Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 377 van 728

...  365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390  ...
[10] Ik scheidde de kinderen door het rechtvaardig schijnende oordeel van de mij door U ingegeven wijsheid. En aangezien ik geloofde dat die wijsheid mijn eigen wijsheid was, was mijn werk een zonde; en zodoende loofde ik U in mijn zonde en zou daaraan te gronde zijn gegaan. Nu echter gaf U mij de liefde en niet meer wijsheid dan zoveel als de liefde daarvan kan bevatten, opdat ik niet meer verstrooien, maar verzamelen zou. In de verstrooiing schuilt de dood, slechts in het verzamelen woont het leven, laat mij daarom nu weer in liefde en door liefde allen verzamelen die ik door mijn slecht toegepaste wijsheid heb verstrooid.
Hoofdstuk 89: Werken van wijsheid en werken van liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Wanneer je echter je broeder dwingt de geheimen van zijn hart aan jou te onthullen, zie, dan verbergt jouw broeder zijn hart voor jouw onderzoek en krijg je niets anders van hem te horen dan een berisping die je terechtwijzend vermaant je dwaze begeren in toom te houden en je niet te bekommeren om de geheimen van het hart van je broeder, maar alleen om zijn liefde, of het jou liefheeft zoals jij het liefhebt; maar wanneer je je geen zorgen maakt om datgene wat alleen van je broeder is, maar hem daarvoor in de plaats tien keer meer liefhebt dan jezelf, - zie, als je broeder dat in zijn hart zal merken, zal hij de deur van zijn hart voor je open doen en zal je over alles inlichten wat je van nut kan zijn en je hogelijk zal verheugen of je toch op zijn allerminst vol vertrouwen tot je broeder kan maken!
Hoofdstuk 90: De verlossende macht van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Zie, lieve broeders, precies zo is het bij God! Wie is er ooit toe in staat geweest God te dwingen om Zich aan iemand te vertonen of zich te onthullen?! En indien Hij dat zou doen, wie zou het dan kunnen bevatten en in leven blijven?! Indien je echter God boven alles liefhebt, zal Hij je steeds meer en meer van eeuwigheid tot eeuwigheid met alle wijsheid en met het allerhoogste begrip sturen en leiden steeds volgens de bekwaamheid en de grootte van de liefde die je voor Hem in je hart koestert!
Hoofdstuk 90: De verlossende macht van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Ik zal echter Adam meedelen dat ik hem een andere keer zal antwoorden omdat tijd zeer kostbaar is en om Asmahaël nu niet op te houden bij Zijn nu volgende, zeker onovertroffen woorden tot de kinderen!"
Hoofdstuk 93: Adams nieuwsgierigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Het is echter onvergelijkelijk veel beter te zwijgen, je oor dicht te houden en ook je oog te sluiten, dan onophoudelijk door te draven en te borrelen als een waterval en je oor te luisteren te leggen op de hoeken van alle straten en je oog als een zwaluw heen en weer te laten schieten.
Hoofdstuk 98: Het zwijgen van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Wie van jullie kan echter zeggen: 'Luister, Mijn God en Heer, voor U zal ik niet meer zondigen!'
Hoofdstuk 99: Goddelijke en menselijke wetten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Na deze dankzegging van Adam begonnen echter Enos, Mahalaleël, Jared en ook moeder Eva bij zichzelf te denken: "Hoe komt het toch, dat Adam voor het eerst zijn gelofte verbrak en at en dronk? En als hij nu spreekt, dan spreekt hij alsof God in levende lijve voor hem stond!"
Hoofdstuk 99: Goddelijke en menselijke wetten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Het kan echter ook helemaal niet bij iemand opkomen om daarover een nadere uitleg te vragen; in het kort, men wordt ter plaatse een met het woord en dus worden woord en leven een.
Hoofdstuk 100: Jareds gedachten over het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Ik verheug mij daar ten zeerste op. Ik moet het je openlijk zeggen, of het juist is of niet, maar kennelijk omhelst mijn gevoel Asmahaël nu al inniger dan jou! Wat echter mettertijd uit mijn voorliefde tot Asmahaël wordt, kan ik je nu nog niet precies voorspellen; want zeer veel hangt er nog van af, of hij verder zichzelf trouw blijven zal. Maar je mag je daar niets van aan trekken; want je zult tengevolge daarvan bij mij, je vader, niets tekortkomen!
