Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 377 van 1490

...  365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390  ...
[1] Deze plaats was belangrijk, omdat de tempel voor heel veel heidenen die van tijd tot tijd een pelgrimstocht daarheen maakten, een tweede orakel van Delphi was, en deze priesters en priesteressen waren daar al erg rijk van geworden. Van daaruit kon dan ook over een groot deel van de Aziatische Grieken en Romeinen een beter licht uitgestort worden, en daarom bleef Ik hier ook wat langer dan in de eerder bezochte plaatsen van het kleine en eigenlijke, alsook van het grote en oneigenlijke Galilea.
Hoofdstuk 106: Een schriftgeleerde ondersteunt de opvattingen van de priestervrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Nog niemand van de talloze mensen die ontslapen zijn, is ooit teruggekomen om ons te laten zien dat en hoe hij in het hiernamaals verder leeft! Zolang dat echter niet gebeurt, zal het geloof aan een voortleven aan gene zijde ook steeds maar heel zwak zijn of zo goed als niets voorstellen. Weliswaar was er tot op heden sinds mensenheugenis ook nog niemand zoals u, van god vervulde Meester, en als u ons iets vertelt, zullen wij ook alle reden hebben dat volledig te geloven; maar vreemd blijft het toch dat er van de overkant geen enkel wezen meer naar ons toe wil komen dat zegt: 'Vrienden, jullie slepen hier nog je zware lichaam rond als een moe lastdier zijn zware last, maar kijk, ik leef gelukkig, -dáár is geen dood meer, en wij leven met tallozen op deze manier!' Dat zou toch eenvoudig zijn! Maar nee, zoiets gebeurt nooit of te nimmer op een manier die ons mensen heel gemakkelijk zou overtuigen dat het nu eenmaal zo is en niet anders!
Hoofdstuk 104: De twijfel van de geleerde vrouwen aan het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Van God vervulde Meester, als de ziel van de mens aan gene zijde voortleeft -op grond waarvan toch het best al het zedelijke streven van de mensen op deze aarde te ordenen zou zijn -, waarom gebeurt er dan van de kant van een eventuele geestenwereld eigenlijk helemaal niets dat invloed heeft op ons nog sterfelijke mensen?! Geen mens kan er toch iets aan doen dat hij in deze wereld geboren is; maar als hij er al als verstandig wezen is en moet zijn, zou toch die hoogste, wijze macht, die hem tegen zijn wil in het leven heeft geroepen, er voldoende zorg voor moeten dragen dat hij vanuit een werkelijk ergens bestaande geestenwereld informatie zou krijgen over de reden van zijn bestaan en wat hij te verwachten heeft.
Hoofdstuk 104: De twijfel van de geleerde vrouwen aan het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Kijk, van God vervulde Meester, wij zijn slechts vrouwen; maar, omdat wij altijd veel geleerd hebben, is ons verstand behoorlijk ontwikkeld, en Iedere wijze zou aan ons een harde noot te kraken hebben! Wij zijn goed en hebben respect voor ieder mens, want wij beklagen iedereen van harte omdat hij zich net zoals wij, ook in deze wereld bevindt om afgeslacht te ~orden en ellendig voer te zijn voor de vraatzuchtige en onverzadigbare tijd. Maar het is niet goed dat een hogere, eeuwige, alom heersende goddelijke macht zich niet meer bekommert om de mensen en alle schepselen van deze aarde dan wij mensen om het vuil dat wij als kinderen achterlieten. Maar wat kunnen wij zwakke mensen doen?! Gods macht werkt boven de sterren in het eindeloos grote, en bekommert zich niet om de huilende en klagende wormen van deze wereld! Daarom moeten de arme mensen zich zolang zelf troosten en sterken tot de dood hen van de aarde verdelgt; dan komt de rust in het eeuwige niet-bestaan, dat eeuwig en altijd het uiteindelijke en grootste geluk voor de arme mens is.
Hoofdstuk 104: De twijfel van de geleerde vrouwen aan het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Weliswaar bent u nu een mens die vervuld is van Gods macht, en een Meester; maar over enige honderden jaren zal de wereld over u hoogstwaarschijnlijk ook niet veel meer weten dan dat u er eens was. Onze nakomelingen zullen in ieder geval, zoals wij al gezegd hebben, deze herinnering zo levendig mogelijk bewaren, hoewel uw woorden nog meer dan uw wonderbare daden een geest uitademen die buitengewoon getuigt van Gods geestelijke aanwezigheid in u. Er zijn echter al heel veel grote geesten als mens op deze wereld geweest, en ook hun werkelijk onbegrijpelijk grote wonderdaden getuigden ervan dat zij meer dan gewone mensen waren; maar ook zij zijn allemaal gestorven, en geen van hen liet zich ooit weer als voortlevende geest zien om daardoor de volle waarheid te bevestigen van zijn leer, die hij de arme mensen vaak onder donder en bliksem gegeven heeft.
