastenliefde een nevenstraal van de liefde tot God is, dan weet ik niet waar ik jouw Godsliefde voor moet houden!
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] Opdat je echter vanwege mijn niet begrepen woorden niet ten onrechte geërgerd je woning betreden zult, kalmeer daarom je hart en luister wat ik je te zeggen heb: Sethlahem, kijk in de blauwe verte en zeg me van het gras, de planten, bomen en struiken van welke soort en klasse ze zijn; zijn ze net als hier, of zijn ze anders,
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[30] Nu zou je echter weer bij mij komen en zou je mij vanwege zo'n korte, maar goede raad vol waarheid, van een gebrek aan liefde willen beschuldigen! Ga bij jezelf na hoe zich een dergelijke beschuldiging van liefdeloosheid verhoudt tot een raad waarmee je zeker in drie dagen datgene kunt bereiken wat duizenden jaren je anders wel nauwelijks zouden kunnen geven?!
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[29] Al is de omgeving ook mooi als weerkaatsing van het leven, - mooier is het echter naar het leven te streven! O waarlijk, zoals ik het onderga, is een druppel leven, in de nauwste ruimte opgesloten, voor diegene die het getrouw heeft gevonden mooier dan wanneer hij met zijn scherpste blik naar buiten in de eindeloze ruimten vol zonnen en dood zou turen!
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En luister, deze woorden hadden bijna allen met stomheid geslagen; want zij begrepen de rede van Henoch nu heel goed en dachten bij zichzelf alleen maar na over al de dwalingen waarmee zij allen tot nu toe zo zeer behept waren. En ook de ogen van hun kinderen gingen wijd open; zij herkenden zichzelf en Mij hoe langer hoe meer door de in hen ontwakende liefde. En pas nu begrepen de hoofdstamkinderen, van Adam tot Jared, de woorden die Henoch in de grot had gesproken en ze doorgrondden volledig de zin van de grot. En Adam dacht veel na over de opgang van de zon en begreep deze. Seth stond echter op, richtte zijn blik naar de hemel en dankte Mij voor dit grote geschenk; en allen die aanwezig waren, volgden zijn voorbeeld en in hun hart loofden en prezen ze Mij in hoge mate.
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Ten eerste wil ik door jou de hoogst verschuldigde dank betuigen aan de heilige Gever van een dergelijke grote genade. Want jij bent de Heer het meest nabij en je hebt Zijn levende woord; daarom is het wel het meest gevoeglijk dat jij de gebrekkigheid van onze zwakke dank voor zo'n grote weldaad tegenover de Heer aanvult. Daar ik de wijsheid gekregen heb van de Heer, deed ik wat deze mij leerde en kon ook niet meer doen omdat mijn wijsheid hetgeen ik deed, toereikend vond. Maar wat jij ons leerde toen je sprak over het leven, is meer dan alle wijsheid van alle mensen samen; het is de wortel van al het leven en de eeuwige grond van alle wijsheid, - ja, het is God, die jij hier verkondigt! En zie, mijn wijsheid reikt niet zover om Hem de juiste dank te betuigen; doe jij in mijn plaats wat gepast is! Het andere echter waarom ik jou wilde spreken, is, dat jij me zou willen toestaan bij jou in de leer te gaan, opdat jij mij de weg zou kunnen leren die je zelf bent gegaan en waarbij je zo diepgaand het leven uit God ten deel gevallen is.
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] Stel het geval dat ikzelf daar reeds geweest zou zijn en daar alles zelf had bekeken. Maar het zou zo beschikt zijn dat de vaderen mij in jouw aanwezigheid daarover zouden uithoren en ik hun de blauwe verte zou onthullen. Als jij dat echter horen zou en niets zou weten omtrent het hoe, waarvandaan en waardoor, zei je dan tegen mij: 'Luister, wat jij me nu verteld hebt, bevalt mij bijzonder goed! Ook ik zou graag over de verre streken willen spreken zoals jij; zie, ik wil daarom bij jou in de leer gaan, opdat ik van jou leer daarover te spreken!' Waarop ik jou dan weer zou antwoorden: 'Luister, zoiets laat zich door een innerlijke zienswijze niet leren aan degene die naar een innerlijke overtuiging streeft, - en wat een moeizame weg tot zuivere kennis zou dat zijn en hoe onvruchtbaar!
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Laat het dier echter de woning van Adam niet betreden, noch het erf en de vloer, maar laat, als de reis volbracht is, het weer in vrede wegtrekken naar het oord van zijn bestemming.
Hoofdstuk 74: Het wezen van de waarheid en de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  363 - 364 - 365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388  ...