Hoofdstuk 101: Henoch spreekt met J ared over Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Jared, wees blij dat Ik bij je intrek, en jij, Henoch, verheug je eveneens dat je Mijn liefde zo.hoog aanslaat! Want waar Ik Mijn intrek neem, daar zal de dood nooit zijn oogstfeest houden; wee echter de woning waar ik niet intrek! Daar zal geen eind komen aan het gejammer en de dood zal wonen in alle kamers van zo'n huis waar Ik niet binnen wil gaan.
Hoofdstuk 102: Tegenstellingen tussen God en de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Het gebod was terneerdrukkend en je verdroeg de druk door tijdens de lange nacht van je hart te slapen. Nu ben ik dan weer naar jullie toe gekomen te midden van degenen die God in de geest heeft gewekt, opdat zij Zijn hoogste genade, hetgeen de volslagen liefde is, ontvangen konden, teneinde Zijn heilige en levende woord vol kracht en macht te verkondigen. Daarom is het niet Adam, die je heeft vrij gemaakt noch ik, maar louter en alleen het heilige woord van de grote God uit de mond van Henoch en van Asmahaël, die voor je ogen door het sterke dier wordt gedragen en hij is, naar eigen zeggen, door God op een wonderbaarlijke wijze vanuit de diepte, waarover je hebt gehoord dat zij vol verwerpelijke boosheid is, naar ons toe gestuurd. Ik ben echter van mening dat hij uit den hoge komt; want de woorden die hij sprak kan niemand bedenken die werkelijk uit de diepte afkomstig is.
Hoofdstuk 91: Seth herkent de vreemdeling Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Of moesten zij dat getuigenis wel geloven? Want ze dachten als volgt: "Geloven wij het getuigenis, dan zitten wij voor Adam en de overigen in de klem; want onze eerbied en mateloze liefde voor Asmahaël zal aan de vaderen zeker verraden dat er achter Asmahaël beslist iets ongewoons schuilen moet omdat wij Hem buitengewoon hoogachten en geheel van liefde vervuld zijn toegedaan en dat noodzakelijkerwijze ook moeten zijn. Maar geloven wij het getuigenis niet, wat zijn wij dan in de ogen van Asmahaël? Blijkbaar niets anders dan leugenaars ten aanschouwe van iedereen en bedriegers van onze vaderen, broeders en kinderen, - of wij zijn niet meer in staat ook maar één woord over onze lippen te brengen, indien wij in de waarheid willen blijven! Want als we ook maar één woord over God spreken, die te midden van ons is, die wij echter ongelovig in ons hart verloochenen, dan zijn wij - zoals gezegd - leugenaars en bedriegers omdat wij de anderen ongetwijfeld zouden willen laten geloven dat er iets zou zijn waar onze ogen ook geen enkele schaduw van bespeuren!
Hoofdstuk 92: Het getuigenis van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] De mensen maken onderscheid en vinden dat niet allen hun wijsheid waard zijn; God echter, de grote leermeester van alle zonnen, geesten, aarden en alle mensen, verafschuwt het niet en vindt het niet beneden Zijn waardigheid om voor wormen in het stof en voor bromvliegen alsmede voor al het andere gedierte, hoe klein en onaanzienlijk ook, de meest wijze leermeester te zijn! De mensen houden hun woningen voor heilig en laten hun eigen kinderen en broeders zich voor hen in het stof werpen, terwijl God zelfs het eenvoudigste dier op aarde vrij en zonder al dat plat op hun gezicht neervallen, laat rondwandelen.
Hoofdstuk 102: Tegenstellingen tussen God en de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] De mensen vervloeken degenen en bestraffen hen streng die tegen de wil van die mensen in, het een of andere vergrijp hebben gepleegd; God echter zegent zelfs de stenen en heeft het grootste erbarmen met iedere dwalende en vervloekt niet en bezit het grootste geduld en de grootste zachtmoedigheid en is bovenal terughoudend met Zijn gericht.
Hoofdstuk 102: Tegenstellingen tussen God en de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "Adam, als je meent dat er hier niets meer nodig is, dan zijn wij klaar; laat de kinderen naar huis gaan, - wij echter kunnen ons verder in de richting van middernacht begeven! Amen."
Hoofdstuk 103: Asmahaëls uitnodiging om verder te reizen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  365 - 366 - 367 - 368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390  ...