Hoofdstuk 104: De twijfel van de geleerde vrouwen aan het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Nu bent u bij ons, arme sterfelijke mensen, gekomen en u heeft ons ook een eeuwig leven aan gene zijde beloofd! Wij twijfelen er geen ogenblik aan dat u ons dat ook op een heel begrijpelijke wijze zult bewijzen, -maar zeker ook alleen maar voor de tijd dat wij in deze wereld blijven leven! Zijn we eenmaal gestorven, wel, dan hebben we natuurlijk geen bewijs meer nodig; want leven we verder dan is ieder ander bewijs overbodig -en, leven we niet verder dan is het nog overbodiger! Hoofdzaak is, dat wij arme mensen in ieder geval tijdens de duur van ons leven op deze aarde, door wat voor blind geloof dan ook, daar vast aan blijven geloven; want dat kruidt dan tenminste voor een deel van de mensen van deze aarde de korte spanne van hun leven en maakt voor hen hun lijden verdraagbaar. Het best er aan toe zijn altijd de dwazen en blindgelovigen, en grote ervaring leert dat men kan zeggen dat de goden iemand die zij met wijsheid begiftigden wel erg hebben moeten haten.
Hoofdstuk 104: De twijfel van de geleerde vrouwen aan het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Men kan een mens door woorden en onderricht weliswaar veellicht en rust verschaffen en dat met wonderbare tekenen onderbouwen; maar van een overtuiging in het eigen, levende bewustzijn is nog lang geen sprake! -Heer en Meester, deze opvatting valt toch heel goed te verontschuldigen, wat vindt U er van?'
Hoofdstuk 106: Een schriftgeleerde ondersteunt de opvattingen van de priestervrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Of moeten mensen, die door de onbegrensde liefde van de Vader voorbestemd zijn om volledig Zijn kinderen te worden, niet zonder dat zij wat hun ziel betreft onder het gericht vallen in deze wereld geboren worden zonder een reeds ontwikkelde, hogere bekwaamheid voor het leven? Moeten zij niet pas door allerlei onderricht en oefening geheel uit vrije wil kennis en vaardigheden opdoen en daardoor, als jonge, aankomende scheppers zelf aan hun godgelijke levensvervolmaking werken, waartoe de Vader in de hemel hun altijd alle mogelijke hulpmiddelen in de hand gaf en nog steeds blijft geven?
Hoofdstuk 107: Het verkeer met gene zijde. Bewijzen voor het voortleven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Zonder God en buiten God kan er in eeuwigheid nooit en nergens iets bestaan. Wat er is in de hele, eeuwige oneindigheid, is uit God, en dus eigenlijk volkomen geestelijk. Dat het in een wereld als vaste materie zichtbaar wordt, komt door de standvastigheid van de Goddelijke wil; als die op zou houden een gedachte van God vast te houden, zou voor een stoffelijk oog daarvan zelfs geen spoortje meer te ontdekken zijn, hoewel de op deze wijze opgeloste gedachte van God geestelijk eeuwig in God zou moeten voortbestaan.
Hoofdstuk 107: Het verkeer met gene zijde. Bewijzen voor het voortleven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] IK zei: 'Ja, ja, doe dat, want het staat Mij toch al erg tegen met allerlei stoïcijnen van doen te hebben! Maar pas op dat je tenslotte niet aan het kortste eind trekt, want deze vrouwen zijn op hun manier erg bekwaam en weten hun zaak te behartigen.'
Hoofdstuk 107: Het verkeer met gene zijde. Bewijzen voor het voortleven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Ten tweede hebben zij een mentor gehad die heel goed thuis was in alle wetenschappen en die hun het hoofd pas goed op hol heeft gebracht, want hij wilde hun alle oude wijzen helemaal door en door leren kennen en begrijpen, maar bedacht daarbij niet dat al deze oude filosofen van de bekende volkeren en naties elkaar in hoge mate tegenspreken, en dat je, als je al deze wijzen kent en aanhangt, nooit tot een harmonisch levenssysteem komt, en dat zulke mensen alleen maar een soort hoogmoedige veelweters kunnen worden die uiteindelijk geen andere behoefte in zich voelen dan nu en dan te laten zien hoe zeer zij in alle kennis en ervaring boven ieder ander mens staan. En dat is ook bij deze vrouwen en zelfs reeds bij hun kinderen en bedienden het geval. Praat maar eens met zo'n bediende, dan zul je wel zien hoe vaardig hij met zijn tong is!
Hoofdstuk 105: Het misnoegen van de Heer over de hoogmoedige, kritische vrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] JORED zei: 'Kijk, Heer en Meester, precies zo heb ik me deze vrouwen altijd al voorgesteld, en ik kon hen ook nooit zo erg goed lijden, omdat ze met hun kennis altijd minstens zo'n duizend jaar voor wilden lopen! Want als je iets vertelde wat je dan toch ook geleerd had en uit ervaring wist, kreeg je altijd te horen, ook al was het dan op heel vriendelijke toon: 'Ik verzoek dringend daarover op te houden, anders moeten we weggaan; want dat begrijp je niet en je zult het ook nooit begrijpen!' ja, zelfs hun mannen moesten zich behoorlijk in acht nemen om in een discussie met hen door hun vrouwen niet gecorrigeerd te worden. -Bij heel veel gelegenheden dacht ik dat zo bij mijzelf, en nu zie ik pas duidelijk dat mijn gevoelens mij niet bedrogen hebben, en ik zal hen dus zo ongeveer drie uur na de maaltijd bij mij ontbieden.'
Hoofdstuk 105: Het misnoegen van de Heer over de hoogmoedige, kritische vrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] En al moet de mens dan na verloop van tijd zijn lichaam afleggen en in een steeds zuiverder geestelijk wezen overgaan, dan zou dat door de almacht van de Schepper immers toch wel kunnen gebeuren door het lichaam langzaam maar zeker geestelijker te maken en tenslotte zonder enige verstoring van het eigen bewustzijn in het zuiver geestelijke over te laten gaan, of door de mens op een bepaalde rijpe leeftijd in ieder geval zichtbaar te laten communiceren met de reeds helemaal overgegane mensenzielen, om daardoor voor zichzelf en voor zijn naasten volledige zekerheid te krijgen over het leven na de dood. Maar van dit alles is op deze aarde vrijwel geen spoor te ontdekken.
Hoofdstuk 106: Een schriftgeleerde ondersteunt de opvattingen van de priestervrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] In de eerste plaats wordt de mens al dommer en onbeholpener dan een dier in deze wereld geboren, en moet jarenlang door zijn ouders verzorgd en gevoed worden voor hij kracht en inzicht genoeg heeft om zichzelf te onderhouden, -en in de tweede plaats wordt hij, wanneer hij dan een mens is geworden die zich vrij moet kunnen bewegen, door een groot aantal wetten dermate beperkt en zodanig fysiek en geestelijk gebonden, dat hij nauwelijks nog vrij kan ademhalen. En ik vraag me af, wat staat daar dan voor hem tegenover? Niets dan het goede geloof dat het hem na de dood beter en zelfs buitengewoon goed zal gaan wanneer alle moeilijk op te volgen, door de wet opgelegde levensvoorwaarden vervuld zijn. ja, dat zou allemaal goed en best zijn? als de mens daarvoor een zekere waarborg zou hebben! Maar dáár zit bij alle mensen de grootste moeilijkheid!
Hoofdstuk 106: Een schriftgeleerde ondersteunt de opvattingen van de priestervrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Dat het er echter zo in deze wereld voorstaat, zal hopelijk niemand kunnen betwisten, en men kan het de priesteressen in deze tijd werkelijk niet kwalijk nemen als hun oordeel en de mening die zij verkondigen, overeenstemt met wat zij in de hele natuur door intensief onderzoek als juist bevonden hebben. Waarom kwam de geest van hun gestorven leraar dan niet zoals hij het hun nog tijdens zijn leven met de hand op zijn hart verzekerd had? En waarom gehoorzaamde Samuëls geest dan de machtspreuk van de heks van Endor en voorspelde Saul zijn einde? ja, dat zijn dan toch wel vreemde zaken waaruit een mens langs natuurlijk verstandelijke weg wel nooit in der eeuwigheid wijs wordt!
Hoofdstuk 106: Een schriftgeleerde ondersteunt de opvattingen van de priestervrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390  ...